Gemeente van Jezus Christus,
Een tijdje geleden stond er in de krant te lezen:
‘veel gelovigen weten niet wat Avondmaalvieren betekent’ Hoe is dat onder ons?
Het kan geen kwaad om die vraag eens te stellen, want bestaat er niet het
gevaar dat de viering van het Avondmaal zelf schuil gaat achter allerlei
discussies over verschillende vormen van viering, over het aantal keren dat we
het Avondmaal per jaar vieren, over de lengte van het formulier, over de vraag
hoe open of gesloten de tafel moet zijn? Bestaat er niet het gevaar dat we dan
het zicht kwijt raken op waar het werkelijk om gaat in het Avondmaal? Dan wordt
het een soort ritueel dat volgens het boekje moet verlopen. En als alles
volgens het boekje verlopen is, kijken we blij en dankbaar terug. Het is immers
allemaal volgens het boekje verlopen.
Misschien dat ik daarmee wel een karikatuur schilder.
Maar u herkent het vast ook wel dat onze beleving van het Avondmaal vaak wordt
gekleurd door een stukje spanning, door de vraag of alles goed zal gaan en ook
wel door de lange zit in zo’n Avondmaalsdienst waar voor kinderen en anderen
die niet deelnemen ook maar weinig te beleven is.
Laten we vanmiddag weer eens proberen het antwoord te
spellen op deze vraag; ‘Waar gaat het in het Avondmaal eigenlijk om? Wat is de
diepste werkelijkheid van het Avondmaal?’ Het antwoord op die vraag moeten we
ons steeds weer toe-eigenen. En ik wil dat antwoord zo samenvatten. ‘Waar gaat
het om in het Avondmaal? Dat we deel krijgen aan Christus en aan al zijn
schatten!’ Daar gaat het om. Het gaat om Hem! Om Christus als Gods Geheimenis.
Om de onnaspeurlijke rijkdom van Jezus Christus.
Daarover gaat het in deze leerpreek. We putten uit de
belijdenis (Zondag 29 en ook nog een beetje Zondag 28) en de bijbel (vooral
Efeze 3) en proberen ons een beeld te vormen van die diepste werkelijkheid die
in het Avondmaal zichtbaar en tastbaar en ervaarbaar voor ons wordt.
De preek heeft drie onderdelen:
1. Christus voor ons
2. Christus in ons
3. Christus door ons
* * *
Christus voor ons!
Het Avondmaal, broeders en zusters, is in de eerste
plaats een gedachtenismaaltijd. We gedenken. En dat doen we altijd als er iets
gebeurd is wat we nooit mogen vergeten. Ook al waren we er niet bij. Op 4 mei
gedenken we jaarlijks de velen die stierven in de Tweede Wereldoorlog. Ook al
hebben we het zelf niet meegemaakt. Ook al staan we er buiten. We vinden het
belangrijk om het nooit te vergeten.
De Avondmaalsviering is ook een gedachtenis. Want er
is in de wereldgeschiedenis iets gebeurd, en we waren er geen van allen bij, u
en ik hebben er om zo te zeggen persoonlijk part nog deel aan. Het is buiten
ons gebeurd. Buiten ons om. Dit is gebeurd: dat de Zoon van God aan het kruis
op Golgotha gestorven is voor de zonden van de wereld. En dat is werkelijk
waar, ook al zou niemand er iets van geloven.
Het Avondmaal heeft betrekking op iets wat buiten mij
gebeurd is: ‘het enige offer van Christus aan het kruis gebracht.’ En ook al
geloof ik daar niets van, ook al ervaar ik er niets bij, roept het geen
gevoelens in me wakker, het is wel zo. Dat kruis op Golgotha, het sterven van
Jezus, dat is een ongelooflijk reële werkelijkheid, ook al zijn er volksstammen
die er niets van geloven.
Als ik dat een beetje dogmatisch onder woorden mag
brengen, zeg ik het zo, en dat is een beetje eenzijdig, maar wel gezond om het
ook eens zo te zeggen: ‘Het gaat in het Avondmaal om Christus buiten mij’. De
Christus voor ons is de Christus buiten ons. De gedachtenis in het Avondmaal
richt zich op Iemand buiten ons.
