Een geur van Christus zijn

 

Wist je dat jij geroepen bent om de geur van Christus te verspreiden? Die uitdrukking is te vinden in de bijbel, in de tweede brief aan de Korintiërs: God zij gedankt dat hij ons, die één zijn met Christus, in zijn triomftocht meevoert en dat hij overal door ons de kennis over hem verspreidt als een aangename geur (2:14)

 

Geuren hebben een krachtige werking. Laatst liep ik door een winkelstraat. Ik rook van alles: parfums van vrouwen, de wierookgeur uit een New Age winkel, de rook van sigaretten van voorbijgangers, de weedgeur uit een coffeeshop en de benzinegeur van een voorbijknetterende bromfiets.

 

Bijna elke geur roept direct iets positiefs of negatiefs in je wakker. Je denkt: ‘Hè, wat stinkt dat!’ Of: ‘Zo, wat ruikt dat lekker!’ Zo heb ik in mijn jeugd erge last gehad van hooikoorts. Altijd als ik nu vers gemaaid gras ruik, denk ik daaraan terug en ben ik blij dat alles wat bij hooikoorts hoorde voor mij voorbij is.

 

De bijbel maakt dus duidelijk dat wij een geur van Christus mogen zijn. En dan leren we in elk geval twee dingen.

 

We zijn allereerst voor Gód een geur van Christus. God in de hemel geniet ervan dat wij op aarde een geur van Christus zijn. Zoals in de tijd van het Oude Testament de geur van de offers opsteeg naar de hemel, zo mogen we nu als christenen geurige offers voor God zijn. Hij verheugt zich erover dat wij geurige gaven voor Hem zijn.

 

En vervolgens leren we ook dat het geur van Christus zijn twee uitwerkingen heeft. Voor mensen die gered worden is het een heerlijke geur, die ze graag opsnuiven: ‘Zo, wat ruikt dat lekker!’ Voor mensen die verloren gaan is diezelfde geur een stank, waarvoor ze hun neus dichtknijpen: ‘Hè, wat stinkt dat!’ Het is dus één en dezelfde geur. Als christenen hoeven we niet twee geuren te verspreiden: een heerlijke geur, zodat mensen worden getrokken tot Christus en een vieze stank, zodat mensen worden afgestoten. Zo is dat ook in het dagelijkse leven: wat de een een heerlijke geur vindt, vindt de ander juist stinken. Wierook bijvoorbeeld, of vers gemaaid gras.

 

Het beeld van geur van Christus zijn, legt sterk de nadruk op het element van onze houding als christenen. Het heeft te maken met de sfeer die we meebrengen, waar we ook zijn.

 

En daarom wil ik je vandaag deze vraag stellen: Wat ervaren mensen als ze met jou in aanraking komen? Komen ze dan binnen in een sfeer van liefde en aanvaarding, van verbondenheid en kracht?  Of worden ze geconfronteerd met zelfgenoegzaamheid en trots, met controlezucht en egoïsme? Want echt, mensen proeven heel snel wat je als het ware uitademt, en ze voelen heel snel aan wat voor klimaat je met je meebrengt.

 

Wat ruiken mensen als ze met jou omgaan? Een geur van Christus?