GENADE ERVAREN (6)

Wij ontvangen zelfs genade op genade

Over de overvloed van genade

 

Preek over Johannes 1 vers 16

 

 

 

Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. (NBV)

 

Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade. (NBG)

 

 

 

Het is terug van weggeweest. Met z’n allen mogen we dan een tijd hebben gedacht dat het weg was en ook steeds verder weg raakte. Maar sinds kort wordt duidelijk dat dat een verkeerde voorstelling van zaken was. Het is terug van weggeweest. Religie mag weer. Religie is weer terug op het toneel van de samenleving! (Voor wie meer wil weten: lees het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid met de titel: ‘Geloven in het publieke domein’.)

 

En weet u: dat vind ik een uitermate positief bericht voor iedere kerk die plannen heeft om weer contact te zoeken met de wereld om zich heen. Wij sluiten vandaag als gemeente een jaar af waarin we voor het overgrote deel in de Sacramentskerk hebben gekerkt, in de bossen, een beetje weg uit de maatschappij. Maar in het nieuwe jaar, over een paar maanden. hopen we weer te gaan kerken in de stad, in de vernieuwde Fonteinkerk. En er zijn verlangens en plannen om als gemeente daadwerkelijk iets te gaan betekenen voor de samenleving. We willen contact maken met de buurt, met de duizenden die dagelijks ons kerkgebouw passeren. En als we mochten denken dat dat een hopeloze zaak wordt, dan is dit het nieuws: ze zitten op ons te wachten!

 

Een voorbeeld: twee weken geleden was ik op zaterdagmorgen even in de Kunstuitleen, schuin tegenover de kerk, in het pand van het Dolhuys. Ik raakte in gesprek met een vrouw die daar werkte, en ik vertelde dat ik van de Fonteinkerk was die verbouwd wordt. ‘O ja’,  zei ze, ‘het wordt erg mooi, zag ik.’ Ik vertelde dat er plannen zijn om als kerk een bijdrage te leveren aan het creëren van binding in de buurt, bijvoorbeeld door een stiltecentrum. ‘Dat zou mooi zijn’, zei ze, ‘want als we tussen de middag pauzeren, dan zou dat een mooie plek zijn om even binnen te lopen.’ En ze zei nog wat, want de Kunstuitleen is een project in het kader van geestelijke gezondheidszorg: mensen die psychische moeiten hebben gehad worden geholpen om hun plek weer te vinden in de maatschappij, onder andere door bezig te zijn met schilderen. Dit was wat ze zei: ‘We willen ook iets gaan doen met religie, dus misschien kunnen jullie wat voor ons betekenen.’

 

Lieve mensen, als we als kerk de mogelijkheden willen zien, en als we ze opzoeken, zullen we merken dat ze voor het oprapen liggen!

 

Nu weet ik wel dat religie niet meteen hetzelfde is als geloven in Jezus Christus als de Verlosser en Heer van je leven. Religie valt ook niet samen met ‘genade ervaren.’ Maar ik geloof dat iedereen die op zoek is naar meer religie in zijn of haar leven een kans moet krijgen om te ontdekken dat de genade van Jezus Christus hét meest mooie antwoord is op alle onvervulde verlangens die er leven in mensenharten.

 

En dat is wat we als  gemeente van Jezus Christus mogen doen in onze directe omgeving: genade uitdelen. Genade uitdelen dat is: iemand anders zonder vooroordeel benaderen. Genade uitdelen dat is: een helpende hand bieden zonder er iets voor terug te verwachten. Genade uitdelen is: aanwezig zijn voor de ander met de liefde van Christus in je hart. En weet u: de kerk is de enige gemeenschap in deze wereld waar alles draait om genade!

 

***

 

Deze preek is de laatste in een serie van zes. In de eerste preek ben ik begonnen met een citaat van de godsdienstsocioloog Erik Sengers: ‘kerken moeten zich weer zelfbewuster opstellen op de markt van religie en spiritualiteit en zich helder en eenduidig concentreren op de kern van hun identiteit, dat is: op genade.’

 

Ik heb u in die preek ook uitgedaagd: ‘Wilt u voor de komende weken even van de vooronderstelling uitgaan dat u nog niet half weet wat genade is en wilt u van daaruit mee gaan op een ontdekkingstocht?’ Ik hoop dat u meegekomen bent en nieuwe ontdekkingen hebt gedaan rondom genade.

 

En afgelopen Kerst heb ik daar nog dit over gezegd: ‘Wij mogen ons laten meenemen in een machtige beweging vanuit God en zijn Geest (missio Dei) waarin we een visie verspreiden voor de allesomvattende en allesovertreffende heerlijkheid van de Eniggeboren Zoon van God!’