Kijk, we leven in een tijd waarin er (terecht!) veel nadruk
wordt gelegd op een persoonlijke relatie met Jezus Christus. Daar leg ik in
mijn preken ook veel nadruk op. Het gaat om de gemeenschap met Christus, om de
intieme verbondendenheid met Jezus, Gods Zoon. Maar dan moet ook dit gezegd
worden: als ik geen persoonlijke relatie met Christus beleef, is Hij er nog
wel, en blijft alles wat in de Schriften over Hem wordt geopenbaard voor
honderd procent waar! Ook al voel ik er niks van, ook al ervaar ik er niets
bij, ook al doet het me maar heel erg weinig, dat verandert aan de feiten
helemaal niets. Jezus Christus is op Golgotha gestorven voor de zonden van de
wereld. En in die Christus die 2000 jaar geleden leefde en stierf en opstond
vinden we alles wat we nodig hebben. Dat belijden we in het Avondmaal. Dat gedenken
we in het Avondmaal. De Christus voor ons is de Christus buiten ons.
Laten we een paar uitdrukkingen uit Efeze 3 bij langs
lopen die dat wat verder inkleuren. Het gaat er over ‘de onnaspeurlijke rijkdom
van Christus’ (vers 8). Dat is de inhoud van Paulus’ verkondiging. En dat is
dus ook de inhoud van de sacramenten (kijk maar in antwoord 67 van de
Catechismus: beide, woord en sacramenten, hebben als doel ons geloof te wijzen
op het offer van Christus). En daarin gaat het dus over iets onnaspeurlijks:
nooit zullen we volledig bevatten wat dat allemaal inhoudt. Steeds weer mogen
we aan Christus nieuwe aspecten ontdekken. Hij gaat alles te boven!
We kunnen het vergelijken met een hobby. Schilderen
bijvoorbeeld: de mogelijkheden en technieken zijn eindeloos. Of vergelijk het
met een studie: dat is onuitputtelijk, er is altijd meer te weten. Steeds weer
kun je zeggen: ‘dat wist ik nog niet’.
In het Avondmaal krijgen we te maken met de Christus
voor ons die de Christus buiten ons is, en vooral ook met ‘de onnaspeurlijke
rijkdom van Christus’! Wordt u enthousiast van die uitdrukking? Vindt u het ook
niet geweldig dat je over Jezus Christus nooit uitgedacht raakt? Dat je op Hem
nooit uitgekeken raakt? Dat je ontdekt dat er altijd weer meer is te ontdekken
als je Hem kent?
Vaak vatten we ‘de onnaspeurlijke rijkdom van
Christus’ samen. Vergeving van zonden en vernieuwing van ons leven. En dat is
heel mooi, maar het is lang niet alles. Het is lang niet alles. Hoe zou je de
onnaspeurlijke rijkdom van Christus ooit in twee uitdrukkingen kunnen
samenvatten!? Er is veel, en veel meer: wijsheid, kennis, liefde, rust,
geborgenheid, zachtmoedigheid, nederigheid, heling, genezing, heiligheid,
kracht, leven. Ik noemde nu twaalf onderwerpen - en over elk van die onderwerpen
zou ik een preek kunnen houden, en dan zou ik er nog maar een heel klein beetje
van kunnen vertellen. Want Hij is onnaspeurlijk, onuitputtelijk, alles te boven
gaand. ‘De onnaspeurlijke rijkdom van Christus’. Hij is een Schat, zo groot, en
zo veelkleurig, zo divers, daar raak je nooit over uitgedacht en nooit op
uitgekeken. En dat blijft waar, dat blijft de meest reële werkelijkheid, ook al
ervaar, ook al voel ik daar niets bij. De Christus voor ons is de Christus
buiten ons.
Nog een andere uitdrukking uit Efeze 3 (vers 11). Daar
wordt gesproken over ‘het eeuwige voornemen dat God in Christus Jezus, onze
Here, heeft uitgevoerd’. En ook vers 9: ‘het geheimenis dan van eeuwen her
verborgen is gebleven in God, de Schepper van alle dingen.’ En dat geheimenis is
Christus.
