Van
dichtbij preken
Over De Cursus Preken Met Passie
Door: Hans van Kampen
“Dat hadden ze me twintig jaar eerder moeten vertellen” is een vaak gehoorde reactie van deelnemers aan de driedaagse cursus Preken met Passie. Het gaat erom in deze cursus wanneer men preekt, dichtbij de tekst, dichtbij de hoorder en dichtbij jezelf te blijven of te komen. Men leert er om met ‘mindmapping’, een nieuwe notatietechniek, structuur aan een preek te geven en om die, zonder de volledig uitgeschreven tekst, uit te spreken. Maar de belangrijkste boodschap, zegt de cursusleiding, is: preek met je hart. Eredienstvaardig sprak met de leiding, met een paar deelnemers en met enkele universitaire docenten.
Ron van der Spoel, voor 70% predikant van een jonge gecombineerde gemeente (PKN, Christelijke Gereformeerd, Nederlands Gereformeerd) in Vathorst, een grote uitbreidingswijk bij Amersfoort, is de initiatiefnemer en een van de cursusleiders. Daarnaast is hij directeur van het bureau Speech and Communication B.V., voor adviezen en training op het gebied van mondelinge communicatie (“het is zó goed dat een predikant nog een zelfstandige nevenfunctie heeft”). Spurgeon is een inspiratiebron voor hem en daarvoor onderhoudt hij contacten met het Calvin College in Grand Rapids (VS) en het Spurgeon College in Londen. Van der Spoel ontwikkelde deze cursus in samenwerking met Margreet Bos, die een carrière achter de rug heeft als trainer-coach bij organisatie- en adviesbureaus, de overheid en een IT-bedrijf. Zij is gecertificeerd trainer en sinds kort zelfstandig werkzaam met haar eigen bureau Parallel Training en Advies voor (bedrijfs)trainingen en coaching. Verlangen naar de verkondiging in een heldere preek , zodat ze ook niet-christelijke vrienden naar de kerk mee zou kunnen nemen, motiveerden haar mee te werken met haar toenmalige plaatsgenoot van der Spoel. Een derde medewerker is Wouter Klaassen, een theaterdocent, die de fysieke aspecten van het spreken behandelt.
Uit alle hoeken
De eerste cursussen (1) werden in 2002 gehouden en het aantal groeide naar vijf per jaar. De cursus is in hoge mate interactief, daarom wordt het aantal deelnemers beperkt tot 12 à 14. Alles was steeds volgeboekt en er is zelfs een wachtlijstje. De bijeenkomsten worden gehouden in Hydepark (Driebergen) en De Bron (Dalfsen). Er wordt een bijdrage gevraagd van € 325,- voor het verblijf van woensdagmorgen tot vrijdagmiddag2. De ongeveer 250 voorgangers die tot nu toe de trainingen volgden komen uit alle hoeken van de kerken. Midden PKN, reformatorisch, evangelisch, rooms-katholiek (tot en met een moeder-overste). Predikanten, maar ook anders opgeleide voorgangers, net afgestudeerden tot een 64- jarige dominee, komen in grote harmonie samen met één gemeenschappelijke wens: beter preken. De cursus gaat niet uit van een kerkgenootschap of een universiteit. De cursus maakt sinds kort wel deel uit van het studieprogramma van de priesteropleiding van het bisdom Utrecht en wordt daar, maar ook elders, op uitnodiging gegeven. De leiding van de cursus is afkomstig uit de gereformeerde gezindte. Dat blijkt ook uit de voorbeelden en het oefenpakket (‘Jezus staat centraal in onze exegese’), maar de gedoceerde methodiek staat daar geheel los van en is zonder meer te gebruiken in andere situaties, zelfs seculiere. Van der Spoel merkt op dat in ons universitaire onderwijs een algemene en brede exegese wordt gedoceerd, die niet direct gericht is op de preekopbouw. In de Amerikaanse opleidingen ziet hij een veel meer doelgerichte exegese onderwezen, geïntegreerd met de andere studievakken, minder filosofisch/dogmatisch en niet geïsoleerd van de andere disciplines.