 

Een machtige beweging vanuit God, waarin wij ons mogen laten meenemen, ieder op onze eigen plek en op onze eigen manier. En het mooie is nu dat we dat machtig grote Verhaal over de glorie van Christus mogen leren verbinden met de kleine verhalen van genade. Want elk klein verhaal van genade is een teken van het grote verhaal van Gods koninkrijk en van de heerlijkheid van Christus. Een paar voorbeelden van kleine verhalen, zo uit de bijbel, maar ook zo herkenbaar:

-          David die zegt in Psalm 51 en put uit eigen ervaring: Het offer voor God is een gebroken geest; een gebroken en verbrijzeld hart zult u, God, niet verachten.

-          Paulus die vertelt in 2 Korintiërs 12 en daarbij put uit eigen ervaring: Ik laat mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar wordt. Want in mijn zwakheid ben ik sterk.

-          Paulus die getuigt van het evangelie in zijn eigen leven (Romeinen 6:14): Wij staan niet onder de wet, wij leven onder de genade.

 

En de Psalmen, vooral de Psalmen, vertellen van die kleine genade-verhalen die stuk voor stuk verwijzen naar het grote verhaal van de heerlijkheid van Christus:

-          Psalm 32:5: Toen beleed ik u mijn zonde, en ik dekte mijn schuld niet toe, ik zie: ík beken de Heer mijn ontrouw’ - en u vergaf mij mijn zonde, mijn schuld. Gods vergevende genade!

-          Psalm 147:3: Hij geneest wie gebroken zijn en verzorgt hun diepe wonden. Gods genezende genade!

-          Psalm 107:13-14: Ze schreeuwden in hun angst tot de Heer: hij heeft hen gered uit vele gevaren en brak hun boeien aan stukken. Gods bevrijdende genade!

 

Elk kleine verhaal van genade is een teken van het grote verhaal van Gods koninkrijk en de heerlijkheid van Christus. Dat grote verhaal van die machtige beweging van God uit naar de wereld toe. Willen we deel uitmaken van die beweging? Willen we ons laten meenemen door zijn Geest? Zien we dat dit de beweging is waarin God van ons bewogen mensen wil maken die uitreiken naar de ander?

 

En dan zijn we ook bij wat de kern is voor deze laatste preek in de serie over ‘Genade ervaren’. Namelijk deze vraag: Hoe overvloedig is die genade nu eigenlijk? Valt er wel wat uit te delen? Of is het allemaal maar minimaal, een klein begin, nauwelijks genoeg voor onszelf, en moeten we al blij zijn als we zelf een klein beetje leren leven van genade?

 

Dit is het evangelie: Er is genoeg voor de hele wereld! Er is een overvloed aan genade! God is niet zuinig! Hij deelt niet mondjesmaat uit. Hij is een God van overvloedige genade! En hoe meer we de genade ontvangen (GENADE) en met elkaar delen (GEMEENSCHAP), hoe meer we ernaar gaan verlangen die genade uit te delen (GETUIGENIS).

 

***

 

Johannes 1 vers 16: ‘Uit zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt’ (NBV). ‘Immers uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen zelfs genade op genade’ (NBG).

 

Overvloed! Volheid. We kijken weer naar die waterval en dat woord genade. Genade op genade. Het staat voor de overweldigende overvloed van genade. In het Woord dat mens werd. Daar stuiten we weer op dat paradoxale: dat het menselijke zo goddelijk is, dat het intieme zo verheven is, dat het zwakke zo krachtig is, dat het kleine zo groot is.

 

In Jezus komt het samen. We hebben het gevierd met Kerst. En we hebben leren zien dat genade misschien wel het meest gezichtsbepalende facet van de glorie van Christus is: overweldigend en overvloedig. En ook Johannes is nu niet zuinig met zijn woorden.

 

‘Wij allen’ zegt hij. Hij bedoelt niet alleen zichzelf en de andere leerlingen van Jezus, maar alle christenen die meelezen in zijn evangelie, want voor hen schrijft hij het allemaal op. Voor elke christen geldt dit: ‘Immers uit zijn volheid hebben wij állen ontvangen.’ We hébben ontvangen. Er staat niet dat we het zullen ontvangen of dat we het hopen te ontvangen, later, eens, ooit. Nee, we hébben het ontvangen, het ís er, want Jezus ís er. En als we met Hem verbonden zijn door geloof, dan hébben we volop genade ontvangen.

 

Die volheid en die overvloed, dat zijn misschien wat abstracte begrippen, maar ze verwijzen terug naar vers 14: ‘Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vól van goedheid en waarheid’. Het gaat dus niet om een beetje goedheid en een beetje waarheid, een beetje genade, maar over vólheid, óvervloed. Het is niet een dun straaltje kraanwater waar je een klein koffiekopje bij moet houden om het op te vangen, maar het is een machtige waterval waardoor je overspoeld wordt!