Wij zijn als mensen maar ongelooflijk kleine stipjes,
verwaarloosbaar, vergeleken met Gods eeuwigheid. En weet u, de Christus die we
in het Avondmaal gedenken, die Christus buiten ons, de Christus voor ons, in
die Christus is God al eeuwenlang aan het werk. Eeuwenlang. Buiten ons om. We
kunnen er niets aan bijdragen. Het was er al ver voordat we bestonden. Híj was
er al ver voordat we bestonden. Het geheimenis heeft een lange geschiedenis.
‘Ten tijde van vroegere geslachten was het niet bekend geworden’ (vers 5).
Gemeente, het is allemaal zo groot, het is allemaal zo
eeuwig, het is allemaal zo bovenmenselijk, want het is allemaal zo goddelijk.
In Christus hebben we met God zelf te maken. De Eeuwige. Die leeft. En in het
Avondmaal richten we daarop onze gedachten, op dat Grote, op die Christus, op
zijn onnaspeurlijke rijkdom van eeuwigheid.
En al dat grote en eeuwige balt zich samen op die ene
vierkante meter in het centrum van de wereldgeschiedenis: het kruis op
Golgotha. Al dat eeuwige in die paar uren, al dat grote op een vierkante meter.
Broeders en zusters, beseft u die grootheid, die
eeuwigheid, die onnaspeurlijkheid van Christus? De Christus buiten en boven ons
is de Christus voor ons die in het Avondmaal naar ons toekomt. Ziet u het?
Misschien zegt u: ‘ja’. Maar zeg maar liever: ‘nee’.
Want als je het al weet, dan weet je het dus nog niet. Als je denkt dat je
Christus uitputtend kent, dan ken je Hem dus nog niet. Voor dat Geheimenis
opent het Avondmaal onze ogen. De Christus buiten ons is de Christus voor ons.
* * *
Christus in ons!
En wat is nu het grote wonder, het onbegrijpelijke,
het meest mooie dat je kunt bedenken, en dat in het Avondmaal in beeld wordt
gebracht? Daar moet ik twee dingen over zeggen.
In de eerste plaats: dat Jezus Christus die stierf aan
het Kruis, de Levende is. De Gekruisigde leeft! We gedenken aan het Avondmaal
geen Dode! Op 4 mei gedenken we de doden. Bij het Avondmaal niet. Nooit niet.
Want Jezus is hier en nu aanwezig. Jezus is aan het Avondmaal als de Gastheer.
Jezus is de Opgestane Gekruisigde. Hij leeft. Dat is onbegrijpelijk wonderlijk
en mooi.
En het tweede is dit: dat die Levende Christus in ons
wil komen wonen, de Christus van die onnaspeurlijke rijkdommen, de Christus die
we ook mogen noemen ‘Eeuwige God’. Want aan het Avondmaal genieten we van de
gemeenschap met Christus. Want Christus is zo machtig en zo groot, dat Hij in
ons kan komen. De Christus voor ons is ook de Christus in ons. Hij komt van
buiten naar binnen.
Juist het eten van het brood en het drinken van de
wijn maken dat duidelijk. Want wat gebeurt als we iets eten en drinken? Dan
komt dat wat eerst buiten ons is, in ons, via mond en keel gaat het zo naar
onze maag. En daar begint de spijsvertering: er worden vitaminen en vetten en
mineralen uitgehaald die in ons bloed ons gaan zitten en in ons vlees. We
worden er krachtig door. Daarover gaat het derde onderdeel van de preek.
Nu gaat het hierom: het eten van het brood en het
drinken van de wijn laat zien dat Jezus Christus Zelf binnenin ons wil komen! Natuurlijk
niet door dat concrete stukje brood en dat slokje wijn, maar daarin zit wel een
heel diepe betekenis. Alles wat Christus ons wil geven ontvangen we als we Hem
ontvangen. En alleen God kon het bedenken, dat de onnaspeurlijke rijkdom van
Christus wordt samengebald in het teken van een paar kubieke centimeter brood.
Laten we er weer een uitdrukking uit Efeze 3 bij nemen
(vers 17): ‘opdat Christus door het geloof woning in uw harten make!’ Maar kijk
ook eens naar vers 16: ‘met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de
inwendige mens.’ En er zijn andere bijbelwoorden die over diezelfde
werkelijkheid gaan, dat de Christus voor ons de Christus in ons wordt Galaten 2
vers 20: ‘Niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij!’ Johannes 15 vers 5,
het beeld van de Wijnstok en de ranken, waar ik vorige week over gepreekt heb:
‘Gij in mij en Ik in u!’