Bemediteren
Volgens de hier gepropageerde methode beslaat het maken van een preek drie dagdelen.
1. Lezen, de tekst helder krijgen.
2. Preekopbouw maken (samenvatten in één zin) – de spanningsboog vaststellen; het resultaat is een zogenaamde ‘mindmap’.
3. De preek bemediteren, doorleven, bidden, vlees en bloed aanbrengen op het skelet.
De cursus heeft dit op de volgende manier vormgegeven:
· woensdagmorgen: voorstellen – je verwachtingen noemen – een deel van je laatste preek voorlezen.
· woensdagmiddag: voordracht van Van der Spoel over preekopbouw: wat is de bóódschap (de koffiezin), wat doet die boodschap jou zelf?.
· woensdagavond: valkuilen in de communicatie van een predikant en zijn/haar gehoor – de techniek van mindmapping – schets mindmap maken.
· donderdagmorgen: hoe bouw je een preek waar de hoorder goed naar kan luisteren? – taalgebruik – het maken van de definitieve mindmap (preekschets).
· donderdagmiddag: in eenzaamheid ‘het bos in’ – bemediteren van de preek – het ontvangen van vlees en bloed op het preekskelet.
· donderdagavond (Wouter Klaassen): de voordracht – houding – stemgebruik – ademhaling – emoties – oefenen met gebruik van video – persoonlijke adviezen.
· vrijdagmorgen: presentatie van de in de vorige dagen ontwikkelde preken – terugkoppeling en persoonlijke tips.
De cursus vraagt persoonlijke inzet en betrokkenheid en is verre van ontspannend, maar daarom effectief en zeer doelgericht. De tweehoofdige leiding lijkt mij een verstandige keus. Spreken over je manier van preken ligt erg gevoelig. Het helpt als je dat doet met iemand die ‘een van ons’ is. De andere docent kan dan de rol van hoorder op zich nemen en vanuit dat perspectief terugkoppeling geven.
Ervaringen
De oud-cursisten die ik benaderde voor een nabeschouwing waren eensluidend in hun lof voor de cursus zelf: hij is goed, helder, heeft een duidelijk plan, is open voor andere geloofsdiversiteiten, gedegen, ‘Ik vind het een noodzakelijke aanvulling op het wetenschappelijk onderwijs: het ambacht van het preken leren’. ‘De cursus kent een goede theoretische onderbouwing, maar is in de uitwerking toch heel praktisch. Erg goed is ook dat naar lichaamshouding en stemgebruik gekeken wordt.’ ‘Goede homiletische lijn.’ “Ze hebben mij ervan overtuigd dat een uitgeschreven preek veel mist en een lezing wordt, en van het enorme belang van het oogcontact in de communicatie met de mensen.”
Gevraagd naar de invloed op zijn eigen manier van preken en de reacties van de omgeving, zei ds. Oostermann (Huizen): “De cursus heeft me veel meer structuur geboden in de preekopbouw, en verdere mogelijkheden gegeven om nog ´losser´, meer vrij van het papier te preken, natuurlijker te spreken. Men zegt: we merken het in de preekstijl, in de structuur van je verhaal. Het luistert prettiger, omdat het beter te volgen is.”
Erica Plomp-den Uijl (Streekgemeente Frieslands End): “Beïnvloed? Ja, ik ben me nog bewuster van het contact met de luisteraars en van de opbouw van mijn verhaal. Nee, ik blijf mijn preken uitschrijven. Dat is een bewuste keus. Ik stel hoge eisen aan zowel de taal als het verhaal. Men vindt wel dat ik vrijer geworden ben. Ik doe inderdaad meer alsof ik los van de tekst ben.”
Norbert Schnell (Rector priesteropleiding Aartsbisdom Utrecht en Pastor): ”Aan het begin van de cursus werd gezegd dat het met het preken nooit meer zou zijn, zoals het geweest is. Ik kan dat beamen. Mijn preekvoorbereiding en het preken zelf zijn totaal anders geworden. Door de gepresenteerde methode consequent te volgen heb ik nu veel meer tijd voor de inhoud. Het voorbereiden van de preken is daarbij een stuk meditatiever geworden. En daarmee ook leuker om te doen. De cursus gaf me precies het zetje dat ik nodig had: vrij spreken en vanuit het hart.”
