“En komt tot Hem, de levende steen, door de mensen wel
verworpen, maar bij God uitverkoren en kostbaar, en laat u ook zelf als levende
stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig
priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode
welgevallig zijn door Jezus Christus.”
Gemeente van Jezus Christus,
Een van de mooie dingen in de bijbel vind ik
dat er zoveel in beelden wordt gesproken. En dat er ook zoveel verschillende beelden
zijn. Zo wordt de kerk bijvoorbeeld genoemd: een lichaam met vele leden, Gods
huisgezin, tempel van de heilige Geest, pijler en fundament van de waarheid. En
Christus wordt aan ons voorgesteld met bijvoorbeeld al deze beelden: het Licht,
de Zon, de Afdruk van Gods wezen, het Brood, het Water, de Goede Herder, de
Deur.
Een van de allermooiste beelden vind ik die
van de Wijnstok en de ranken. Jezus zegt in Johannes 15: ‘Ik ben de Wijnstok, u
bent de ranken, wie in Mij blijft die draagt veel vrucht.’ Dat is een prachtig
beeld uit de natuur. En als we samen nadenken over gemeenteopbouw, dan zou het
goed zijn om het eens te hebben over: “Wijnstok-gemeenteopbouw”. Want we kunnen
gemakkelijk in een sfeer van doenerigheid terecht komen. Gemeenteopbouw, beleidsplannen,
nieuwe structuren, een vernieuwd organisatiemodel, het is maar zo iets
maakbaars. Maar gemeenteopbouw is in de naam van Jezus niet maakbaar. Werken
aan gemeenteopbouw moet altijd plaatsvinden volgens de principes van de
Wijnstok: begin altijd bij Christus, begin altijd bij zijn beloften, begin
altijd bij de verbondenheid met Gods Zoon door Gods Geest.
In veel kerken wordt er momenteel gewerkt met
een beleidsplan om het gemeenteopbouw-proces aan te sturen. Nu kan ik me bij
zo’n beleidsplan twee reacties voorstellen. Aan de ene kant zullen er
gemeenteleden zijn die zeggen: Het is allemaal maar papier, er zal toch wel
weer niks van terecht komen. Aan de andere kant zijn er misschien ook mensen
die denken: Er ligt een prima plan, de uitvoering ervan moet nu alleen nog even
goed gemanaged worden. Deze preek wil een handreiking bieden om een derde weg
te kiezen.
Ik vat de preek in twee zinnen samen. En
daarin proeven we een heel ander beeld dan dat van de Wijnstok. Dat is een
beeld uit de natuur. Het beeld uit 1 Petrus is om zo te zeggen een beeld uit de
cultuur, de wereld van de bouwkunst.
1. Komt tot de Levende Steen!
2. Laat u zelf als levende stenen gebruiken!
* * *
1. Komt tot de Levende Steen!
Het gaat vanmorgen dus over stenen. Ik
vermoed dat de meesten van u bij die stenen uit de brief van Petrus in eerste
instantie denken aan keurige rechte stenen. Bakstenen. Want daar worden bij ons
de meeste gebouwen van gemaakt (zie ook de stenen voor in de kerk...)
Ik heb over die stenen even wat informatie opgezocht.
En zo kwam ik tot de ontdekking dat zulke nette bakstenen onder ingewijden
‘strengpersstenen’ heten. Ze heten zo omdat de klei van zulke stenen eerst tot
een lange streng geperst worden en daarna worden ze onmiddellijk in
baksteenformaat gesneden. En zo krijg je dan stenen met een gladde, strakke en
regelmatige vorm.
Maar er bestaan ook zogenaamde
handvormstenen. En de naam zegt het al: dat zijn stenen die met de hand wordt
gevormd Tenminste, zo ging het vroeger. De vormer nam dan een hoeveelheid klei,
en gooide die in een houten bakje dat vooraf met zand was bestrooid. Daarna
drukte hij de klei aan, verwijderde de overtollige klei van de randen en
draaide de vorm om zodat de ongebakken steen uit de vorm gleed. Elke steen was
uniek. Zo kennen we dat ook wel uit de bijbel, dat er bijvoorbeeld van leem en
stro stenen werden gemaakt.
