GENADE ERVAREN (6)
Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. (NBV)
Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs
genade op genade. (NBG)
Het is terug van weggeweest. Met z’n allen mogen we dan een
tijd hebben gedacht dat het weg was en ook steeds verder weg raakte. Maar sinds
kort wordt duidelijk dat dat een verkeerde voorstelling van zaken was. Het is
terug van weggeweest. Religie mag weer. Religie is weer terug op het toneel van
de samenleving! (Voor wie meer wil weten: lees het rapport van de
Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid met de titel: ‘Geloven in het
publieke domein’.)
En weet u: dat vind ik een uitermate positief bericht voor
iedere kerk die plannen heeft om weer contact te zoeken met de wereld om zich
heen. Wij sluiten vandaag als gemeente een jaar af waarin we voor het overgrote
deel in de Sacramentskerk hebben gekerkt, in de bossen, een beetje weg uit de
maatschappij. Maar in het nieuwe jaar, over een paar maanden. hopen we weer te
gaan kerken in de stad, in de vernieuwde Fonteinkerk. En er zijn verlangens en
plannen om als gemeente daadwerkelijk iets te gaan betekenen voor de
samenleving. We willen contact maken met de buurt, met de duizenden die
dagelijks ons kerkgebouw passeren. En als we mochten denken dat dat een
hopeloze zaak wordt, dan is dit het nieuws: ze zitten op ons te wachten!
Een voorbeeld: twee weken geleden was ik op zaterdagmorgen
even in de Kunstuitleen, schuin tegenover de kerk, in het pand van het Dolhuys.
Ik raakte in gesprek met een vrouw die daar werkte, en ik vertelde dat ik van
de Fonteinkerk was die verbouwd wordt. ‘O ja’,
zei ze, ‘het wordt erg mooi, zag ik.’ Ik vertelde dat er plannen zijn om
als kerk een bijdrage te leveren aan het creëren van binding in de buurt,
bijvoorbeeld door een stiltecentrum. ‘Dat zou mooi zijn’, zei ze, ‘want als we
tussen de middag pauzeren, dan zou dat een mooie plek zijn om even binnen te
lopen.’ En ze zei nog wat, want de Kunstuitleen is een project in het kader van
geestelijke gezondheidszorg: mensen die psychische moeiten hebben gehad worden
geholpen om hun plek weer te vinden in de maatschappij, onder andere door bezig
te zijn met schilderen. Dit was wat ze zei: ‘We willen ook iets gaan doen met
religie, dus misschien kunnen jullie wat voor ons betekenen.’
Lieve mensen, als we als kerk de mogelijkheden willen zien,
en als we ze opzoeken, zullen we merken dat ze voor het oprapen liggen!
Nu weet ik wel dat religie niet meteen hetzelfde is als
geloven in Jezus Christus als de Verlosser en Heer van je leven. Religie valt
ook niet samen met ‘genade ervaren.’ Maar ik geloof dat iedereen die op zoek is
naar meer religie in zijn of haar leven een kans moet krijgen om te ontdekken
dat de genade van Jezus Christus hét meest mooie antwoord is op alle onvervulde
verlangens die er leven in mensenharten.
En dat is wat we als
gemeente van Jezus Christus mogen doen in onze directe omgeving: genade
uitdelen. Genade uitdelen dat is: iemand anders zonder vooroordeel benaderen.
Genade uitdelen dat is: een helpende hand bieden zonder er iets voor terug te
verwachten. Genade uitdelen is: aanwezig zijn voor de ander met de liefde van
Christus in je hart. En weet u: de kerk is de enige gemeenschap in deze wereld
waar alles draait om genade!
***
Deze preek is de laatste in een serie van zes. In de eerste
preek ben ik begonnen met een citaat van de godsdienstsocioloog Erik Sengers:
‘kerken moeten zich weer zelfbewuster opstellen op de markt van religie en
spiritualiteit en zich helder en eenduidig concentreren op de kern van hun
identiteit, dat is: op genade.’
Ik heb u in die preek ook uitgedaagd: ‘Wilt u voor de
komende weken even van de vooronderstelling uitgaan dat u nog niet half weet
wat genade is en wilt u van daaruit mee gaan op een ontdekkingstocht?’ Ik hoop
dat u meegekomen bent en nieuwe ontdekkingen hebt gedaan rondom genade.
