De vrucht van de Geest: worden als Jezus

Samenvatting van de preek van Jos Douma

De Schuilhof, Zeewolde, zondagmiddag 2 april

 

 

Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.

Galaten 5:22

 

 

1. Vallen voor de Geest

 

Bent u ook al gevallen voor (niet: in) de Geest? Het werk van de Geest is namelijk geweldig belangrijk. Hem kennen is onmisbaar voor het leven met God. Daarom moeten we Hem, samen met de Vader en de Zoon, aanbidden.

Er is vandaag de dag veel aandacht voor werk van de Geest. Dat is noodzakelijk, vooral omdat het gevaar zo groot is dat we de Geest uitdoven (1 Tessalonisenzen 5:19) of bedroeven (Efeziërs 4:30) doordat we ons afsluiten voor de dingen die Hij kan doen, de gaven die Hij wil geven, de vrucht die Hij wil laten groeien in ons leven.

De kern van het werk van de Geest is: Christus verheerlijken. Het allermooiste wat de Geest doet is dat Hij je hart opent voor Jezus zodat Hij kan binnengaan, dat Hij je ogen opent voor Jezus zodat je zijn glorie ziet, dat Hij je oren opent zodat je zijn stem kunt horen, dat Hij je handen aanraakt zodat je gaat doen wat Jezus deed.

De Geest kan dat op vele manieren doen. Misschien wel door ons in tongentaal te laten spreken zodat we Jezus kunnen blijven prijzen waar onze woorden ophouden. Misschien wel in profetieën die Hij geeft: dat we van de Geest dingen te horen krijgen die ons zo versteld doen staan dat we Christus nog groter en mooier gaan vinden. Misschien wel in genezingen zodat we heel concreet gaan ervaren dat Jezus ons Heelmeester is.

Er is vooral veel aandacht voor deze (wat wij dan noemen) bijzondere gaven. Laten we daar ook maar niet te bang voor zijn. Waar Jezus Heer is, hoeven we niet zelf alles in de gemeente te willen beheersen. Maar daaronder ligt iets diepers, iets mooiers, iets kostbaarders, iets wat blijvend is (want er komt een tijd dat genezingen, profetieën en tongen niet meer nodig zijn): Jezus zien en ervaren en intens van Hem genieten. Daarvoor zijn we geschapen. Daar gaat alles naartoe. Dat is de hemel: Jezus zien en ervaren en intens van Hem genieten. Dat is onze bestemming!

Maar zonder de Geest zullen we daar nooit en te nimmer aan toekomen. Vandaar die vraag: bent u al gevallen voor de Geest?

 

 

2. De werken van het vlees

 

In Galaten 5:13-26  wordt gesproken over het leven door de Geest.  Daar wordt ook duidelijk dat dat iets radicaal anders is dan het je laten leiden door je eigen (niet door de Geest van Jezus aangeraakte) wil. Misschien is wel een kernprobleem van veel kerken dat we wat gewend zijn geraakt aan de zonde. We zeggen vaak: ‘we zijn allemaal zondaars’. Maar er vloeit geen traan. We zeggen: ‘denk niet te groot over jezelf, want je kunt de zonde toch niet overwinnen.’ Maar het leidt zo gemakkelijk tot lauwheid. We herkennen het zo vaak bij onszelf en bij elkaar: onze zwakheid. En voor je het weet, heeft deze gedachte postgevat: ‘zo hoort het dan zeker’.

Maar de bijbel is veel helderder en radicaler: zonde is gewoon echt slecht, het heeft te maken met de satan, met duisternis, en daarvan zijn we nu juist verlost als we Christus Jezus aannemen als Redder en Heer! Er is een absolute tegenstelling tussen het leven door de Geest en het leven in de zonde (vgl. vers 17).

Wanneer bedroeven we de Geest en doven we Hem uit? Als we wandelen in de werken van het vlees. Galaten 5 is zeer concreet: ‘Het is bekend wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen’. We vinden het misschien wat heftig, maar denken wellicht toch ook: och dat zijn zonden, daar moet je je van bekeren en daar is vergeving voor. Maar dit is het bedroeven van de Geest, het uitdoven van de Geest: ‘Wie zich aan  deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God.’ Zo heftig is het. Je mag ook zeggen: ‘dan heb je geen deel aan Christus.’ Het gaat hier niet alleen om iets toekomstigs. Want het Koninkrijk van God is er ook hier en nu al, namelijk overal waar mensen Christus zien en liefhebben, en door de Geest in zijn spoor gaan. Overal waar mensen zeggen: ‘niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij’ (Galaten 2:20) wordt het koninkrijk van God zichtbaar. Het is dus daar waar we ons laten leiden door de Geest!

Breek daarom met de werken van het vlees, met datgene wat wij uit onszelf najagen, en val voor Geest. Het tegendeel van de Geest bedroeven en uitdoven is: de Geest verheugen en met Hem vervuld worden.

