Preek | De leefstijl van het koninkrijk (2) – Leer van Mij
Kijk de preek terug op YouTube:
Luister de preek terug als podcast:
[Onder de preek vind je gespreksvragen.]
Preek over Matteüs 11:28-30 (accent op vers 29)
1
Ik neem jullie even mee naar mijn werkkamer thuis in Meppel. Daar heb ik aan de muur deze twee iconen hangen. Links zie je de klassieke versie en rechts een eigentijdse versie die gemaakt is door illustrator Jedi Noordegraaf. Deze afbeelding vormt, mag ik wel zeggen, de uitdrukking van de kern van mijn persoonlijke geloofsbeleving.

Ik zie Christus. Het is een zogenaamde Christus Pantokrator icoon uit Rusland: Christus, de Heer en Schepper van alle dingen. Hij kijkt me aan met een blik die ik als mild en doordringend tegelijk ervaar.
Hij heeft in zijn linkerhand een opengeslagen bijbel met woorden in een taal waar ik niets van begrijp: het Kerkslavisch, een oude liturgische taal die veel gebruikt werd in Rusland en Oost-Europa. Het zal een bijbeltekst zijn zoals op veel van dergelijke iconen.
Zijn rechterhand maakt een zegenend gebaar.
Ik zie eigenlijk drie dingen tegelijk als ik naar deze afbeelding kijk:
- Jezus kijkt me aan (zijn ogen),
- Jezus spreekt me aan (de opengeslagen bijbel),
- Jezus raakt me aan (met zijn zegen waarin zijn Geest meekomt).
Die eigentijdse versie kreeg ik een paar jaar geleden kado. En pas een tijd later drong tot me door welke tekst daarop staat in die opengeslagen Bijbel. Het is Matteüs 11:28-30.
2
Ik zeg er meteen eerlijk bij dat ik lange tijd ook moeite heb gehad met deze woorden van Jezus.
Kijk, het eerste wat Hij zegt, dat is natuurlijk helemaal mooi: “Kom naar Mij.” Ja, dat wil ik wel!
“Jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan.” Daar herken ik me bij tijd en wijle zeker in!
“Ik zal jullie rust geven.” Wie wil er nu geen rust?
Maar dan: “Neem mijn juk op je.” En daar haakte ik dan toch echt af. Een “juk”. Dat woord irriteerde me. Dat juk-woord, voelde voor mij als een jeuk-woord.
Waarom begint Jezus over een ‘juk op je nemen’ als ik moe ben? Dan wil ik geen juk. Dan wil ik een matras, een bed, een kussen onder mijn hoofd. Een lege agenda, even geen verplichtingen, een weekendje weg, een dagje wellness.
Maar geen juk. Geen houten balk op mijn nek. Want dat is een juk. Wij kennen dat als een houten balk die je op je schouders legt zodat je er bijvoorbeeld twee emmers aan kunt hangen die je dankzij dat juk gemakkelijker kunt dragen.
Maar in de tijd van Jezus moet je denken aan een houten balk waar bijvoorbeeld twee ossen onder lopen die zo samen een zware last kunnen trekken.
Die irritatie, dat onbegrip, dat hoeft natuurlijk ook helemaal niet zo’n probleem te zijn, want je leest gewoon weer verder en staat er niet bij stil. Zo gaat dat met Bijbellezen wel vaker en misschien ook wel eens met preken: je leest of je hoort iets waarbij je even denkt: “nee, dat spreekt me niet zo aan”. Of je voelt ergens in je maag iets van onrust. En we gaan weer door. Je slaat het gewoon over.
Als je misschien ook iets van irritatie en onbegrip voelt bij dat juk waar Jezus over spreekt, blijf dan vooral aangehaakt. Bij mij is de irritatie echt verdwenen, door me te verdiepen in wat Jezus nu toch bedoelt.
3
Zo’n houten juk moet voor Jezus heel vertrouwd zijn geweest. Zijn vader was immers timmerman, en Hij ook. Hij zal ook houten jukken hebben gemaakt! Dan werden er ossen gebracht in de werkplaats, en moest Hij nauwkeurig meten hoe groot en dik hij het juk precies moest maken zodat de ossen bij het dragen ervan zo min mogelijk last hadden van het juk.