En afgelopen Kerst heb ik daar nog dit over gezegd: ‘Wij
mogen ons laten meenemen in een machtige beweging vanuit God en zijn Geest
(missio Dei) waarin we een visie verspreiden voor de allesomvattende en
allesovertreffende heerlijkheid van de Eniggeboren Zoon van God!’
Een machtige beweging vanuit God, waarin wij ons mogen laten
meenemen, ieder op onze eigen plek en op onze eigen manier. En het mooie is nu
dat we dat machtig grote Verhaal over de glorie van Christus mogen leren
verbinden met de kleine verhalen van genade. Want elk klein verhaal van genade
is een teken van het grote verhaal van Gods koninkrijk en van de heerlijkheid
van Christus. Een paar voorbeelden van kleine verhalen, zo uit de bijbel, maar
ook zo herkenbaar:
-
David die zegt in Psalm 51 en put uit eigen ervaring: Het
offer voor God is een gebroken geest; een gebroken en verbrijzeld hart zult u,
God, niet verachten.
-
Paulus die vertelt in 2 Korintiërs 12 en daarbij put uit
eigen ervaring: Ik laat mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de
kracht van Christus in mij zichtbaar wordt. Want in mijn zwakheid ben ik sterk.
-
Paulus die getuigt van het evangelie in zijn eigen leven
(Romeinen 6:14): Wij staan niet onder de wet, wij leven onder de genade.
En de Psalmen, vooral de Psalmen, vertellen van die kleine
genade-verhalen die stuk voor stuk verwijzen naar het grote verhaal van de
heerlijkheid van Christus:
-
Psalm 32:5: Toen beleed ik u mijn zonde, en ik dekte mijn
schuld niet toe, ik zie: ík beken de Heer mijn ontrouw’ - en u vergaf mij mijn
zonde, mijn schuld. Gods vergevende genade!
-
Psalm 147:3: Hij geneest wie gebroken zijn en verzorgt
hun diepe wonden. Gods genezende genade!
-
Psalm 107:13-14: Ze schreeuwden in hun angst tot de Heer:
hij heeft hen gered uit vele gevaren en brak hun boeien aan stukken. Gods bevrijdende
genade!
Elk kleine verhaal van genade is een teken van het grote
verhaal van Gods koninkrijk en de heerlijkheid van Christus. Dat grote verhaal
van die machtige beweging van God uit naar de wereld toe. Willen we deel
uitmaken van die beweging? Willen we ons laten meenemen door zijn Geest? Zien
we dat dit de beweging is waarin God van ons bewogen mensen wil maken die
uitreiken naar de ander?
En dan zijn we ook bij wat de kern is voor deze laatste
preek in de serie over ‘Genade ervaren’. Namelijk deze vraag: Hoe overvloedig
is die genade nu eigenlijk? Valt er wel wat uit te delen? Of is het allemaal
maar minimaal, een klein begin, nauwelijks genoeg voor onszelf, en moeten we al
blij zijn als we zelf een klein beetje leren leven van genade?
Dit is het evangelie: Er is genoeg voor de hele wereld! Er
is een overvloed aan genade! God is niet zuinig! Hij deelt niet mondjesmaat
uit. Hij is een God van overvloedige genade! En hoe meer we de genade ontvangen
(GENADE) en met elkaar delen (GEMEENSCHAP), hoe meer we ernaar gaan verlangen
die genade uit te delen (GETUIGENIS).
***
Johannes 1 vers 16: ‘Uit zijn overvloed zijn wij allen met
goedheid overstelpt’ (NBV). ‘Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen
zelfs genade op genade’ (NBG).
Overvloed! Volheid. We kijken weer naar die waterval en dat
woord genade. Genade op genade. Het staat voor de overweldigende overvloed van
genade. In het Woord dat mens werd. Daar stuiten we weer op dat paradoxale: dat
het menselijke zo goddelijk is, dat het intieme zo verheven is, dat het zwakke
zo krachtig is, dat het kleine zo groot is.
In Jezus komt het samen. We hebben het gevierd met Kerst. En
we hebben leren zien dat genade misschien wel het meest gezichtsbepalende facet
van de glorie van Christus is: overweldigend en overvloedig. En ook Johannes is
nu niet zuinig met zijn woorden.
‘Wij allen’ zegt hij. Hij bedoelt niet alleen zichzelf en de
andere leerlingen van Jezus, maar alle christenen die meelezen in zijn
evangelie, want voor hen schrijft hij het allemaal op. Voor elke christen geldt
dit: ‘Immers uit zijn volheid hebben wij állen ontvangen.’ We hébben ontvangen.
