Gemeente van de levende Heer,
Wat is het geheim van de navolging van Jezus? Daar
gaat het vanmiddag in de preek over. En op die vraag wil ik drie antwoorden
geven:
1. Dat Jezus je kiest
2. Dat Jezus je roept
3. Dat Jezus je verandert
* * *
Wat doet Jezus daar eigenlijk, bij het meer van
Galilea? En nu moet u weten dat die naam Galilea niet zo'n goede klank heeft.
Het is ergens in het hoge Noorden van Israël, ver weg van het centrum,
Jeruzalem waar zich het echte leven afspeelt. Jezus is in Galilea, ook wel
'Galilea der heidenen' genoemd. Je zou zo zeggen: wat heeft Jezus daar nu te
zoeken? Hij is erop uit om leerlingen te vinden. Dan kan Hij toch beter terecht
in Jeruzalem? Zo tussen de Schriftgeleerden en Farizeeën. Daar lopen heel wat
pientere mannen tussen.
Maar doet Jezus dus niet. En er is nog iets
opmerkelijks: de rabbi's in die tijd wachtten meestal af tot er zich leerlingen
aanmeldden. Ze hingen hooguit nog eens ergens een postertje op: 'Leerlingen
gezocht! Meld je bij rabbi Ben Jozef. Inschrijfformulieren beschikbaar.' Of
iets dergelijks. En dan maar wachten tot er leerlingen komen.
Maar Jezus gaat zelf op pad. Hij wacht niet tot er mensen
zijn die een keuze maken en zich bij hem inschrijven als leerling-discipel. Hij
kiest zelf zijn leerlingen uit. En Hij doet dat op een plek waar we het niet
zouden verwachten. In die verre provincie: Galilea. En Hij kiest, op zijn eigen
initiatief, mensen uit waar je het niet van zou verwachten. Heel gewone mensen.
Vissers.
Het is eigenlijk hetzelfde als met Abram. Daar is het
ook zo overduidelijk dat God het initiatief neemt. Er is geen enkele reden
waarom God nu uitgerekend Abram zou moeten uitkiezen. Abram is niet beter of
slechter dan andere mensen. En het is al helemaal niet zo dat Abram
solliciteerde om geroepen te worden. Zo van: 'Here, U wilt iemand roepen,
misschien zou U eens aan mij kunnen denken.' Nee. God kiest hem uit omdat God
dat wil. Niet omdat Abram zoveel te bieden heeft aan God. Nee, God heeft juist
ongelooflijk veel te bieden aan Abram.
En zo loopt Jezus daar langs het meer van Galilea. Hij
ziet twee mannen een net in zee werpen. 'Want zij waren vissers', staat er dan
zo nuchter. 'Want zij waren vissers.' En dan nog een keer: Wat doet Jezus daar
nu eigenlijk, zo in Galilea? Waarom loopt Hij niet rond in Jeruzalem? Daar
heeft Hij toch veel meer keus? Dat is het godsdienstige centrum van Israël.
Daar zitten de potentiële geestelijke leiders. Maar Jezus' wegen zijn niet onze
wegen. Jezus kiest mensen uit waar wij niet zo gauw aan gedacht zouden hebben.
Jonge mannen die van het vissen hun dagelijks werk hebben gemaakt.
En ik geloof dat Jezus in onze tijd naar de
bouwplaatsen zou zijn gegaan, om daar een paar jonge kerels te roepen. Want
jonge mensen hebben nog een leven voor zich. Ze zijn het waard om in te
investeren. Jezus kiest jonge mannen uit. Een metselaar: 'Volg Mij: jij mag in
mijn Koninkrijk muurtjes metselen.' Een timmerman: 'Volg Mij: timmer mee aan
een nieuwe wereld van gerechtigheid en vrede.' Of Hij zou een ziekenhuis
binnenlopen en tegen een jonge verpleegkundige zeggen: 'Volg Mij: Ik zal je
leren om harten te genezen.' Of Hij ontmoet ergens een jonge kerel die veel
bezig is met Desk Top Publishing: 'Volg Mij, en Ik zal je leren van mensen
leesbare brieven te maken.'
