Zondagavond 7 april 2013 Plantagekerk 19.00 uur

ds. Jos Douma

 

·         Welkom en mededelingen

Lied van de zondag (Hans Werkman; melodie: Psalm 8)

 

1. Op zondag kijk ik door gekleurde ramen.

Ruimte voor God en ruimte voor ons samen!

Het licht valt binnen uit de hoge lucht

en hult ons in Gods stil en goed gerucht.

 

2. Dag van de Heer, de eerste dag der dagen.

Ik luister naar hem en ik stel mijn vragen.

Ik breng mijn hoop en onrust in zijn huis.

Hij wijst mijn hart een rustplaats bij hem thuis.

3. Dag van het Woord, dag van het samen bidden,

dag van de hoge stilte in ons midden,

de stilte in mijn hoofd en in mijn hand,

dag dat ik adem schep en God ontvang.

4. Geen dag van regels maar een dag van rusten,

want ik ben moe, ik ben een schuldbewuste

en leg voor Jezus, opgestane Heer,

de kwade last van mijn geweten neer.

5. Geen strenge dag van laten en verbieden.

Dag van de zon en dag van Jezus’ liefde.

Geen lege dag en niet genadeloos,

een dag vol van Gods aandacht die ons koos.

6. Dag die zich uitstrekt over alle dagen

van hoop en vrees, geluk en tegenslagen.

Dag van genezing, dag van het begin,

dag van bevrijding: Christus overwint.

 

 

Een bloemlezing van uitspraken van Jezus over het koninkrijk van God

 

·         ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. - Matteüs 5:3

 

·         Als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan. - Matteüs 5:20

 

·         Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. - Matteüs 6:33

 

·         Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. - Matteüs 7:21

 

·         Elk koninkrijk dat innerlijk verdeeld is wordt verwoest, en geen enkele stad of gemeenschap die innerlijk verdeeld is zal standhouden. Als Satan Satan uitdrijft, keert hij zich tegen zichzelf. Hoe kan zijn koninkrijk dan standhouden? En als ik inderdaad door Beëlzebul demonen uitdrijf, door wie drijven uw eigen mensen ze dan uit? Zij zullen dan ook uw rechters zijn! Maar als ik door de Geest van God demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God bij jullie gekomen. - Matteüs 12:25-28

 

·         Het koninkrijk van de hemel lijkt op een zaadje van de mosterdplant dat iemand meenam en in zijn akker zaaide. Het is weliswaar het kleinste van alle zaden, maar het groeit uit tot de grootste onder de planten. Het wordt een struik, en de vogels van de hemel komen nestelen in de takken. - Matteüs 13:31-32

 

·         Iedere schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden, lijkt op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt. - Matteüs 13:52

 

·         ‘Laat de kinderen ongemoeid, belet ze niet bij mij te komen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij. - Matteüs 19:14

 

·         Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan. - Matteüs 19:24

 

·         Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen. - Matteüs 24:14

 

·         Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.  Niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. - Johannes 3:3,5

 

Psalm 145:1,2,3

1

Mijn God en Koning, aller vorsten Heer,

ik zing verheugd uw heilge naam ter eer.

Uw naam zo groot en vol van majesteit

zal ik verheffen tot in eeuwigheid.

Van dag tot dag zal ik U eer bewijzen.

De HEER is groot en Hij is zeer te prijzen.

Zijn grootheid gaat het scherpst verstand te boven.

Laat elk geslacht zijn werk en almacht loven.

 

2

Ik zal, o HEER, die ik mijn Koning noem,

verkondigen uw majesteit en roem,

uw wonderdaden die U hebt volbracht,

de luister van uw heerlijkheid en macht.

Met juichend hart zal ieder uw vermogen,

uw goedheid en gerechtigheid verhogen.

Ik zal mijn stem met aller lofzang paren

en overal uw grootheid openbaren.

 

3

Genadig is de HEER in wat Hij doet,

lankmoedig en voor heel zijn schepping goed.

Uw werken prijzen, HEER, uw majesteit,

uw gunstgenoten uw barmhartigheid.

Uw volk zal, HEER, uw grootheid altijd loven.

Niets gaat uw heerlijk koningschap te boven.

Uw koningschap zal alle eeuwen duren,

uw heerschappij het nageslacht besturen.

 

Gereformeerd kerkboek Gezang 38:1,2,3,4

 

Zoek eerst het koninkrijk van God

en zijn gerechtigheid

en dit alles krijgt u bovendien.

Hallelu, halleluja.

Halleluja, halleluja,

halleluja, halleluja.

 

2

Men kan niet leven van brood alleen,

maar van ieder woord,

dat door de Heer gesproken wordt.

Hallelu, halleluja.

Halleluja, halleluja,

halleluja, halleluja.

 

3

Bidt en u zal gegeven zijn.

Zoekt en gij zult het zien.

Klopt en de deur zal voor u opengaan.

Hallelu, halleluja.

Halleluja, halleluja,

halleluja, halleluja.

 

4

Waar twee of drie zijn vergaderd in Mijn Naam,

daar ben Ik ook in hun midden,

en wat zij vragen, zal Ik voor hen doen.

Hallelu, halleluja.

Halleluja, halleluja.

Halleluja, hallelu- halleluja.

 

Gereformeerd kerkboek Gezang 118:2,3

 

2

De Heer regeert, zijn koninkrijk staat vast,

zijn heerschappij omvat de loop der tijden

Zijn sterke hand, die nooit heeft misgetast,

blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden

De adem van zijn lippen overmant

de tegenstand.

 

3

De Heilge Geest, die in de waarheid leidt,

doet aan zijn kerk Gods heilgeheimen weten

Die nimmer van haar wijkt in eeuwigheid,

heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten.

Zo bouwt Hij Christus' kerk van land tot land

met vaste hand.

 

Liedboek Gezang 114:1,2,3

 

1

Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen,

een nieuwe aarde ontstond

om het geheim des levens te beseffen,

niet meer in zee gegrond.

Ik zag een stad verblindend naderkomen,

een middelpunt van feest,

Jeruzalem, zoals het in Gods dromen

van ouds moet zijn geweest.

 

2

Jeruzalem is als een bruid getreden

voor God in wit en goud

en in haar held're ogen staat een vrede

door niemand ooit aanschouwd.

Een stem roept in het rond: nu gaat beginnen,

de koninklijke tijd,

de koning zal de koningin beminnen

die Hem is toegewijd.

 

3

De Koning die zijn troon heeft in den hoge,

houdt bij de mensen hof

en alle tranen zal Hij van hun ogen

afwissen tot zijn lof.

Er zal geen rouw, er zal geen dood meer wezen,

nergens verdriet meer zijn,

de eerste dingen werden uitgewezen,

voorbij ging alle pijn.