Er staat niet dat we het zullen ontvangen of dat we het hopen te ontvangen,
later, eens, ooit. Nee, we hébben het ontvangen, het ís er, want Jezus ís er.
En als we met Hem verbonden zijn door geloof, dan hébben we volop genade
ontvangen.
Die volheid en die overvloed, dat zijn misschien wat
abstracte begrippen, maar ze verwijzen terug naar vers 14: ‘Het Woord is mens
geworden en heeft bij ons gewoond, vól van goedheid en waarheid’. Het gaat dus
niet om een beetje goedheid en een beetje waarheid, een beetje genade, maar
over vólheid, óvervloed. Het is niet een dun straaltje kraanwater waar je een
klein koffiekopje bij moet houden om het op te vangen, maar het is een machtige
waterval waardoor je overspoeld wordt!
Nu doet er zich in dit bijbelvers wel een kleine moeite
voor. Voor de uitdrukking ‘genade op genade’, die nu vertaald is met dat woord
overstelpen (‘wij zijn met zijn goedheid overstelpt’) - daarvoor staat
eigenlijk ‘genade voor genade’, of ‘genade in plaats van genade’. Dat zou ook
kunnen betekenen dat de ene genade nu, met de komst van Jezus, plaats maakt
voor een andere genade. Vers 17 ligt ook een beetje in die lijn. Daar wordt
gezegd dat de wet door Mózes is gegeven en dat de genade met Jézus is gekomen.
Iets vrijer vertaald: de ene vorm van genade, namelijk die van de geschreven
wet (want ook de wet van God onder het ouder verbond was een vorm van genade)
maakt nu plaats voor een andere vorm van genade, namelijk die van een levende
Persoon, Jezus, vol genade en waarheid. Dat is mooi, en het is ook waar: God
was ook al in het Oude Testament een door en door genadige God. Overvloedige
genade, heel het Oude Testament door.
Je ziet het ook al heel mooi in Psalm 103 wat we gelezen
hebben. Naast Psalm 51, 32, 147, 107 - ze hebben allemaal een plek gehad in
deze serie - wil ik tenslotte ook Psalm 103 aanreiken als Psalm van genade.
Sterker nog: in Psalm 103 vers 3 en 4 zie je de drieslag uit de voorgaande
preken terug:
Hij vergeeft u alle schuld:
vergeving van zonden.
Hij geneest al uw kwalen: genezing van wonden.
Hij redt uw leven van het graf: bevrijding van bonden.
Want, vers 8: Liefdevol en genádig is de Heer!
En direct na vers 3 en 4 vers 5:
Hij overláádt u met schoonheid en geluk,
uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar!
En als je heel de Psalm op je in laat werken, dan kom je
steeds weer de overvloed, de volheid tegen:
-
álle schuld vergeven (3)
-
ál uw kwalen genezen (3)
-
hij overláádt u met schoonheid en geluk (5)
-
zijn gróótse daden (6)
-
zoals de hóge hemel (11)
-
Zo vér het oosten is van het westen (13)
-
trouw van eeúwigheid tot eeúwigheid (17)
-
als koning heerst hij over álles (19)
En dan het slot (vers 22)
Prijs de Heer, al zijn schepselen,
prijs hem, overal in zijn rijk.
Prijs de Heer, mijn ziel!
-
Johannes 10: 11: ‘Ik ben gekomen om het leven te geven in al
zijn volheid.’
-
Efeziërs 2:7: ‘Zo zal hij, in de eeuwen die komen, laten zien
hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed hij voor ons is door
Christus Jezus.’
-
Efeziërs 3:8: ‘Mij, de allerminste van alle heiligen, is de
genade geschonken om de heidenen de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus
te verkondigen’
-
Efeziërs 1:7-8: ‘In hem zijn wij door zijn bloed verlost en
zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade die God ons in overvloed
heeft geschonken.’
-
Romeinen 5:15: ‘Door de overtreding van één mens moesten
alle mensen sterven, maar de genade die God aan alle mensen schenkt door
die ene mens, Jezus Christus, is veel overvloediger.’
-
1 Timoteüs 1:14: ‘Onze Heer heeft mij zijn genade in
overvloed geschonken, evenals het geloof en de liefde die we in Christus
Jezus bezitten.’
-
2 Petrus 1:2: ‘Genade zij u en vrede, in overvloed,
door de kennis van God en van Jezus, onze Heer.’