Nee, het zijn niet de groten, de mannen van naam, die
al een reputatie hebben opgebouwd waarnaar Jezus op zoek is. Jezus kiest heel
gewone, eenvoudige mensen uit om Hem te volgen. Je hoeft er niet voor geleerd
te hebben. Je hoeft er niet rijk voor te zijn. Je hoeft niet ergens in uit te
blinken. Jezus kiest mensen uit, gewone mensen, gewoon zoals ze zijn. Jong,
onervaren, met een leven voor zich. Paulus schrijft er later ook iets over:
'Ziet slechts, broeders, wat gij waart, toen gij geroepen werdt: niet vele
wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken.
Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te
beschamen' (1 Korinte 1:26-27).
Dat is het Geheim van de Navolging: dat Jezus je
kiest. Wij kiezen dus niet voor Jezus. Dat is in elk geval niet de eerste stap.
Jezus kiest de discipelen uit. Later zegt Hij ook een keer tegen hen (Johannes
15:16): 'Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen.' Daar begint het. Zoals
toen bij Abram. Er was geen haar op het hoofd van Abram die ooit had gedacht:
'laat ik God gaan zoeken en dienen.' Nee. God nam het initiatief. Hij was de
eerste. En dat is nog altijd zo. En elke dag van ons leven opnieuw is het Jezus
die naar ons toekomt, en zegt: 'Wees mijn navolger.' In de bijbel heet dat nu:
genade. Dat je niets in te brengen hebt, echt helemaal niks, en dat Jezus je
toch uitkiest en zegt: 'Volg Mij.'
Vanmiddag zegt Jezus het tegen u allemaal: 'Volg Mij!'
En tegen de meesten van u heeft Hij het al veel vaker gezegd. En gelukkig zien
we er ook wel wat van in onze levens: dat we God dienen in het leven van alle
dag, dat we anderen helpen, dat we vrijmoedigheid hebben om iets te vertellen
aan een ongelovige over Jezus, dat we het heerlijk vinden om naar de kerk te
gaan. Dat hoort er bij, bij de navolging. Maar het moet ook steeds weer worden
gezegd: 'Volg Mij!' Want we vergeten het snel temidden van al onze drukte en al
onze bezigheden. 'Volg Mij.' Hoort u de stem van Jezus? De Jezus die u heeft
uitgekozen om deze woorden te horen? Hoort u de stem van Jezus? 'Volg Mij!'
* * *
Het Geheim van de Navolging: dat Jezus je roept
Boven dat bijbelgedeelte staat: 'de roeping van de
eerste discipelen.' We hebben daar vaak nogal verheven gedachten bij. Bij die
roeping. We denken al snel aan bijvoorbeeld dominees: zij hebben een roeping.
En predikanten die de zending ingaan, dan heb je nog meer roeping. Of andere
gelovigen die iets gaan doen in het koninkrijk van God waarvan we dan zeggen
dat dat heel bijzonder is: bijvoorbeeld een jaar werken onder arme mensen in
een Afrikaans land.
Dat is allemaal roeping, denken we vaak. Bijzondere
situaties. Bijzondere mensen. Maar dat is helemaal niet zo. Want het is zo
vreselijk alledaags wat we zien in Matteüs 4. Twee broers, ze heten Simon en
Andreas. En nog twee broers, ze heten Jakobus en Johannes. Ze vissen. Want er
moet brood op de plank. Ze herstellen hun netten. Ze geven de boot weer een
likje verf. Ze schrobben het dek eens een keer. Heel gewoon allemaal.
Midden in dat doodgewone leven klinkt opeens Jezus'
roepstem. En we maken er te snel iets bijzonders van. Van die mannen. Maar het
waren echt gewone vissers. Het hadden ook boekhouders kunnen zijn, automonteurs,
cassières of verkopers. En het gebeurt midden in het gewone leven van alle dag.
Broeders en zusters, aan roeping is eigenlijk maar één
ding bijzonder in de bijbel. We focussen vaak op de geroepene. Of op de
roeping, en we hebben er verheven gedachten bij. Maar het gaat uiteindelijk
alleen om Degene die roept. Het Geheim van de Navolging is dat Jezus je roept.