Ds. Groot (Zeewolde): ”Ongeveer vier van de vijf preken houd ik sindsdien met een mind-map en de homiletische lijn die Ron van der Spoel aanreikte. Omdat je meer oogcontact hebt communiceert het anders, ja veel beter! De homiletische opbouw maakt dat er meer spanning in de preek zit en er concreet wordt toegewerkt naar één toepassing. Toen ik 2 jaar geleden van gemeente verwisselde moest men na mijn vertrek weer erg wennen aan ‘het lezen’ van de gastpredikanten.”
Ds. Kruijswijk Jansen (Baarn) is volledig om, vooral door de vele goede reacties uit de gemeente. “Ik volg nu mijn eigen gevoel en zit veel minder vast aan de bijbeltekst. Ik heb het idee dat ik de Bijbel beleefbaar kan maken, veel dichter bij het leven van de mensen kan brengen. De methode kost me wel meer tijd. Een preek kost nu 28% van mijn werkweek, maar het is wel een van je hoofdtaken. Je moet deze cursus niet meteen doen na je afstuderen. Eerst een paar jaar tekstuitleg oefenen. Die ervaring heb je nodig, maar dan: volg jezelf en houd oogcontact!”
Ten slotte zochten we ook de mening van enkele docenten homiletiek.
Dr. H.C. van der Meulen, docent homiletiek (Universiteit Utrecht): “De aandacht die we op de universiteit aan de homiletiek en in het bijzonder aan het maken en voordragen van de preek en aan communicatieve vaardigheden kunnen geven is niet groot. De opgenomen reacties onderstrepen, dat predikanten baat bij de cursus hebben. Ik ben blij, dat een van de cursisten zegt, dat ze haar preken blijft uitschrijven, maar wel veel vrijer is geworden, ‘los van de tekst’. Mindmapping is okay. Mijn ervaring tot nu toe is: van de tien predikanten die uit het hoofd preken moeten negen het vooral niet doen. Dan liever uitgeschreven én zo ingestudeerd, dat je los van het papier spreekt. Maar de wens is duidelijk: oogcontact, gebaren, mimiek, stemhoogte, stemvariatie, enz. zijn hoogst belangrijk. ‘Preken met je hart’ is vaker naar voren gebracht Het is wel eens goed, als men van de retorische gulden drie: logos, pathos en ethos zo de klemtoon op pathos legt, de valkuilen weet te benoemen en te leren onderscheiden. In de prediking zit een overtuigende dimensie. Wie ‘persuasion’ echter tot het één en al maakt, spreekt al spoedig dwingend, de hoorders dominerend en manipulerend. Pathos hoort met logos en ethos één team te vormen. Volgens Aristoteles is het ethos van de retor zelfs de belangrijkste van de drie. Ik hoop dat de cursus ook van deze andere zaken werk maakt.”
Dr. F. Stark, docent homiletiek (Vrije Universiteit Amsterdam): ”De beweging ‘Passie voor preken’ vormt een waardevolle aanvulling op de academische scholing. Het is winst en logisch dat men na een aantal jaren zich in de homiletiek laat bijscholen. De exegese in de opleiding is inderdaad niet specifiek gericht op de preekopbouw. Gelukkig niet, zou ik zeggen. Een theoloog is niet alleen prediker. Wel ontvangt iedere student een homiletische scholing, gericht op de methodiek van de preekvoorbereiding en – evaluatie. Maar de tijd daarvoor is zeer beperkt. De cursus heeft ook veel van de opleiding, zij het geconcentreerd en met de methodiek van de mindmapping. Dat de ‘performance’ van de preek daarbij ruim aandacht krijgt, juich ik toe. Veel predikanten denken te beperkt over hun communicatieve kwaliteiten en kansen. In die zin vult de cursus de opleiding aan met sterke nadruk op retorische en communicatieve technieken en methoden.