Daarnaast had je in de tijd van de bijbel ook
gebouwen die werden gemaakt van stenen uit een steengroeve. Een huis van
rotsblokken dus eigenlijk. En je kunt je voorstellen dat die stenen een nog
veel onregelmatiger vorm hadden dan handvormstenen.
* * *
Nu, als Petrus het dan heeft over stenen, dan
moeten we in die richting denken. Hij noemt Christus dus de Levende Steen. En
dat is eigenlijk een beetje raar, natuurlijk, want als er iets zo dood is als
een pier, dan is dat wel een steen. Maar het is beeldspraak, en beeldspraak,
dat klopt niet altijd precies. Christus wordt vooral de Levende Steen genoemd
omdat Hij dood is geweest en weer is opgestaan. Christus is de dode die weer
leeft in eeuwigheid. De Lévende Steen.
En Hij heet ook de Hoeksteen. En dat is een
heel belangrijke steen. Als je een huis moet bouwen van stenen die een
onregelmatige vorm hebben, dan moet je natuurlijk wel zorgen dat je in ieder
geval in de hoeken, als fundament, goed gevormde stenen hebt die de twee muren
netjes met elkaar verbinden. Nu, zo’n hoeksteen werd door de bouwvakkers uit de
tijd van de bijbel altijd heel zorgvuldig uitgekozen. Ze bekeken verschillende
stenen heel goed. ‘Zou dat een goede hoeksteen kunnen zijn?’ ‘Nee, dat is drie
keer niks. Die is niet bruikbaar.’ En dan gooiden ze die steen aan de kant, of
als die steen wat groter was, dan lieten ze die liggen waar die lag.
Dat beeld wordt nu toegepast op de Here
Jezus. Hij is een afgekeurde hoeksteen. Wat heb je nou aan zo Iemand? Zo’n
Zwakkeling? Die gekruisigd wordt? Die niet heerst maar dient? Die zichzelf
verloochent? Nee, aan zo iemand heb je niks, denken de mensen. En zo wordt de
Here Jezus verworpen. Afgekeurd. Deugt nergens voor.
Maar het is juist die afgekeurde steen die
God uitkiest om de Hoeksteen te worden. Wat in de ogen van mensen verwerpelijk
en nutteloos is, past in de architectuur van Gods Huis juist buitengewoon goed!
Deze Levende Steen, opgewekt uit de dood, is de Hoeksteen van Gods bouwwerk op
aarde.
Zo schrijft Paulus daar ook over in de brief
aan de Efeziërs hoofdstuk 2 vers 20 tot 22: ‘Jezus Christus is de Hoeksteen, in
Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de
Here; in Hem worden de gelovigen mee gebouwd tot een woonstede Gods in de
Geest.’
* * *
Gemeente zijn en gemeenteopbouw begint dus
bij de Hoeksteen. Christus. En daarom roept Petrus ons toe: Komt tot de Levende
Steen! Sluit je aan bij Christus. En dat is dus niet de meest voor de hand
liggende weg om te gaan. Want Christus is ook een steen des aanstoots en een
rots der ergernis. En talloze mensen stoten zich aan Hem. Wat moet je nou met
Christus, zo’n waardeloze steen!
Maar onze God in de hemel leert ons daar
anders naar kijken. Voor Hem is Christus uitverkoren en kostbaar. Je proeft in
die woorden de liefde van God voor zijn Zoon. We kijken Hem als het ware in het
hart. God kiest voor Christus. Dat wordt de Hoeksteen voor zijn gebouw op
aarde. Een kostbare steen met enorm veel draagkracht.
Maar dat straalt er niet direct vanaf.
Christus is de Gekruisigde. Gods kracht werd in die zwakheid zichtbaar. En je
moet dus leren om door die zwakheid heen te kijken. En dan merk je door de
Geest Gods kracht op. En dat is ook heel belangrijk als het gaat om
gemeenteopbouw.