En Jezus roept ons allemaal om midden in het gewone leven Hem te volgen. Die
roeping is voor ons allemaal principieel dezelfde. Omdat het Een en Dezelfde is
die roept: Jezus.
Hij roept ons om zijn navolgers te zijn. En de een
doet dat als verpleegkundige, en de ander doet dat als leraar, en weer een
ander doet dat als verkoper, en je vindt ook navolgers van Christus onder
boekhouders, dominees, leerlingen in het voortgezet onderwijs,
basisschoolkinderen, studenten, Human Resources Managers, techneuten en
gepensioneerde mensen. Maakt allemaal niet uit. Jezus roept ons waar dan ook en
in welke functie dan ook of in welke rol dan ook om Hem te volgen, om een leven
te leiden dat naar Hem genoemd is: 'christelijk leven'. Dat is de ene roeping
die we allemaal hebben. Wie we ook zijn, wat we ook zijn, waar we ook zijn:
Jezus roept ons: 'Volg Mij!'
Ja, en we hebben allemaal zo onze redenen om regelmatig
te zeggen: 'Nu even niet, Here Jezus. Nu wil ik even iets doen zonder u.' Even
een collega de huid vol schelden. Even als moeder lekker sjagrijnen op m'n
kinderen. Even als voorganger de dingen naar mijn hand zetten. Even als
verkoper een stukje informatie achterhouden. Even als boekhouder creatief zijn.
Of wat dan ook maar. Jezus navolgen betekent niets meer en niet minder dan
steeds denken: 'Here Jezus, hoe wilt U dat ik ben, hoe wilt U dat ik handel,
hoe wilt u dat ik kies, hoe wilt u dat ik spreek?' En we hebben allemaal zo
onze redenen om regelmatig te zeggen: 'Nu even niet, Here Jezus.'
En daarom verbaast het ons ook zo geweldig dat die
vier jonge mannen het gewoon doen. Dat verwacht je toch niet? Dat is toch
gigantisch bijzonder? Er staat niet eens dat ze even twijfelden! Jezus vraagt
hun om op staande voet te stoppen met vissen en met netten in orde maken. En ze
doen het! Ze vragen niet: 'Wat schuift het?' 'Waar gaan we eigenlijk heen?' Ze
beginnen niet over een cao, over secundaire arbeidsvoorwaarden, een
ziektekostenverzekering of een lease-auto (met cruise-control). Niets van dat
alles. 'Zij nu lieten terstond hun netten liggen en volgden Hem' (Simon en
Andreas) 'Zij lieten dan terstond het schip en hun vader achter en volgden Hem'
(Jacobus en Johannes).
Hoe kan dat? Nu, waarschijnlijk kenden ze Jezus al wel
een beetje. Ze hadden via Johannes de Doper over Hem gehoord. En misschien
waren ze er wel bij geweest toen Johannes de Doper zei: 'Zie, het Lam Gods dat
de zonden der wereld wegneemt.' Maar dat verklaart niet voldoende waarom ze nu
zonder vragen gaan. Zoals eens Abram. Want ook bij Abram horen we niet over
vragen en twijfels. 'De Here nu zei tot Abram: Ga uit uw land.' 'Toen ging
Abram, zoals de Here tot hem gesproken had.'
Waarom doen deze vier jonge mannen dat? Wat is het
Geheim van hun Navolging? Dit: dat Jezus hen roept! Er staat een Man voor hen.
En die zegt: 'Volg Mij'. En blijkbaar is dat zo krachtig, zo sterk, en het
raakt hen zo, dat ze zonder vragen gaan. Ik denk ook dat de Geest van Jezus hun
harten ervoor open maakt. Anders kun je het niet verklaren. Ze gaan omdat Jezus
hen roept.
En Hij roept hen niet omdat Hij wat in hen ziet. Er
staat namelijk niet dat 'Jezus wat in hen zag.' Nee, Jezus zag hen. Als God mensen
roept, dan sluit die roeping niet aan bij onze mogelijkheden. Nee, die roeping
laat Gods mogelijkheden zien.'
