Vurig boek over spiritualiteit

door dr. Jos Douma

 

Van de hand van Kees Waaijman verscheen een handboek over spiritualiteit; prachtig uitgegeven, met op het omslag brandend vuur: het vuur van de Geest van de spiritualiteit. Alleen al de verschijning van zo'n boek roept de vraag op, of dat eigenlijk wel kan: een wetenschappelijk handboek over spiritualiteit? Is het thema daar niet veel te vaag voor? Kun je onder spiritualiteit niet van alles en nog wat verstaan? Waaijman herkent die vragen. En juist daarom vindt hij het nodig om zich ook systematisch te bezinnen op dit thema. Dat doet hij dan ook. En het levert een buitengewoon knap en grondig (en ook dik) boek op (950 pagina's). Het boek is bedoeld als een inleiding in de studie van de spiritualiteit. Die inleiding is opgebouwd rond drie centrale vragen. In het eerste deel gaat het over de vraag hoe spiritualiteit er nu concreet uitziet. Welke vormen zijn er? Welke plaats heeft spiritualiteit in het leven van elke dag? Hoe ziet de spiritualiteit van bijvoorbeeld een religieuze gemeenschap eruit? De auteur brengt maar liefst 54 verschillende vormen van spiritualiteit in beeld. Bij het geven van die voorbeelden put Waaijman uit de volle breedte van de joods-christelijke traditie, maar hij besteedt ook aandacht aan wereldlijke en oosterse spirituele vormen.

Definitie

In het tweede deel zoekt Waaijman naar een definitie van spiritualiteit. Een groot aantal begrippen passeren de revue (van godsvrucht en heiligheid, via gnosis en contemplatie tot vroomheid). Ook laat Waaijman zien met welke verschillende wetenschappelijke benaderingen de spiritualiteit kan worden bestudeerd (theologie, filosofie, psychologie enzovoort). De definitie die hij vervolgens geeft, is nogal abstract van karakter (wat natuurlijk ook past in een wetenschappelijk handboek): 'het godmenselijke betrekkingsgebeuren onder het gezichtspunt van de omvorming'. In wat gewonere woorden gaat het in spiritualiteit over de betrokkenheid van God en mens op elkaar. De mens bewandelt daarbij een spirituele weg. Gaandeweg verandert hij dan: hij wordt door God omgevormd naar het beeld van Christus. In het derde deel zoekt Waaijman ten slotte antwoord op de vraag hoe je spiritualiteit methodisch kunt bestuderen. Daarbij komen belangrijke thema's aan de orde als: Hoe lees je een mystieke tekst? Welke 'dogmatische' onderwerpen hebben een plaats in een bepaalde spiritualiteit? Hoe kun je bij het gaan van de geestelijke weg door een ander worden geholpen?

Wetenschappelijk

Het zal inmiddels duidelijk zijn dat Waaijmans handboek geen vlotgeschreven verhaal biedt waarmee je als lezer je winst kunt doen voor je eigen spiritualiteit en de groei daarin. De hoofdtitel suggereert dat overigens wel een beetje. Een juistere titel zou zijn geweest: 'Inleiding tot de spiritualiteitstudie'. Het is een wetenschappelijk werk van hoog niveau waar je echt je tanden in moet zetten (het vuur dat op het omslag brandt, is bij nader inzien dan ook niet zo heel spiritueel, maar vooral erg wetenschappelijk). Als zodanig is het wel een geweldig instrument waarmee het veld van de spiritualiteit zich wetenschappelijk laat ontsluiten. En dat is ook nodig. Het thema 'spiritualiteit' mag zich namelijk verheugen in een enorme belangstelling. Ook binnen de kerken. Juist om die reden is het belangrijk dat thema binnen bijvoorbeeld de theologische studie apart en structureel aandacht te geven. Waar hebben we het eigenlijk over als we spreken over spiritualiteit? Welke 'omvormingsprocessen' hebben we op het oog? Hoe laten de goddelijke en de menselijke aspect van de spiritualiteit zich adequaat beschrijven? Wat is nu precies de functie van bepaalde geestelijke oefeningen? Hoe lezen we mystieke teksten? Hoe kan de ene mens (de pastor) de andere mens (een gemeentelid) begeleiden in zijn of haar spirituele zoektocht? Al dergelijk vragen verdienen methodische aandacht en wetenschappelijke doordenking.

Traditie

In het verleden is daar ook in de protestantse traditie veel meer aandacht voor geweest dan nu het geval is. Ik denk dan met name aan de Nadere Reformatie, speciaal aan het standaardwerk van Gisbertus Voetius over 'De praktijk der godzaligheid'. Dat was een wetenschappelijk-systematisch boek over datgene wat we nu spiritualiteit noemen. Iets dergelijks kennen we niet meer in de gereformeerde traditie. Wel verscheen in 1993 een boek onder redactie van W. van 't Spijker met de titel 'Spiritualiteit'. Dat boek bevat ook heel veel waardevol materiaal vanuit bijbels, historisch en theologisch perspectief, maar juist het perspectief van de (geleefde) spiritualiteit zelf ontbreekt. Daarom is het handboek van Waaijman meer dan welkom. Wel moet gezegd worden dat het boek in die zin teleurstelt, dat de protestantse spirituele traditie vrijwel volledig buiten beeld blijft (begrijpelijk, want de auteur is rooms-katholiek, maar wel jammer omdat ook de protestantse spiritualiteit toch een niet te veronachtzamen verschijnsel is). Bovendien ontbreekt een normatief kader: de Bijbel komt wel heel veel aan bod, maar altijd als bron waaruit voorbeelden van spirituele teksten en praktijken worden geput. Maar verder hoop ik van harte dat dit boek een aanstekelijke bijdrage zal leveren aan (het op gang komen van) de systematische bezinning op gereformeerde spiritualiteit. Want het vuur van de gereformeerde spiritualiteit laat zich ook aansteken door het vuur van wetenschappelijke bezinning.