 

Nu doet er zich in dit bijbelvers wel een kleine moeite voor. Voor de uitdrukking ‘genade op genade’, die nu vertaald is met dat woord overstelpen (‘wij zijn met zijn goedheid overstelpt’) - daarvoor staat eigenlijk ‘genade voor genade’, of ‘genade in plaats van genade’. Dat zou ook kunnen betekenen dat de ene genade nu, met de komst van Jezus, plaats maakt voor een andere genade. Vers 17 ligt ook een beetje in die lijn. Daar wordt gezegd dat de wet door Mózes is gegeven en dat de genade met Jézus is gekomen. Iets vrijer vertaald: de ene vorm van genade, namelijk die van de geschreven wet (want ook de wet van God onder het ouder verbond was een vorm van genade) maakt nu plaats voor een andere vorm van genade, namelijk die van een levende Persoon, Jezus, vol genade en waarheid. Dat is mooi, en het is ook waar: God was ook al in het Oude Testament een door en door genadige God. Overvloedige genade, heel het Oude Testament door.

 

Je ziet het ook al heel mooi in Psalm 103 wat we gelezen hebben. Naast Psalm 51, 32, 147, 107 - ze hebben allemaal een plek gehad in deze serie - wil ik tenslotte ook Psalm 103 aanreiken als Psalm van genade. Sterker nog: in Psalm 103 vers 3 en 4 zie je de drieslag uit de voorgaande preken terug:

 

Hij vergeeft u alle schuld:  vergeving van zonden.

Hij geneest al uw kwalen: genezing van wonden.

Hij redt uw leven van het graf: bevrijding van bonden.

 

Want, vers 8: Liefdevol en genádig is de Heer!

 

En direct na vers 3 en 4 vers 5:

 

Hij overláádt u met schoonheid en geluk,

uw jeugd vernieuwt zich als een adelaar!

 

En als je heel de Psalm op je in laat werken, dan kom je steeds weer de overvloed, de volheid tegen:

-          álle schuld vergeven (3)

-          ál uw kwalen genezen (3)

-          hij overláádt u met schoonheid en geluk (5)

-          zijn gróótse daden (6)

-          zoals de hóge hemel (11)

-          Zo vér het oosten is van het westen (13)

-          trouw van eeúwigheid tot eeúwigheid (17)

-          als koning heerst hij over álles (19)

 

En dan het slot (vers 22)

 

Prijs de Heer, al zijn schepselen,

prijs hem, overal in zijn rijk.

Prijs de Heer, mijn ziel!

 

Ik zei net dat de uitdrukking ‘genade voor genade’ ook begrepen kon worden als ‘de ene genade voor de andere genade’. Een soort vervanging dus: wel anders maar niet per se meer. Maar dan zijn we wel die volheid kwijtgeraakt die speciaal bij Jezus hoort, alsof de genade van Jezus niet ook écht veel voller en overvloediger zou zijn dan de genade van de wet. Daarom ben ik ook blij met de vertaling: ‘Uit zijn overvloed zijn wij alleen met goedheid overstelpt.’ Zeker, de genade van het Oude Testament was al groot. Maar die van het Nieuwe Testament is groter, overvloediger, voller, overweldigender. Zilver is nu eenmaal geen goud.

 

Daarbij komt dat Johannes 1 vers 16 ook niet maar een eenzame tekst is, een zwerfsteen in het Nieuwe Testament dat verder wat gematigder zou zijn, ook vanwege de blijvende gebrokenheid van het bestaan met het erbij horende onvermogen om genade ter ervaren. Dat onvermogen, dat we zelf ook vaak voelen, kan ons gemakkelijk verleiden om genade dan maar kleiner te maken dan het werkelijk is. Maar aan die verleiding mogen we niet toegeven omdat we dan onze ervaring belangrijker maken dan Gods openbaring. Volheid en rijkdom en overvloed horen zo wezenlijk bij de genade, dat je dat steeds weer onder woorden ziet gebracht in het Nieuwe Testament. Een paar voorbeelden:

 

-          Johannes 10: 11: ‘Ik ben gekomen om het leven te geven in al zijn volheid.’

-          Efeziërs 2:7: ‘Zo zal hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed hij voor ons is door Christus Jezus.’

-          Efeziërs 3:8: ‘Mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade geschonken om de heidenen de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen’

-          Efeziërs 1:7-8: ‘In hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade die God ons in overvloed heeft geschonken.’

-          Romeinen 5:15: ‘Door de overtreding van één mens moesten alle mensen sterven, maar de genade die God aan alle mensen schenkt door die ene mens, Jezus Christus, is veel overvloediger.’