Christus wil woning maken in onze harten. Hij wil in
ons wonen. Hij komt niet even kijken, om weer weg te gaan. Hij wil blijven. En
door zijn aanwezigheid in ons wil Hij ons leven vervullen en veranderen. Dat
maakt het Avondmaal duidelijk. Door het geloof zijn we al ‘in Christus’,
onlosmakelijk aan Hem verbonden: ‘Wij in Christus’. Maar elke dag opnieuw wil
Hij steeds meer de ‘Christus in ons’ zijn.
Want er is zo vaak geestelijke armoede in ons leven,
zoveel lauwheid, zoveel zonde. Gelukkig zijn we daarmee dan niet opeens niet
meer ‘in Christus’. Het zou niet best zijn als we na elke zonde opnieuw moesten
komen in Christus. Maar het wonen waar het in Efeze 3 over gaat heeft te maken
met Christus die zó in ons leeft dat het ook echt gevolgen heeft, dat we door
Hem worden beheerst, dat Hij ons vervult en verandert. Dat Hij het voor het
zeggen heeft in ons hart.
Christus in ons, steeds meer. Dat geheim wordt
afgebeeld in het Avondmaal. Zoals we de wijn naar binnen voelen stromen via
keel en slokdarm naar de maag, zo wil Christus in ons komen, steeds opnieuw en
steeds meer. In Efeze 3 vers 19 heet dat: ‘vervuld worden tot alle volheid
Gods’. Die volheid van God komt in de liefde van Christus naar ons toe, die
liefde die de kennis te boven gaat. Vervuld worden, daar gaat het om. Zoals
brood en wijn onze maag vullen en ons leven krachtig maken, de vult de volheid
van Christus’ liefde ons leven. Zo dicht komt Christus bij ons in het
Avondmaal.
De Christus voor ons wordt de Christus in ons. Dat is
nu: deel krijgen aan Christus. De Catechismus gebruikt daar ook heel sterke
uitdrukkingen voor: ‘steeds meer met zijn heilig lichaam verenigd worden’,
‘vlees van zijn vlees, been van zijn gebeente’, ‘wij krijgen deel aan zijn
echte lichaam en bloed’. Zeer intieme uitdrukkingen zijn dat.
Gelooft u het ook, met hart en ziel? Dat Jezus in ons
wil wonen? Ziet u het? Ziet u het uitgebeeld in het Avondmaal? Een stukje
brood, een beetje wijn, tekens waarin waarin de eeuwige en onnaspeurlijk
rijkdom van Christus zijn samengebald: Christus wil in ons wonen!
* * *
Christus door ons!
We hebben als gelovigen denk ik vaak het gevoel:
‘Christus heeft veel voor ons gedaan, dat krijgen we door het geloof allemaal
cadeau, en dán zij wij aan de beurt om ook iets te gaan doen. We moeten aan de
slag, we moeten actief worden, er moet wat gebeuren.’
Dat is begrijpelijk, maar het is veel te menselijk
geredeneerd. Ook voor ons nieuwe leven in dankbaarheid zijn we voor de volle
honderd procent aangewezen op Christus. Christus voor ons wordt Christus in
ons, in en dan niet: ‘En nu zijn wij aan de beurt’. Nee: Christus voor ons,
Christus in ons, CHRISTUS door ons.
Ik zou het ook zo onder woorden kunnen brengen: als
Christus ons deel is geworden, móet er niet wat gebeuren. Als Christus ons deel
is geworden gáát er wat gebeuren! Voelt u het verschil? Niet: ‘en nu moet er
ook wat gaan gebeuren’ (de handen uit de mouwen, aan de slag, kom op). Nee: ‘en
nu gáát er wat gebeuren’. Als Christus in je is, dan gaat er wat gebeuren in je
leven. Alles wordt anders. Want Christus maakt het verschil in je leven. Als
Jezus in je komt wonen, dan er verandert er wat door zijn opstandingskracht.
Want die is zo groot!