Zo roept Jezus ook u. Niet omdat Hij wat in u ziet. Of
omdat hij wat in jou ziet: 'dat is een leuke meid, dat een goeie vent, dat is
zo'n aardige vrouw, dat is zo'n wijze man.' Nee, niets daarvan. Jezus roept u,
niet op basis van wat Hij in u ziet, maar op basis van Gods mogelijkheden. God
is zo krachtig, dat Hij ons leven radicaal kan veranderen.
En daarmee zijn we bij het derde. Het derde antwoord
op de vraag wat het Geheim van de Navolging is.
* * *
Het Geheim van de Navolging: dat Jezus je verandert
Als je geroepen wordt, dan moet je een keuze maken.
Dat weten de kinderen in de kerk ook wel. Bijvoorbeeld als je buiten aan het
spelen bent, uurtje of half zes 's middags, en je moeder komt naar buiten en ze
roept: 'Binnenkomen! Eten!' Dan moet je een keuze maken. Kom ik direct? Of
blijf ik nog eventjes spelen? ('Ze roept straks toch nog wel een keer...').
Zo is het ook met deze vier mannen: Simon en Andreas,
Jacobus en Johannes. Dat Jezus hen roept, betekent dat hun leven op een
kruispunt wordt gezet. Ze moeten kiezen. Vasthouden wat ze hebben? Of zich
helemaal aan Jezus geven? En we kunnen ons prima voorstellen dat ze voor het
eerste gekozen zouden hebben. Vasthouden wat ze hebben. Een stukje zekerheid.
Ze hebben hun vissersbedrijfje. Ze hebben hun netten en hun boot. Ze hebben
brood op de plank. Dat biedt houvast.
En toch laten ze het allemaal radicaal los. Ze laten
het echt los. Ze laten het allemaal achter. Zelfs hun vader laten ze achter,
Johannes en Jakobus. Ze komen los uit de bestaande banden om zich volledig te
binden aan Jezus. En dat kan ook pijn doen. Loslaten is pijnlijk. Volgen
betekent bij Jezus ook kruisdragen. Als Hij je roept sta je echt op een
kruis-punt in je leven, je moet een radicale keuze maken die ook zeer kan doen.
Deze vier mannen doen het: ze laten los wat ze hebben en wat houvast biedt, en
ze geven zich aan Jezus. Terstond en helemaal.
Een radicale verandering dus. Van het ene op het
andere moment. En dat kan alleen maar vanwege Jezus. Wat is het Geheim van de
Navolging? Ik heb wel gezegd dat ik drie antwoorden geef. Dat Jezus je kiest,
dat Jezus je roept, dat Jezus je verandert. Maar ten diepste is
er maar één antwoord. Wat is het Geheim van de Navolging: dat Jezus je
kiest, dat Jezus je roept en dat Jezus je verandert.
En er verandert wat. Simon wordt zelfs al bij zijn
nieuwe naam genoemd: Petrus. En met z'n vieren worden ze van het ene op het
andere moment: vissers van mensen. Straks gaan ze met het schepnet van Gods
liefde door de wereld om mensen te winnen voor Christus. Zo verandert hun leven
radicaal van richting. Vier jonge mannen worden leerling van Jezus. Vier jonge
mannen krijgen om zo te zeggen een nieuwe identiteit. Vier jonge mannen krijgen
een Jezus-hart: ze willen niets liever dan Christus volgen als hun Heer. En als
er sneeuw zou liggen in Israël, dan zouden ze steeds kijken naar de voetafdrukken
van Jezus, en ze zouden achter Hem aangaan, en precies in de voetstappen van
Jezus te lopen. Want dat is navolging: dat je in de voetsporen van Jezus gaat.
* * *
Broeders en zusters, aan het einde van deze preek wil
ik dit voor ons allemaal ook nog wat praktischer maken. Ik wil een paar
concrete aanwijzingen geven voor een leven in de navolging van Jezus Christus.
Over drie onderwerpen (drie keer een G):
1. gebed
2. geloofsopvoeding
3. getuigend leven
Gebed. Het diepste Geheim van de
Navolging is uiteindelijk die ene Naam van Jezus: Hij roept ons om met Hem in
relatie te leven. Hij roept ons om blijmoedig ons kruis te dragen achter Hem
aan. Hij roept ons om te leven uit de kracht van zijn opstanding. Hij roept ons
om biddend te leven. Veel van onze gebeden sluiten we af met de Naam van Jezus.