Dat woord ‘gemeenteopbouw’, of ‘levende
gemeente zijn’ staat níet voor een succesverhaal, voor een gladde, gepolijste
kerk waar alles op rolletjes loopt. Kerk zijn, levende gemeente van Christus
zijn, staat altijd ook in het teken van dat kruis van Christus. En dat kruis
staat voor zelfverloochening, het staat voor dienstbaarheid, het staat voor de
minste willen zijn. Dat zijn kenmerken van een levende gemeente. Geen
succesverhaal, maar het verhaal van het kruis van Christus.
Maar dat is wel een heel krachtig verhaal.
Want in Christus is de dood overwonnen. Christus is gestorven voor de zonde. En
Christus deelt ook zijn Geest uit. En door Hem is het mogelijk om gehoor te
geven aan die oproep: Komt tot de Levende Steen! Sluit je aan bij Christus.
En die oproep klinkt hier in deze kerkdienst,
ook heel concreet voor u: voor u allemaal samen, en voor u ieder persoonlijk.
Komt tot de Levende Steen! Daar begint het mee. Het begint bij Jezus. Christus
Centraal. En dat betekent nog niet eens allereerst dat wij Christus centraal
moeten stellen: dat doet God Zelf. God Zelf stelt Christus centraal. Christus
is bij God uitverkoren en kostbaar.
Een tijd geleden stond er in de krant (ND) op
een artikel van een van de redacteuren. Een van zijn waarschuwingen was deze:
‘Wacht u voor de eenzijdigheid.’ ‘Het evangelie is veel te hoog en te breed en
te diep om zich op een stuivertje te laten samenvatten.’ ‘Er is een groot gevaar
dat christenen steeds weer bedreigt: dat ze van Gods Woord een ‘one
issue-evangelie’ maken: ‘Gods Geest werkt’, ‘Christus centraal’, ‘het kruis’,
‘de kerk’, ‘het verbond’, ‘Israël’, of wat men ook als item naar voren heeft
geschoven.’
Als ik eerlijk ben, dan schrik ik een beetje
als ik in dat rijtje ook zo zonder meer de naam van Christus zie staan.
Christus als één van de issues in het evangelie... Christus als item dat naar
voren wordt geschoven... Als het ware een trend...
Broeders en zusters, we hebben inderdaad geen
‘one issue-evangelie’. Nee! Maar we hebben wel een ‘One Person-evangelie’, een
evangelie waarin één Persoon centraal staat: en dat is Jezus Christus. En als
we dat ontdekken - als we Hem ontdekken als het centrum, dan valt alles op zijn
plaats, dan leren we God pas echt kennen. Als de Drie-enige, Vader, Zoon en
Geest. Dan leren we de kerk zien als lichaam van Christus. Dan leren we het
verbond lief te hebben omdat Jezus er de Middelaar van is die ons in een
persoonlijke relatie met de Vader brengt. Dan worden we stil aan de voet van
het kruis waar Hij stierf voor onze zonden. Dan krijgen we ook voor Israël als
het volk waaruit onze Heiland is geboren.
Christus is maar niet ‘one issue’ uit het
evangelie. Christus is het evangelie. Christus is het Evangelie in hoogst Eigen
Persoon. Christus is het Woord van God. In Christus vinden we Gods
onnaspeurlijke rijkdom.
Er wordt wel eens een soort tegenstelling
gemaakt tussen het Woord van God (en dan denken we al snel aan de bijbel) en
Christus. Maar wat is nu de essentie van het Woord van God? Dat is dit: dat God
spreekt en dat Hij zegt: Kijk naar mijn Zoon, hoort naar Hem, geloof in Hem,
komt tot Hem!
En zo luidt het Woord van God vanmorgen voor
u allemaal: Komt tot de Levende Steen. De Hoeksteen. Gods Lievelingssteen. Dat
is Christus: Gods Lievelingssteen. Zo kostbaar. Zo uitverkoren. Zo zorgvuldig
opgezocht en gegeven.
En dat is het begin van alle gemeenteopbouw.
Dat we komen tot Christus. Dat we bidden om de vervulling van Christus’
beloften: dat we één zijn, dat we liefdevol zijn, dat we elkaar dienen, dat we
elkaar bemoedigen, dat we een familie vormen, Gods familie op aarde.
