Leven in verbondenheid: gespreksvragen


Hieronder staan bij elk hoofdstuk uit dit boek vragen en gesprekspunten geformuleerd. Ze hebben als doel het gesprek op gang te brengen: een persoonlijk gesprek dat hopelijk wordt gekleurd door een sfeer van groeiende verbondenheid. Dat gesprek kan plaats vinden in kleine groepen, in kerkenraden of tijdens bijvoorbeeld thema-avonden van de gemeente. Meer handreikingen voor het werken met dit boek zijn te vinden op: www.josdouma.nl/leveninverbondenheid.

[0] Verbondenheid: inleiding

1. Vertel iets jouw gedachten en gevoelens rond het woord 'verbondenheid'. Waar zie jij echte verbondenheid? Ervaar je het zelf ook?
2. Wat zijn volgens jou kenmerken van een authentiek menselijk, christelijk en kerkelijk leven?
3. Herken je wat er in dit hoofdstuk verwoord wordt met betrekking tot eenzijdige accenten in het 'verbondsdenken'? Of is jouw beleving juist heel anders?
4. Herken je het het gevaar van individualisme als mogelijke valkuil als er veel gesproken wordt over een 'persoonlijke relatie met Jezus'?
5. Praat samen door over Filippenzen 3:7-9 en Kolossenzen 2:2-3. Hoe centraal staat Christus in jouw geloofsleven? Welke rol speelt Hij?

[1] Drie-enige verbondenheid

1. Wat roep het thema van de Drie-eenheid van God bij jou op?
2. Laat de in dit hoofdstuk genoemde bijbelteksten rond de Drie-eenheid op je inwerken en praat er samen over door.
3. 'Gods genade glanst en schittert aan alle kanten!' Geef daar samen al sprekend eens verder invulling aan.
4. Wat betekent voor jou de gedachte dat we alleen door een levende verbondenheid met Jezus Christus God en zijn genade kunnen kennen en ervaren?
5. Alle echte verbondenheid tussen christenen begint bij de verbondenheid die er is in de drie-enige God. Hoe kunnen we samen aangesloten blijven op die Bron?

[2] De zegen van het nieuwe verbond

1. Wat roep het spreken over 'het verbond' bij jou op aan gedachten en gevoelens?
2. Welke kenmerken van Gods verbond met zijn kinderen zijn volgens jou het belangrijkst?
3. Omschrijf met elkaar wat het verschil is tussen de plaats van de wet in het oude verbond en in het nieuwe verbond.
4. Met welke woorden zou je de grotere rijkdom van het nieuwe verbond ten opzichte van het oude verbond willen omschrijven?
5. Welke rol speelt de heilige Geest in jouw leven?

[3] De kracht van Christus

1. Lees samen Openbaring 4 en 5 en raak onder de indruk van alles wat daar beschreven wordt. Wat raakt je het meest?
2. Wat zijn jouw associaties bij een leeuw en bij een lam?
3. Welke deugden, woorden en daden van Jezus als Leeuw of als Lam spreken je het meest aan?
4. Praat samen door over wat Jezus tegen Paulus zegt: 'Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.'
5. Welke eigenschappen zouden de pastorale zorg in de gemeente en het bezig zijn met gemeenteopbouw moeten hebben, als dit werk Leeuw-achtige én Lam-achtige trekken moet vertonen?

[4] Verkeerd verbonden

1. Waar kom jij het woord verbondenheid tegen in het dagelijkse leven of in het dagelijkse nieuws?
2. Herken je dat genade niet alleen vergeving, maar ook genezing en bevrijding brengt?
3. Bedenk samen meer uitings-vormen van wat in dit hoofdstuk peseudo-verbondenheid wordt genoemd.
4. Bespreek samen een aantal gedachten of gedachtepatronen die ware verbondenheid in de weg staan. Herken je ook dat de duivel, als de vader van de leugen, hier aan het werk is?
5. Hoe kan er in de gemeente in de pastorale zorg aandacht zijn voor de bevrijdende kracht van de genade als het gaat om verkeerde gedachtepatronen die tot onechte verbondenheid leiden?