Er is een legende over Jezus ergens uit de eerste eeuwen en die gaat zo. “Er werd door de mensen gezegd dat Jezus de beste jukken van heel Galilea maakte. Mensen kwamen uit het hele land naar Nazareth in Galilea om de beste jukken te laten maken, die het stempel hadden van het vakmanschap van Jezus. Winkels en werkplaatsen hadden in die tijd vaak borden boven de deur hangen. En er wordt gezegd dat op het bord boven de timmerwerkplaats van Jezus in Nazareth deze woorden stonden:
“Mijn jukken passen altijd!”
Jezus leefde in een agrarische samenleving. Dat juk was dus iets heel bekends, niet alleen voor timmerman Jezus, maar voor alle mensen. Uit die tijd was ook bekend dat er onder een speciaal juk twee ossen liep, een grote en sterke os én een jonge kleine os. Samen trokken ze onder dat juk de last, maar de grote os deed het zware werk.
Dat is mooi om te onthouden bij dit beeld: we worden uitgenodigd om naast Jezus te komen lopen, onder zijn juk, en Hij doet het zware werk en wij leren langzamerhand ook zwaardere lasten te dragen.
Maar de metafoor van het juk verwees in de tijd van Jezus ook naar iets heel anders. Jezus was een Joodse rabbi. Zo wordt Hij in de evangeliën ook vaak genoemd. Rabbi, meester, leraar. En rabbi’s hadden één ding gemeen: ze hadden allemaal een juk. Met dat woord werd de manier bedoeld waarop de rabbi de Thora las. Het juk van de rabbi was zijn eigen leer over hoe je het mens zijn vorm geeft.
Dat was voor mij een belangrijk inzicht: het juk van Jezus is de leer van Jezus over hoe ik mijn mens zijn vorm geef. Het is zijn levensfilosofie, zijn wijsheid over hoe je het leven het beste kunt leven.
Dat had ik natuurlijk al veel eerder heel gemakkelijk kunnen zien. Want Jezus zegt: Neem mijn juk op, léér van Mij’. Dat tweede zinnetje is heel eenvoudig de uitleg van het eerste zinnetje.
En Jezus zegt dus ook niet: neem nu voor het eerst van je leven een juk op je. Iedereen draagt namelijk al een juk. Iedereen heeft bewust of onbewust al een idee over hoe je het leven het beste kunt leven. Dus als Jezus zegt: “Kom naar Mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan”, dan zegt Hij eigenlijk: je gaat gebukt onder een ander juk, waardoor je moe wordt, een juk dat enorm belastend is.
Hoe ziet zo’n zwaar juk er uit, zo’n levensfilosofie die we vaak onbewust meedragen en die ten diepste een zwaar juk is? Bijvoorbeeld zo:
- Wees altijd de beste, want alleen dan leef je volop!
- Houd je aan de regels en maak geen fouten, want anders mislukt je leven!
- Zie jezelf te redden in het leven, vraag geen hulp!
- Sta altijd ‘aan’, want anders glipt het volle leven je tussen de vingers door!
- Haal alles uit het leven wat er in zit, want je hebt maar één leven!
- Wees in control, want dan gaat er niks mis in je leven.
- Zorg dat je anderen altijd tevreden houdt, anders zullen ze je het leven zuur maken.
Herken je daar iets van?
Als je zo leeft, ja, dan word je moe, dan voel je je belast.
Maar diep van binnen snak je naar: rust, ruimte, vrede. En Jezus belooft het je: “Kom naar Mij en Ik zal je rust geven.”
4
Maar hoe doet Jezus dat, rust geven? Hoe gebeurt dat in je leven dat je rust vindt?
En dan komt er dus dat antwoord: “Neem míjn juk op je en leer van Mij”. Omarm de levenswijsheid die Ik je geef. Laat andere zogenaamde levenswijsheden los, die niets anders dan leugens zijn. En: “leer van Mij”. Dat betekent: word mijn leerling door mijn leer over te nemen en mijn levensstijl na te volgen.