* * *
2. Laat u zelf als levende stenen gebruiken!
En dan nu het tweede. De basis is gelegd: een
kostbare Hoeksteen. Maar dan gaat het ook nog verder. Want de Heilige Geest van
Christus wil ook ons opwekken tot levende stenen.
En daarom roept Petrus ons ook het volgende
toe: Laat u zelf als levende stenen gebruiken! Ja, leden van de gemeente van
Christus worden genoemd naar hun Heer. Zoals Christus Levende Steen heet, zo
mogen ook wij levende stenen heten. En zoals de Ene levende Steen door God is
uitverkoren, zo zijn ook wij als leden van de gemeente uit genade uitverkoren
door God om zijn gebouw op aarde te vormen. Uitgekozen dus om levende stenen te
zijn. En dat word je door je aan te sluiten bij de levende Hoeksteen. Als je
met die steen in aanraking komt, word je levend.
Hier in de kerk zitten dus allemaal levende
stenen. Tenminste als je Christus aanneemt als je Verlosser en als je je door
Hem laat leiden, dan ben je een levende steen. En er zitten een boel
verschillen tussen deze stenen. We zijn geen stenen met allemaal dezelfde
gladde, strakke en regelmatige vorm: strengpersstenen. Nee, we zijn
handvormstenen, allemaal uniek gemaakt door de Schepper. Allemaal met een eigen
karakter, met eigen mogelijkheden en onmogelijkheden.
Ja, en dan denkt u misschien wel: ‘er zitten
ook een paar stenen tussen die ik nooit had uitgekozen; ze lijken me
onbruikbaar; ze passen niet.’ Blijkbaar denkt de Here God daar anders over.
Iedereen in de gemeente, klein of groot, man of vrouw, jong of oud, wordt
geroepen om voor de bouw van Gods huis een levende steen te zijn. Elke steen is
er één! Dat moeten we in elk geval onthouden, willen we werkelijk levende
gemeente zijn: elke steen is er één!
Je hebt oude stenen, jonge stenen, kleine
stenen, grote stenen, de kleuren verschillen, de karakters van de stenen
verschillen. Maar wat voor steen je ook bent, door Gods genade mag je een
levende steen zijn. Elke steen is er één! En God wil je gebruiken voor de bouw
van zijn huis tot levende gemeente. Láát u gebruiken! Let erop dat het de Heer
van de kerk zelf is die dan aan het werk is, door u heen. Stel u beschikbaar.
‘Here, hier ben ik. Laat u maar zien wat ik in de naam van Jezus kan doen om te
bouwen aan het geestelijke huis.
Hoort u die oproep van vanuit het Woord van
God? Laat u zelf gebruiken als levende stenen!
* * *
En dan verschuift in vers 5 het beeld een
beetje en gaat Petrus spreken over een heilig priesterschap. Al die levende
stenen zijn heilige priesters. En de priester kennen we wel uit het Oude
Testament. Hij moet in de tempel offers brengen. Schuld-offers, zondoffers,
brandoffers. En als vervulling van al die offers heeft de Here Jezus Zichzelf
geofferd als de enige Hogepriester. En dan zegt de Catechismus in Zondag 12:
‘ik word christen genoemd om als priester mijzelf als een levend dankoffer aan
Hem te offeren.’ Zo zijn de levende stenen van Gods bouwwerk op aarde priesters
die zichzelf als levende dankoffers aan Christus offeren.
Ja, en bij het brengen van offers denken we
vaak aan iets wat we maar moeilijk vinden, waar we tegenop zien, waar we geen
plezier aan beleven. En dat is ook wel eens zo. Je steentje bijdragen aan de
gemeente dat vraagt ook om zelfverloochening, om kruisdragen. Logisch. Want wie
zich laat voegen naar de Levende Hoeksteen, zal ook op die Steen gaan lijken.
Wij zijn niet meer dan onze Heer! Als je achter een Gekruisigde aangaat, zul je
ook zelf moeten leren wat kruisdragen is. En je zult ook ontdekken wat je daar
een boel vreugde aan kunt beleven!