 

 

3. De vrucht van de Geest: liefde

 

En wat gaat er dan gebeuren in een mensenleven? Na de werken van het vlees wordt vervolgens niet over de werken van de Geest of de gaven van de Geest gesproken, maar over zijn vrucht. Dat enkelvoud is heel belangrijk. Het koninkrijk van God (vers 21) wordt gekenmerkt door de ene vrucht van de liefde (vers 22). Wat groeit er als de Geest echt werkt? Liefde! En wat is er aan de hand als liefde ontbreekt? Dan is de Geest er niet: Hij is uitgedoofd.

Dat klinkt nogal eenzijdig: alleen maar liefde. Misschien hadden we ook wel iets anders verwacht als het gaat om de kern van het koninkrijk van God: waarheid, zuiverheid, passie of kracht bijvoorbeeld. Maar er staat: liefde.

In verband hiermee komen ook andere bijbelwoorden tot leven: ‘De liefde zal nooit vergaan.  (…) Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde’ (1 Korintiërs 13:8.13); ‘Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn’ (Johannes 13:34-35); ‘Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. 8 Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde’ (1 Johannes 4:7-8).

Het is de liefde die zichtbaar is geworden in Jezus: de krachtige, zwakke, zelfverloochenende, eindeloze, machtige, geduldige, gepassioneerde, zachte liefde van Jezus. In het andere grote hoofdstuk uit het Nieuwe Testament over het ‘leven door de Geest’ (Romeinen 8) wordt bevestigd waar deze liefde gevonden wordt: ‘Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer’ (Romeinen 8:38-39).

 

4. De liefde is veelkleurig

 

Pas als we gezien hebben dat het om de ene vrucht van de liefde gaat, ontdekken we dat deze liefde veel vormen aanneemt en veelkleurig is. Je zou het kunnen vergelijken met het witte licht dat in het prisma uiteenbreekt in de kleuren van de regenboog.

In Galaten 5:22 krijgt de liefde acht kleuren: vreugde en vrede, geduld en  vriendelijkheid, goedheid en geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Hoe deze woorden zich allemaal precies tot elkaar verhouden, is niet zo belangrijk. Waar het om gaat is dat ze allemaal vol liefde zijn en de liefde van Christus zichtbaar maken en laten stralen. Wie kiezen nu even twee woorden uit.

Liefde wordt zichtbaar in vreugde. Een vreugdeloos christelijk leven is een leven waarin de Geest wordt uitgedoofd, een leven waarin de liefde van God in Christus uiteindelijk geen vast voet aan de grond heeft gekregen. Bijbelse vreugde richt zich namelijk niet op uiterlijke levensomstandigheden maar vindt haar bron in de eindeloze liefde van Christus.

Twee belangrijke bijbelteksten: ‘Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn’ (Johannes 15:11); ‘Terzelfder tijd verblijdde Hij Zich door de heilige Geest en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U’ (Lucas 10:21 - NBG-1951).

Liefde wordt zichtbaar in zachtmoedigheid. Juist hier wordt ook zichtbaar dat het groeien van de vrucht van de Geest in mensenlevens een proces is, een langdurig proces. Van Mozes wordt getuigd: ‘Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem’ (Numeri 12:3). Maar wat was er veel gebeurd (een Egyptenaar doodslaan, op een rots slaan) voordat het in zijn leven zover was gekomen. Jezus is bij uitstek de zachtmoedige: ‘Neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen’ (Matteüs 11:29).

 

 

5. De vrucht van de Geest: worden als Hij!

 

Het diepste verlangen van Gods Geest is dat Gods kinderen steeds meer gaan lijken op Gods Zoon. Daarom beweegt de Geest ons om de ogen van ons hart te openen en te kijken naar Jezus. Want als we naar Hem kijken gaan we op Hem lijken!

Dat is de bijbelse boodschap die klinkt in 2 Korintiërs 3:18: ‘Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.’ De luister van de Heer, dat is datgene waarin Jezus Christus indrukwekkend en aanstekelijk en liefdevol is. Zijn uitstraling mag steeds meer de onze worden. Daarvoor zet de Geest zich in. De werkwoorden kijken, kennen en koesteren wijzen ons hier de weg.

Kijk naar Jezus: onze ogen worden door van alles en nog wat afgeleid hier op aarde. Maar het gaat erom dat we zoeken wat boven is: ‘De harten omhoog - op Jezus Christus zien!’ Hebreeën 12:2: ‘Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis.’

Ken Jezus: verlang naar steeds meer en steeds diepere kennis van Gods Zoon en roep het uit met Paulus: ‘Het kennen van Christus Jezus, mijn Heer, overtreft immers alles.’ (Filippenzen 3:8). Ken zijn namen, zijn karaktertrekken, zijn woorden, zijn daden.

Koester Jezus: houd van Hem, door zijn liefde aangeraakt, met heel je hart. Geef zo antwoord op de vraag die Jezus ooit aan Petrus stelde: ‘Simon, zoon van Johannes, houd je van me?’ (Johannes 21:17).