-          1 Timoteüs 1:14: ‘Onze Heer heeft mij zijn genade in overvloed geschonken, evenals het geloof en de liefde die we in Christus Jezus bezitten.’

-          2 Petrus 1:2: ‘Genade zij u en vrede, in overvloed, door de kennis van God en van Jezus, onze Heer.’

 

***

 

Ik wil tenslotte nog  iets zeggen over de drieslag waarmee we in onze gemeente werken als aanduiding van de kern van kerk-zijn: Genade (verbondenheid met God), Gemeenschap (verbondenheid met elkaar), Getuigenis (verbondenheid met de samenleving). Dat zijn geen drie losse begrippen. Genade is het hoofdwoord. Daar begint alles. Wij zijn geroepen, en dat is dus geen vrijblijvende zaak, het is onze roeping om te leven uit genade.

 

1. Genade: Jezus’ genade ontvangen

Alles begint bij de genade. Dat is Gods gulle goedheid voor mensen die met Hem hadden gebroken, voor mensen die van Hem vervreemd zijn en die zijn nabijheid ontberen. Deze genade is persoonlijk voor mensen die kwetsbaar en gekwetst zijn (want dat mag juist in de kerk): ze is voor ons persoonlijk bedoeld, en ze komt naar ons toe in de Persoon van Jezus Christus. Deze genade is ook - en dat was de kern van deze preek - overvloedig! God geeft gul aan iedereen die wil ontvangen. Daar begint alles. Daar begint ook de ervaring van de gemeenschap.

 

2. Gemeenschap: Jezus’ genade delen

Want de geloofsgemeenschap rondom Jezus Christus bestaat bij de gratie van de genade. Die bestaat niet bij de gratie van gelijkgestemde zielen, bij de gratie van de afwezigheid van meningsverschillen en al helemaal niet bij de gratie van de bevrediging van mijn hoogst-individuele wensen. Gemeenschap, ware verbondenheid in de gemeente, gaat groeien waar we allemaal persoonlijk leren leven van genade. De genade die ons leert zeggen: in mijn zwakheid wordt de kracht van Christus zichtbaar. De genade die ons leert om kwetsbaar te zijn en om niet onszelf maar Jezus centraal te stellen, Jezus in zijn dienstbaarheid en zijn onvoorwaardelijke liefde. Deze genade delen met elkaar in gesprekken, in het elkaar dienen, het elkaar opvangen, daar gaat het om in de gemeenschap. En daar begint ook het getuigenis.

 

3. Getuigenis: Jezus’ genade uitdelen

Bij getuigenis denken we vaak nog vooral aan spreken over het evangelie, langs de deuren gaan met foldertjes, ons op de markt installeren achter een kraampje. Als deze evangelisatievormen al gewerkt hebben, dan is die tijd nu definitief voorbij. Getuigenis is vooral dit: dat we genade uitdelen. Dat we uit de overvloed van genade die we persoonlijk ontvangen hebben en die we in de gemeente met elkaar delen het contact zoeken met de mensen om ons heen en met de samenleving zoals die gestalte krijgt in de buurt. Getuigen dat is genade uitdelen: even aandacht voor de straatkrantverkoper, je buren helpen bij een klusje, een vriendelijk en bemoedigend woord voor een collega op je werk, samen als kerk de buurt rond de kerk een beetje schoonhouden, er daadwerkelijk zijn voor mensen die op zoek zijn naar zin. En dat allemaal zonder bekeringsdrift: wij mogen er zijn voor anderen, zoals Jezus er was voor anderen, in al zijn overvloed: niets was Hem teveel, Hij offerde zelfs zichzelf.

 

Ik hoop van harte dat deze woorden waar zijn in uw leven:

 

Uit zijn overvloed zijn wij allen met genade overstelpt.

 

Niets maakt meer missionair dan het ervaren van deze overvloedige genade.

 

Vader in de hemel, we zijn U intens dankbaar dat we U hebben leren kennen als een genadige God. U vergeeft alle schuld. U geneest alle kwalen. U redt ons leven van het graf. U kroont ons met trouw en liefde. U overlaadt ons met schoonheid en geluk! Zo’n God bent U. Heer, we hebben het gezien in uw Zoon in wie we het nog dagelijks zien: Hij is uw heerlijkheid. EN we vragen U: geef dat Hij steeds meer ook onze heerlijkheid en glorie mag worden. Leer ons om zijn overvloedige genade te ontvangen. om die met elkaar te delen in de gemeente, in kwetsbaarheid en liefdevolle aanvaarding, en geeft U door uw Geest dat zo het verlangen vorm krijgt om uw overvloedige genade ook uit te delen. Here God, neem ons mee in uw machtige beweging waarin uw Koninkrijk zichtbaar wordt en de heerlijkheid van Jezus Christus. Amen.