Want als je werkelijk op Jezus Christus gaat
lijken, dan zul je ook hoe langer hoe meer merken dat het brengen van levende
dankoffers iets is waarvan je gaat genieten. Christus wilde ook niets liever
dan Zichzelf geven, dan Zichzelf offeren voor Gods kinderen. Dat was wel
moeilijk (denk aan het gebeuren in Getsémané), maar tegelijk wilde Hij het ook
graag. ‘Het is mijn spijze te doen de wil van Hem die Mij gezonden heeft.’
In de navolging van Christus, door de kracht
van zijn Geest kan dat werkelijkheid worden in je leven. Dat je je met plezier
laat gebruiken als levende steen voor de bouw van Gods huis.
* * *
Ik wil het tenslotte nog wat concreter maken.
Laat u gebruiken als levende stenen. Straks na de dienst wordt er een u
allemaal een kaart gegeven, met op de voorkant hetzelfde beeld als op het
beleidsplan dat we afgelopen donderdag besproken hebben. Op de achterzijde
staat dit: ‘Ik wil me laten gebruiken als levende steen! Ik doe dat door...:’.
En dan kunt u invullen wat uw bijdrage is aan het gemeentezijn. Hoe u zich wilt
laten gebruiken als levende steen voor de bouw van een geestelijk huis. U hoeft
dat kaartje vervolgens niet in te leveren of zo. Het gaat om een (vernieuwde)
persoonlijke toewijding voor Gods aangezicht: ‘Here, door middel van deze taak
wil ik me als levende steen laten gebruiken voor de bouw van uw huis!’
Ik geef even een paar voorbeelden van wat u
zou kunnen opschrijven:
1. Ik wil intensiever voor de gemeente
bidden: dat we mogen groeien in Genade, Gemeenschap en Getuigenis.
2. Ik wil als ambtsdrager ook werkelijk doen wat er in het beleidsplan staat,
speciaal dat wat aan mij is toegewezen.
3. Ik wil me inzetten voor de kinderen van de kerk, dat ze Jezus leren kennen
door de dingen die we in de kinderbijbelclub doen.
4. Ik wil regelmatig een bezoekje brengen bij die oudere broeder of zuster bij
mij in de buurt.
5. Ik wil samen met anderen praten over contacten op mijn werk en in mijn buurt
met mensen die Christus nog niet kennen en dat ga ik organiseren.
6. Ik wil vaker aan anderen iets vertellen over hoe ik mijn geloof beleef.
7. Ik wil veel energie steken in en inspiratie ontvangen uit de kleine groep
waarvan ik deel uitmaak.
8. Ik wil een goed boek over bidden lezen en daar met anderen over praten.
9. Ik wil steeds meer ontdekken wat het betekent om Christus Centraal te
stellen in mijn leven en in de gemeente.
Schrijf dat nu eens op. Niet in een sfeer van
doenerigheid: er moet wat gebeuren! Maar is de sfeer van gebed en verlangen:
‘Here, u wilt ook door mij heen uw gemeente bouwen. Laat me zien hoe U dat wilt
doen.’ Dat is concreet! We kunnen niet de kerk verlaten vandaag en zeggen: ‘dat
was mooi om weer te horen: dat gelovigen levende stenen worden genoemd in de
bijbel.’ Wees niet alleen hoorders maar ook daders van het Woord!
Nog één keer: Komt tot de Levende Steen, Gods
Lievelingssteen! Daar begint alles. Oftewel: Blijft in Mij! (Johannes 15). En
laat u gebruiken als levende stenen - in de handen van de Geest! En u zult veel
vrucht dragen! We zullen als gemeente veel vrucht dragen!!
Laten we bidden...
Liturgie
Psalm 127
Psalm 15:1
Tien Woorden
Psalm 15:4
Gebed: verootmoediging, vergeving, vernieuwing
Schriftlezing: 1 Petrus 2:1-10
Psalm 118:8,10
Preek over 1 Petrus 2:4-5
Gebed
Lied 320 (staande)
Voorbeden
Collecte
Gezang 27:1,2,4,5,6,9