'Dit alles bid ik u om Jezus' wil.' Of: 'Dit vragen we U alemaal in de naam van
de Here Jezus.' Dat is heel mooi. Maar ik zou u willen vragen uw gebeden vooral
ook te leren begínnen in de naam van Jezus. Niet zijn Naam pas noemen aan het
eind. Maar laat zijn naam vanaf het begin ons bidden kleuren. Daar begint de
navolging van Jezus. In het biddend contact met Hem. Hij is het Geheim van onze
navolging.
Geloofsopvoeding. Als er in de kerk kinderen
worden gedoopt, wordt er een vraag gesteld over de geloofsopvoeding: ‘Zult u
dit kind bij het opgroeien in de leer van de christelijke kerk naar vermogen te
zullen onderwijzen en te laten onderwijzen?’ Waar gaat het dan eigenlijk om? Er
wordt tegenwoordig erg veel gesproken over waarden en normen. Dat gebeurt in de
politiek. En voor je het weet doe je daar als kerk in mee. 'We moeten onze
kinderen waarden en normen bijbrengen.' Maar ik geloof niet dat dat het
belangrijkste is. We moeten onze kinderen geen waarden en normen bijbrengen, we
moeten onze kinderen bij Jezus brengen. We moeten onze kinderen bij Jezus
brengen. We moeten Christus voorstellen. Ouders: laat aan je kinderen zien wie
Jezus is. Jezus Christus, Gods Eigen Zoon, is de allermooiste, de
allervriendelijkste, de allerbarmhartigste, de allergeduldigste, de
allergrootste Mens die je je kunt voorstellen. Hij is God! Hij is onze Redder.
Hij verlost ond door het kruis. En Hij leeft! Hij leeft! En als we zo Christus
voorstellen en als onze kinderen door genade geraakt worden door Hem, dan komt
het met die waarden en normen ook wel goed. Natuurlijk, die moeten er ook zijn,
maar daar begint het niet in de geloofsopvoeding. Het begint bij Jezus. Bij Hem
alleen.
Getuigend leven. Tenslotte wil ik nog iets
praktisch zeggen over getuigend leven. Als je missionaire wilt zijn, als
gemeente, en zelf ook in je dagelijkse leven, dan zakt de moed je soms wel eens
in de schoenen. Kunnen we dat wel? Kan ik dat wel? En dan slaan we elkaar wel
eens om de oren met dat spreekwoord waarmee je elkaar ook moedeloos kunt maken:
'Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over.' Maar jouw mond loopt
er niet van over. Je vindt het verschrikkelijk moeilijk om te praten over je
geloof. 'Dan zal het met mijn hart wel niet goed zijn.' Maar laten we nu niet
beginnen bij dat spreken. Maar bij dat hart. Ik zou haast zeggen: laten we een
tijdje niet praten over missionair zijn, maar laten we onze aandacht vooral
richten op ons hart. Steek tijd en energie in het gebed dat je hart steeds meer
een echt Jezus-hart mag worden. Gevuld met zijn liefde en zijn geduld en zijn
bewogenheid. En als dat door genade gebeurt, dan zul je merken dat je ogen ook
zullen opengaan voor de gelegenheden die God je geeft. We willen soms graag
gelegenheden creëren. Maar dat moeten we misschien helemaal niet willen. Laten
we bidden om een hart dat steeds voller is van Christus, en om ogen die Gods
gelegenheden opmerken. Maar laten we vooral veel dit gebed van Paulus bidden
(Efeziërs 3:17): 'Dat Christus door het geloof woning in onze harten maakt'.
Laten we bidden...
Liturgie zondagmiddagdienst
Gezang 35
Gebed
Schriftlezing: Genesis 12:1-9
Psalm 105:4,5
Tekstlezing: Matteüs 4:18-22
Preek
Gebed
Psalm 119:13,17,22
Apostolische Geloofsbelijdenis
Lied 477
Voorbeden
Collecte
Gezang 31