Eerherstel voor de retorica. Aarzeling heb ik wanneer ik lees dat Van der Spoel de methodiek ‘los’ ziet van de theologie, dat lijkt mij arbitrair. De keuze van communicatieve benaderingen is niet neutraal. Ik proef – misschien ten onrechte? – dat de cursus sterk gericht is op zogenaamd ‘overtuigende’ prediking en ik zet hierbij vanuit de homiletiek vraagtekens. Wij geven nu meer aandacht aan het oproepen van het eigen verhaal van de hoorders dan aan het overbrengen van een vooraf vastgestelde boodschap. Ik vraag me af of de hoorders principieel in de voorbereiding in beeld komen. Het is een voorwaarde dat de dominee dichtbij haarzelf, maar ook bij de hoorders, blijft. De belangrijkste verdienste van deze cursus lijkt me dat predikanten weer meer plezier in het preken krijgen, met positieve gevolgen voor de kwaliteit. Verder zijn de hoorders zelf kritisch genoeg om te constateren of het de vos of de herder is die de passie preekt.”
Prof. dr. E.R. Jonker, docent Praktische Theologie (Theologische Universiteit Kampen): “Een prima cursus. Dienstig aan de ontvankelijkheid voor het evangelie. Goed voor het zelfvertrouwen van predikanten. En dat, terwijl in onze cultuur de preek een aangevochten communicatiemiddel lijkt, een werkvorm voor ingewijden alleen. Toch heb ik vragen (zeker aan mezelf!). Ondanks alle broodnodige aandacht voor contact met het publiek, blijf ik worstelen met de inhoud en de relevantie van het evangelie voor mensen van nu. Ik verlies die strijd soms. Ook komt mij een dominee voor ogen die stotterend en hakkelend als Mozes mij in de ban had, omdat de inhoud raakte, terwijl de liturgie hard meewerkte aan die, althans met mij, gelukte communicatie. Woord en Geest deinzen kennelijk niet terug voor gestuntel. Perfecte vorm en performance zijn geen garantie voor authenticiteit en effectiviteit van de verkondiging, maar ook geen verhindering: God zegene de greep. Ik zou graag willen weten wat hoorders opvangen. En graag ook een cursus: passie voor het beluisteren van preken.”
H. van Kampen is lid van de redactie van Eredienstvaardig.
Mindmapping Deze notatietechniek, geïntroduceerd door de Engelsman Tony Buzan, is geschikt voor het structureren en samenvatten van informatie, voor het plannen en ideeën genereren, werkstukken en presentaties voorbereiden,rapporten schrijven en nog veel meer, en dus ook bij het maken van preken. Het claimt beter aan te sluiten bij de werking van het geheugen en onze hersenen dan traditionele technieken. Het idee is simpel: op één vel papier (de ‘mindmap’) wordt de eerste onderverdeling van een preek (rapport, plan, etc.), zeg maar de titels van de hoofdstukken, in een cirkel om de centrale titel heen geplaatst. de subonderdelen komen weer verder naar buiten, om die hoofdstukken heen gegroepeerd. Eventuele nog weer kleinere onderdelen of puntenlijstjes staan weer verder naar buiten.alles verbonden door harkjes, waaiers, zonnetjes, strepen, wat je maar wilt. Het gebruik van kleuren en toevoegen van tekeningetjes, cirkels, wolkjes is verre van verboden. Het is de bedoeling dat een uniek grafisch geheel gebouwd wordt van compacte tekstelementen. Het oog, en wat daarachter zit, weet hier snel de weg in te vinden, waardoor het geheel gemakkelijk je geestelijk eigendom wordt en bij presentaties zeer snel te raadplegen is. Het is meestal wel nuttig om de mindmap, die ontstaat in het creatieve deel van de preekvoorbereiding, om te zetten in een definitieve waardoor de ordening van de aanwezige elementen helderder kan worden gemaakt.
Bron: Eredienstvaardig