Jezus was dus een Joodse rabbi. Naast dat alle rabbi’s een juk hadden, hadden ze ook leerlingen. En als je leerling van een rabbi werd dan ging je je hele leven ordenen rondom drie doelen:
- bij je rabbi zijn: je was met hem onderweg, altijd bij hem in de buurt, om naar zijn onderwijs te luisteren;
- op je rabbi gaan lijken: je ging in de leer om op je rabbi te gaan lijken, om hetzelfde te kunnen als hij, net zo wijs, geduldig, vriendelijk;
- als je rabbi gaan leven: het hele leertraject had als doel dat je ook rabbi werd, leraar en dat jij op jouw beurt ging zorgen dat je leerlingen kreeg.
De kern van wat Jezus vandaag tegen ons zegt is dus: word mijn leerling of discipel. En om de impact daarvan nog wat meer te voelen, zou je dat woord voor leerling ook kunnen vertalen met: stagiair, iemand die op stage gaat. Zo hebben we er afgelopen maandagavond tijdens het geloofsonderwijs over gehad: als je leerling of discipel wordt van Jezus, dan ga je bij Hem stage lopen. Je kijkt de kunst van Hem af, Hij doet het je voor en Hij helpt je om het zelf in praktijk te gaan brengen.
En hoe ziet dat er dan uit bij Jezus, als je zijn leerling wordt? Dan ga je je leven ordenen rond de drie belangrijkste dingen die je kunt doen:
- bij Jezus zijn: je brengt veel tijd met Hem door en luistert naar zijn woorden;
- op Jezus kijken: je wilt groeien in de karaktertrekken die je bij Jezus ziet: liefde, vreugde, vrede, zachtmoedigheid, geduld, vertrouwen; en je wilt dat je loskomt van bijvoorbeeld een oordelende houding, gehaastheid, het allemaal zelf willen doen;
- als Jezus leven: je wil net als Hij het koninkrijk van God zichtbaar maken en verkondigen met woorden en daden.
Dus hoe kun je weten of je een leerling bent? Kijk, je kunt een langzame leerling zijn, of een snelle, een leerling die veel fouten maakt, een leerling die groeit en steeds wijzer wordt en dan opeens toch weer heel erg de fout in gaat. Dat kan allemaal, perfect wordt het niet, het blijft een leven lang leren.
Maar je kúnt weten of je een leerling bent door jezelf af te vragen:
- Kom ik vaak bij Jezus om tijd met Hem door te brengen?
- Ga ik meer op Jezus kijken?
- Leef is zoals Jezus?
Ik zou willen dat je die vragen meeneemt in je hart, erover nadenkt, erover bidt. En jezelf in alle eerlijkheid de vraag stellen: Wil ik een leerling van Jezus zijn? En zo ja de vraag: Orden ik mijn hele leven dan ook rond deze drie dingen?
5
Volgende keer ga ik dat nog praktischer maken door het te hebben over oefeningen die je kunt doen en gewoontes die je kunt aanleren om te groeien in de leefstijl van het koninkrijk. En om zo te ervaren dat Jezus rust brengt in je leven, en vrede, en balans.
Eén van de gewoontes die je kunt aanleren is bijvoorbeeld: vertragen. Wij kunnen Jezus nooit betrappen op haast. Hij had het soms wel druk, maar nergens maakt Jezus de indruk dat Hij haast had. Hij had altijd tijd voor mensen die op zijn weg kwamen.
Afgelopen week verscheen er een rapport van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. ‘Op de rem – Voorbij de hypernerveuze samenleving’ luidt de titel. Daar herkennen we denk ik wel wat van: een samenleving die dol draait, altijd druk is, alles moet sneller en efficiënter, en we worden er met z’n allen hypernerveus van.
Ik vond het heel mooi om te lezen dat er in dat rapport een pleidooi wordt gevoerd voor vertraging: laten we langzamer leven, laten we de haast uit ons leven bannen zodat we weer echt tijd hebben voor elkaar. Juist op dat punt van onze leefstijl kunnen we echt ook veel leren van Jezus, van de leefstijl van het koninkrijk. Volgende keer meer daarover.
Maar nu nog één ding. Jezus zegt dus: ‘Leer van Mij’. En wat moeten we leren?
Jezus zegt niet: Leer van mij, want Ik ben gedisciplineerd en doelgericht.
