Mediteren over de zondagse preek

Dissertatie bevat boeiende essays over preekproces

Door dr. P. Buitelaar

Het proefschrift van drs. J. R. Douma, gereformeerd vrijgemaakt predikant, is een studie in de vorm van essays over het preekproces, onder het gezichtspunt van de spiritualiteit en doordacht vanuit het meditatiebegrip.

De auteur heeft zich door drie motieven laten leiden. In de eerste plaats door de praktijk van de prediking. Veel hoorders hebben moeite met de preken die zij horen. Talloze predikers hebben problemen met de preekvoorbereiding, waarin volgens Douma het meditatieve onderbedeeld is. Het tweede motief is de toegenomen aandacht voor spiritualiteit en mystiek in een tijd van oppervlakkigheid en schraalheid. Als derde motief noemt hij de huidige stand van zaken in de homiletiek, waarin sprake is van een wending van de tekst-exegese naar de hoorders.

De ondertitel van deze studie, ”De meditatie en het preekproces”, omschrijft het door de scribent betreden studieveld. Dit terrein wordt in deel A opengelegd via vijf sleutelwoorden: homiletiek, spiritualiteit, meditatie, creativiteit en pneumatologie. Het middelste woord, meditatie, is het kernbegrip, zoals ook uit de ondertitel blijkt. Behandeld worden de christelijke meditatie in de loop van de geschiedenis, de contemplatief-psychologische benadering en de theologische benadering van de meditatie. De sleutelwoorden rond meditatie, namelijk spiritualiteit en creativiteit, geven de twee dimensies aan binnen de meditatie. Hij noemt de mystiek het hart van de spiritualiteit. De buitenste sleutelwoorden, homiletiek en pneumatologie, geven het kader van deze studie aan.

Onderlinge relaties
In het essay over homiletiek valt zijn kritiek op het explicatie-applicatieschema op. Kritiek die naar mijn oordeel voor een groot deel wegvalt wanneer beide componenten nauw op elkaar betrokken worden. Bij de behandeling van de pneumatologie krijgen Bohren, Van Ruler en Dingemans de nodige aandacht, soms kritisch, terwijl ook een aantal elementen van een gereformeerde pneumatologie wordt besproken.

In deel B van deze studie worden de vijf sleutelwoorden vooral in hun onderlinge relaties aan de orde gesteld. Hoewel de pneumatologie niet genoemd wordt in de titels van de acht essays, speelt zij een fundamentele rol in wat gezegd wordt over de spiritualiteit van de predikant en over de bevinding. Ook in de andere essays echter ontbreekt de pneumatologie niet. Alleen vraag ik mij af waarom de essays over spiritualiteit en over preek en bevinding niet meer op elkaar betrokken zijn.

Mijn persoonlijke belangstelling werd gewekt door het opstel over de kunst van het preken, waarin onder meer over taalvormen in de preek en over metaforisch preken wordt gesproken. Ik heb er twee vragen bij. Als je over taal spreekt, moet dan ook niet de kwestie van de verstaanbaarheid aan de orde komen? Daar ligt toch een van de problemen bij de overdracht? Mijn tweede vraag is: Is wat gezegd wordt over metaforisch preken wel doorzichtig genoeg voor de doorsnee prediker?

In deel C krijgen we antwoord op de vraag: Wat is de betekenis van de meditatie voor het preekproces? De theologische betekenis is dat het in de meditatie van de tekst gaat om een betrokken luisteren naar de Bijbel als Woord: God spreekt. De Geest draagt er zorg voor dat ons lezen en luisteren wordt tot woordgebeuren. De hermeneutische betekenis voor de preekvoorbereiding is dat vorm gegeven wordt aan de noodzaak van een toe-eigenende omgang met de Schrift. De spirituele betekenis is dat meditatie van het preekproces een geestelijke oefening maakt; de creatieve betekenis is dat de meditatie de bron wordt van creativiteit. Een creatieve preek is een preek met een verrassende, ontdekkende en vernieuwende taal, een preek die iets tot stand brengt bij de hoorders.

Homiletiek
De studie eindigt met zeven beelden van de Geest en zeven spirituele motieven, uitlopend op het liturgische loflied: Veni Creator Spiritus. Het gaat in deze dissertatie niet om een praktijkonderzoek, maar om een stuk theorievorming met het oog op de homiletische praktijk. Een uitgebreide literatuurlijst en dito notenapparaat zijn toegevoegd. Overigens had ik liever de noten onder aan de bladzijden gezien. Positief vind ik de brede aandacht voor de pneumatologie en de wijze waarop gepleit wordt voor het belang van de meditatie in het preekproces, al mis ik nu en dan een bijbelse onderbouwing. Graag had ik iets gelezen over de verhouding gebed-meditatie: biddend mediteren.

Enige kritiek heb ik op de wijdlopigheid van deze studie. Met wat meer bondigheid had de dissertatie aan kracht gewonnen. Mogelijk kan de auteur nog eens dieper ingaan op de wending van de tekst-exegese naar de hoorders en op de kwestie van de toeeigening. Voor een ieder die wekelijks zijn preken voorbereidt, is deze studie echter waard om bestudeerd te worden.