Des stervlings zaligst goed

 

Kerst is een feest voor stervelingen. Vaak trekken we op het Kerstfeest onze mooie kleren aan. En dat is prima. Want het is ook feest. Maar ik moet niet vergeten dat er onder dat feestkleed een sterveling woont. De sterveling van Psalm 103: 'zijn dagen zijn als het gras, als een bloem des velds, zo bloeit hij'. De sterveling van de Romeinenbrief: 'ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde.'

Kerstfeest is een feest voor zondaars. Voor mensen die vanwege hun zonde stervelingen zijn geworden.

- -

Christus werd ook sterveling. Eén van ons. 'Het Woord is vlees geworden.' Elke Advent raakt me dat weer dieper. Christus werd zo ongelooflijk mens. Wat een vernedering. De grote God werd een klein kind. De Eeuwige werd sterfelijk. De Sterke een zwakkeling. In de hemel omringd door engelen die Hem dienden, op aarde door mensen die geen raad met Hem wisten. In de hemel wonend in het licht, op aarde in de duisternis. In de hemel was het een en al heiligheid, op aarde heerste de zonde.

'Het Woord is vlees geworden.' Eén van ons. Ik kan er eigenlijk niet bij, dat Christus dat gedaan heeft. Dat Christus Zichzelf dat aangedaan heeft. Ik zal het pas begrijpen als ik dit begrijp: 'Ik ben niet gekomen om me te laten dienen, maar om te dienen en mijn leven te geven als een losprijs voor velen.' Wie wil dat nou? Wie doet dat nou? Christus dus.

- -

En zó is Christus het zaligst goed. Ik weet het, dat klinkt nogal ouderwets: 'zaligst goed'. Wat eigentijdser zou ik het zo zeggen: Hij is mijn hoogste geluk. Hij is mijn kostbaarste schat. Hij is mijn ultiemste verrukking. Want het is zo buitengewoon ongelooflijk dat Christus een sterveling werd, Eén van ons, om ons terug te brengen bij de Ene: de levende God.

Christus is mijn Schat.
Christus is mijn Zaligmaker.
Christus is mijn Alles.
Christus is mijn Kerstfeest.

- -

Gods Sterveling, Hij is mijn Licht dat schijnt in mijn Adventsdonker. Van donker paars naar hemels wit. Dat is de weg van Advent naar Kerst. En ik weet dat er een licht is dat nog helderder schijnt. Nog stralender en nog oogverblinderder. Het is het licht van de Paasmorgen. Als Gods gestorven Sterveling de dood overwint. En de zonde.

Kerst en Pasen vallen voor mij op één dag. De dag van de Zon der gerechtigheid. De dag van de blinkende Morgenster. En in opperste verrukking roep ik het uit (roept u mee):

Ik zal niet sterven,
ik zal leven!

- -

'Christus Jezus, mijn Morgenster, mijn Zon, mijn Licht, mijn Zaligst Goed, mijn Opperste Verrukking, mijn Verlosser en Zaligmaker, geprezen zij uw Naam. Amen.'