[5] Strijden om elkaars ziel

1. Heb jij wel eens een broeder of zuster vermaand? Hoe deed je dat? En hoe werd er gereageerd?
2. Herken je het gevaar van moralisme als het gaat om vermaan binnen de gemeente?
3. Praat hier samen over door: pastorale zorg is er uiteindelijk op gericht dat Christus gestalte krijgt in de ander. Wat stel je je daar bij voor: Christus die gestalte in je krijgt?
4. Bespreek de drie elementen die Larry Crabb noemt van de hulp die God door ons heen wil bieden in het veranderingsproces. Begrijp je de drie elementen? Wat ervaar je als anders als je het verglijkt met hoe vermaan meestal vorm krijgt?
5. 'Jij bent Gods geliefde kind!' Dat is het belangrijkste wat we in ons leven kunnen horen. Is die boodschap in jouw leven geland? Heb je het wel eens tegen een ander gezegd?

[6] Verbondenheid in het huwelijk

1. Wat is volgens jou het grootste gevaar dat tegenwoordig veel huwelijken bedreigt?
2. De beste bescherming tegen huwelijksmoeiten is een levende verbondenheid met en toewijding aan Christus. Ben je het met deze stelling eens?
3. Bespreek met elkaar de verschillen tussen geestelijke verbondenheid, zielsverbondenheid en lichamelijke verbondenheid. Ben je het ermee eens dat geestelijke verbondenheid is meest essentieel is voor een christelijk huwelijk?
4. Hoe kunnen we elkaar in de gemeente helpen om te bouwen aan onze huwelijken?
5. Wat betekent het voor het huwelijk dat het een afspiegeling is van de verhouding tussen Christus en zijn gemeente (Efeziërs 5:31-32)?

[7] In Christus verbonden

1. Geloof je dat een gemeente alleen levend kan zijn door Christus? Hoe is dat in de gemeente waar jij van lid bent? Staat Christus centraal in alles?
2. Vind je het hebben van een heldere visie als gemeente waardevol? Heeft de gemeente waar je lid van bent een visie?
3. Wat vind je van de visie-fomuleringen die je in het schema in dit hoofdstuk vindt?
4. Praat samen door over het eigene van genade, gemeenschap en getuigenis. Bespreek daarbij hoe de liefde steeds leidend is.
5. Omschrijf samen hoe een gemeente eruitziet het 'in Christus verbonden' zijn echt werkelijkheid is geworden. Hoe zien de erediensten, de onderlinge zorg en de missionaire gerichtheid in zo'n gemeente eruit?

[8] De taal van Gods liefde

1. Liefde is het belangrijkste kenmerk van de gemeente van Christus. Ben je het daarmee eens? Of zou je toch iets anders noemen (bijvoorbeeld: waarheid of eenheid)?
2. Vorm je samen een beeld van de verschillen tussen filia-liefde, eros-liefde en agapè-liefde. Wat zijn de verschillen?
3. Praat samen door over deze uitspraak: je kunt pas echt liefhebben als je ervaart dat je een geliefd kind van de Vader bent.
4. Welke van de vijf liefdestalen past het meest bij jou (welke spreek je het liefst en welke ontvang je het liefst)?
5. Bespreek bij elke liefdestaal hoe de gemeente waarvan je lid ben daar concreet in zou kunnen groeien.

[9] Het gaat om mensen

1. Herken je in onze maatschappij de nod van individualisme en onverbondenheid? Hoe vormen die een kans voor de kerken?
2. Lees samen aandachtig het getuigenis van Maarten. Wat valt je op? Wat raakt je?
3. 'Het gaat om mensen!' Bespreek samen de alinea's waarin deze gedachte wordt uitgewerkt. Wat is vooral herkenbaar?
4 .Wat vind je van de gedachte om verbondenheid te kiezen als kernthema voor missionair kerk-zijn in de 21e eeuw?
5. 'Ik geloof dat God bezig is nieuw leven te blazen in kerken.' Deel je dit geloof? Of zie je iets anders?