Heer, leer ons bidden

 

In de school van het gebed raak je nooit uitgeleerd. Dat maakt de vraag van Jezus’ discipelen duidelijk: ‘Heer, leer ons bidden.’

Hun hele leven hadden ze al gebeden. Maar het bidden van Jezus maakte een verlangen in hen wakker naar meer. Een verlangen naar iets diepers en echters. Een verlangen naar het gebed dat werkelijk verandert. Een verlangen naar een bidden dat je leven in nieuw licht zet. En dat bidden leert Jezus je.

- -

Soms zeggen we wel eens: ‘Nood leert bidden.’ Maar dat is niet waar. Nood leert niet bidden.

Nood leert je (hooguit) dat je je leven niet zelf in de hand hebt. Nood leert je (misschien) een uitweg te zoeken bij God. Nood leert je (soms) je leven uit handen te geven. Dat leert nood. Maar lang niet iedereen.

Nood leert niet bidden. Jezus leert bidden.

En met de vraag ‘Leer ons bidden’ kun je maar op één plek terecht: bij de Here Jezus. ‘Heer, leer ons bidden.’

- -

Wie wil leren bidden moet dus leerling worden van Jezus. Aan zijn voeten gaan zitten. Zoals Maria deed. En luisteren. En zijn woorden indrinken als water dat je dorst lest. En je hart open zetten voor wat je hoort.

Leerling worden betekent: erkennen dat je er nog niet bent, je gearriveerdheid laten varen. Leerling worden betekent: openstaan voor iets nieuws, als een bloem die in de morgen het zonlicht zoekt. Leerling worden betekent: je omkeren naar Jezus en Hem in de ogen kijken. ‘Heer, leer ons bidden.’

- -

Wie wil leren bidden, kiest het goede deel. Want er zijn wel meer dingen die je wilt leren: voor jezelf opkomen, je tijd bewaken, er zijn voor anderen. Maar slechts één ding is nodig: bidden.

Bidden is de hartslag van je geest. Bidden is de adem van je leven.

‘Heer, leer ons bidden.’

 

En Maria zat aan de voeten van de Heer te luisteren naar zijn woord.>/i>
(Lukas 10:39)

En het geschiedde, terwijl Jezus ergens in gebed was, dat een van de discipelen, toen Hij ophield, tot Hem zei: ‘Heer, leer ons bidden.’
(Lukas 11:1)