De catechismus spreekt hier over ‘voeden en
verkwikken’. Voeding en drank, daar word je sterker van, krachtiger, dan kun je
weer wat. Stel je maar eens voor: je hebt een enorme krachtsinspanning geleverd:
een wielerronde gereden, een boom omgehakt, een voetbalwedstrijd gespeeld, of
vijf trappen opgelopen (voor sommigen is dat een hele inspanning); je bent
kapot; al je krachten zijn op. En dan ga je wat eten en drinken: de krachten
komen terug. Dan kun je er weer tegen: je hebt nieuwe energie.
Christus is onze energie. Christus is onze kracht.
Christus is ons leven. Als Hij IN ons is gaat Hij DOOR ons werken. Dat hoeven
we niet zelf te doen, in eigen kracht. Het is zíjn kracht! Hij is onze voeding.
Hij is onze verkwikking. Hij is onze nieuwe energie. Hij is onze kracht. Door
zijn heilige Geest. Het beeld van de wijnstok en de ranken maakt juist dat
duidelijk. Het leven, het krachtige leven, de levende energie in de wijnstok
stroomt door in de ranken. Christus zelf is onze kracht. Christus door ons.
We pakken Efeze 3 er weer even bij. We lezen vers 20
(...). Hoort u het goed? ‘Hij is bij machte oneindig veel meer te doen dan wij
bidden of beseffen!’ In de kracht van Christus zijn alle dingen mogelijk. Er
gaat wat veranderen in ons leven als Christus woning in ons maakt!
‘Maar wat gaat er dan veranderen?’, vraagt u
misschien. 'Maak dat eens concreet.'
Onze gedachten veranderen. (We worden hervormd door de
‘vernieuwing van ons denken’, zegt Romeinen 12 vers 2). We gaan door Christus
anders denken over wat belangrijk is en wat niet. We gaan erg vinden wat
Christus erg vindt. We gaan mooi vinden wat Christus mooi vindt. Dat is de
vernieuwing van ons denken. Onze gedachten veranderen. Christus door ons! Christus
denkt in ons!
Onze gevoelens veranderen. We rillen ervan als we
iemand horen vloeken. We voelen afschuw als we zien dat er een kind wordt
gepest. We voelen werkelijk medelijden met bijvoorbeeld de drugsverslaafde op
de stoep. Christus door ons! Christus gevoelens worden de onze.
Onze doen en laten verandert. Als je geslagen wordt,
sla je niet terug. Als je uitgescholden wordt, scheldt je niet terug. Als
iemand je vraagt om te helpen dan ga je dat doen. We gaan iemand groeten die
ons nooit groet. We gaan iemand bezoeken waar we helemaal geen zin in hebben,
en we gaan het nog fijn vinden ook. Christus door ons. We gaan meer en
intensiever bidden en we leren het heerlijk te vinden. We gaan genade uitdelen
aan andere mensen, omdat we zelf zo geweldig gelukkig zijn met Christus’ genade
in ons leven.
‘Hij is bij machte oneindig veel meer te doen dan we
bidden of beseffen!’ Dat is de kracht van Christus die vrij komt in ons leven
als Hij in ons woont. Christus door ons.
* * *
Ik ga afronden. Onthoud dit, de kern van het
Avondmaal, wat daarin zichtbaar wordt:
Christus voor ons - Christus in ons - Christus door
ons
Daar zit dynamiek in! Daar zit beweging in! Daar zit
kracht in!
En het is door de Heilige Geest van Jezus de diepste
werkelijkheid van ons leven. Niet alleen aan het Avondmaal, maar elke minuut
van ons leven. Het is de onnaspeurlijke rijkdom van Christus. Zo eeuwig. Zo
mooi. Zo Krachtig. Zo diep. Zo oneindig echt waar.
Gelooft u het?
Laten we bidden...
Liturgie leerdienst
Psalm 81:1,2,3,4,7,8
Gebed
Efeze 3:1-21
Lied 169:1,5,6
Zondag 29
Lied 356
Preek
Gebed
Gezang 28:1
Geloofsbelijdenis van Nicea
over de Vader - Gezang 28:2
over de Zoon - Gezang 28:3
over de Geest - Gezang 28:4
Dankzegging en Onze Vader
Collecte
Psalm 89:1,6,7