Ga in uw binnenkamer

 

Er is een verhaal waarin een man vertelt dat hij altijd naar een open plek in het bos gaat om tot God te bidden. ‘Waarom doe je dat’, vraagt iemand hem, ‘God is toch overal?’ De man antwoord: ‘God is wel overal bij mij, maar ik ben niet overal bij God.’

- -

Bidden is: bij God zijn. Jezus leert ons om voor dat bidden een aparte plek te zoeken. Een plaats waar je alleen bent, waar je rust vindt, waar geen mens je ziet. Een tijdstip waarop alles even wegvalt, een moment om tot jezelf te komen. Nee, niet tot jezelf: een moment om tot God te komen.

Waar vind je zo’n plek? Waar vind je zo’n moment? Het leven jaagt maar door. Overal lawaai en drukte. Nergens echte ruimte om op adem te komen.

- -

Jezus zegt: ‘Ga in uw binnenkamer.’ Zelf vond Hij zijn binnenkamer op de berg, bij het vallen van de avond. Weg van de mensen. Weg van de drukte. Weg van alles wat altijd maar doorgaat.

‘Zoek zo’n binnenkamer’, zegt Hij die weten kan wat nodig is voor een mens.

Een binnenkamer. Dat is een aan God gewijde plek. Een stukje heilige grond om de schoenen van je voeten te doen. Een plek in huis, apart ingericht om te bidden en te mediteren: een stoel, een knielbankje, een opengeslagen bijbel. Maar ook: de bank in de woonkamer, de keukenstoel, de auto op de parkeerplaats, de wachtruimte van het station, de open plek in het bos, je bed als je de slaap niet vatten kunt

Elke plek kan een heilige plek worden. Op elk moment van de dag. Of van de nacht. Als je maar stil bent, van binnen, om te luisteren naar Gods Stem.

Er brandt geen braamstruik in die binnenkamer. Wel brandt er het vuur van de Geest, het vuur van verlangen om bij God te zijn, het vuur dat wakkert voor het Woord.

- -

Zalig wie een binnenkamer heeft. Hij zal God zien.

 

En toen Hij de scharen weggezonden had, ging Hij de berg op om in eenzaamheid te bidden.Bij het vallen van de avond was Hij daar alleen.
(Matteüs 14:23)

Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene.
(Matteüs 6:6)

Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop gij staat, is heilige grond.
(Exodus 3:5)