***
Ik wil tenslotte nog
iets zeggen over de drieslag waarmee we in onze gemeente werken als
aanduiding van de kern van kerk-zijn: Genade (verbondenheid met God),
Gemeenschap (verbondenheid met elkaar), Getuigenis (verbondenheid met de
samenleving). Dat zijn geen drie losse begrippen. Genade is het hoofdwoord.
Daar begint alles. Wij zijn geroepen, en dat is dus geen vrijblijvende zaak,
het is onze roeping om te leven uit genade.
1. Genade: Jezus’ genade ontvangen
Alles begint bij de genade. Dat is Gods gulle goedheid voor
mensen die met Hem hadden gebroken, voor mensen die van Hem vervreemd zijn en
die zijn nabijheid ontberen. Deze genade is persoonlijk voor mensen die
kwetsbaar en gekwetst zijn (want dat mag juist in de kerk): ze is voor ons
persoonlijk bedoeld, en ze komt naar ons toe in de Persoon van Jezus Christus.
Deze genade is ook - en dat was de kern van deze preek - overvloedig! God geeft
gul aan iedereen die wil ontvangen. Daar begint alles. Daar begint ook de
ervaring van de gemeenschap.
2. Gemeenschap: Jezus’ genade delen
Want de geloofsgemeenschap rondom Jezus Christus bestaat bij
de gratie van de genade. Die bestaat niet bij de gratie van gelijkgestemde
zielen, bij de gratie van de afwezigheid van meningsverschillen en al helemaal
niet bij de gratie van de bevrediging van mijn hoogst-individuele wensen. Gemeenschap,
ware verbondenheid in de gemeente, gaat groeien waar we allemaal persoonlijk
leren leven van genade. De genade die ons leert zeggen: in mijn zwakheid wordt
de kracht van Christus zichtbaar. De genade die ons leert om kwetsbaar te zijn
en om niet onszelf maar Jezus centraal te stellen, Jezus in zijn dienstbaarheid
en zijn onvoorwaardelijke liefde. Deze genade delen met elkaar in gesprekken,
in het elkaar dienen, het elkaar opvangen, daar gaat het om in de gemeenschap.
En daar begint ook het getuigenis.
3. Getuigenis: Jezus’ genade uitdelen
Bij getuigenis denken we vaak nog vooral aan spreken over
het evangelie, langs de deuren gaan met foldertjes, ons op de markt installeren
achter een kraampje. Als deze evangelisatievormen al gewerkt hebben, dan is die
tijd nu definitief voorbij. Getuigenis is vooral dit: dat we genade uitdelen.
Dat we uit de overvloed van genade die we persoonlijk ontvangen hebben en die
we in de gemeente met elkaar delen het contact zoeken met de mensen om ons heen
en met de samenleving zoals die gestalte krijgt in de buurt. Getuigen dat is
genade uitdelen: even aandacht voor de straatkrantverkoper, je buren helpen bij
een klusje, een vriendelijk en bemoedigend woord voor een collega op je werk,
samen als kerk de buurt rond de kerk een beetje schoonhouden, er daadwerkelijk
zijn voor mensen die op zoek zijn naar zin. En dat allemaal zonder
bekeringsdrift: wij mogen er zijn voor anderen, zoals Jezus er was voor
anderen, in al zijn overvloed: niets was Hem teveel, Hij offerde zelfs zichzelf.
Ik hoop van harte dat deze woorden waar zijn in uw leven:
Uit zijn overvloed zijn wij allen met genade overstelpt.
Niets maakt meer missionair dan het ervaren van deze
overvloedige genade.
Vader in de hemel, we zijn U intens dankbaar dat we U hebben
leren kennen als een genadige God. U vergeeft alle schuld. U geneest alle
kwalen. U redt ons leven van het graf. U kroont ons met trouw en liefde. U
overlaadt ons met schoonheid en geluk! Zo’n God bent U. Heer, we hebben het
gezien in uw Zoon in wie we het nog dagelijks zien: Hij is uw heerlijkheid. EN
we vragen U: geef dat Hij steeds meer ook onze heerlijkheid en glorie mag
worden. Leer ons om zijn overvloedige genade te ontvangen. om die met elkaar te
delen in de gemeente, in kwetsbaarheid en liefdevolle aanvaarding, en geeft U
door uw Geest dat zo het verlangen vorm krijgt om uw overvloedige genade ook
uit te delen. Here God, neem ons mee in uw machtige beweging waarin uw
Koninkrijk zichtbaar wordt en de heerlijkheid van Jezus Christus. Amen.