Jezus zegt niet: Leer van Mij, want Ik ben slim en hoogopgeleid.
Jezus zegt niet: Leer van Mij, want Ik ben sterk en onoverwinnelijk.
Jezus zegt niet: Leer van Mij, want Ik ben ambitieus en vooruitstrevend.
Nee. Jezus zegt: leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dat zijn de kernwaarden, de kernkwaliteiten van zijn leefstijl. Zó gaat het er in zijn koninkrijk aan toe. Dit is de sfeer van koninkrijk waar Jezus Heer is: zachtmoedigheid en nederigheid zetten de toon.
6
En daarom wil ik mijzelf en jullie allemaal uitnodigen om zachtmoedigheid en nederigheid als koninkrijkswaarden te omarmen, te omhelzen, te koesteren, te waarderen, lief te hebben, te cultiveren, erin te geloven.
En dat gaat over heel ons leven, maar bijvoorbeeld ook over het gesprek morgenavond over LHB: hoe helpen we homo’s en lesbiennes om zich thuis te voelen in onze geloofsgemeenschap? Dat vraagt om een gesprek dat gekleurd wordt door zachtmoedigheid en nederigheid als we het gesprek tenminste willen voeren in de stijl en de sfeer van het koninkrijk van Jezus.
Wat is zachtmoedigheid?
Zachtmoedigheid is de moed om zacht te zijn. In een samenleving waarin zo veel hardheid, zoveel harde oordelen, zoveel harde meningen, zoveel harde taal worden leerlingen van Jezus geroepen om de moed te hebben om zacht te zijn, vriendelijk, mild, bewogen.
En als je zachtmoedigheid wilt leren, als je antwoord wilt leren geven op de vraag ‘Hoe houd je je hart zacht’, dan is daar dus Jezus die zegt: Ik leer het je. Want Ik ben het zelf: zachtmoedig.
Wat is nederigheid?
Nederigheid is niet jezelf klein maken. jezelf onbelangrijk vinden. Nederigheid heeft te maken met het besef dat je deel uitmaakt van iets dat veel groter is dan jijzelf. Het is weten en ervaren dat er Iemand is die veel groter is, veel wijzer, veel liefdevoller, veel genadiger dan je je kunt voorstellen, onze Vader in de hemel van wie we allemaal kinderen zijn.
Nederigheid heeft te maken met afhankelijk durven zijn, jezelf niet opblazen en groot maken want die ballon klapt echt een keer.
Nederigheid heeft ook te maken met aardsheid, dat met beide voeten op de grond blijft staan. In het Engels wordt nederigheid vertaald met humility, van het Latijnse humilitas. Daar zit het woord humus is: aarde. Nederigheid is dat je geaard bent. En die humus heeft ook weer te maken met humor: dat je ook kunt lachen om jezelf, dat je jezelf niet te serieus neemt, want je bent ook maar een nietige aardling.
Nederigheid heeft ook te maken met het besef dat je lang niet alles weet en dat het belangrijk is om de kunst van het niet-weten, de kunst van het luisteren te beoefenen.
Dat, lieve mensen, wil Jezus ons leren. Zachtmoedigheid en nederigheid. Dat zijn rustige kwaliteiten, daar hebben we rust voor nodig.
Dat is een weg om te gaan. Ook best wel een lange weg, want we moeten soms van ver komen. Maar Jezus nodigt ons uit: Kom naar Mij, leer van Mij. Ik zal je de weg wijzen in mijn koninkrijk.
En daarom is ons gebed dat we nu gaan zingen: ‘Heer, wijs mij uw weg’.
Gespreksvragen
- Wat roept de Christus Pantokrator icoon bij jou op? Wat raakte je het meest in het beeld van Jezus die kijkt, spreekt en aanraakt?
- Jezus zegt in Matteüs 11:28–30: “Neem mijn juk op je en leer van Mij.” Wat betekent dat voor jou persoonlijk?
- Iedereen draagt al een “juk”: een manier van leven of denken. Welk juk merk jij dat je soms draagt? Is het zwaar of licht?
- Als Jezus’ “juk” zijn levensfilosofie is, hoe zou jij die in één zin samenvatten?
- Hoe helpt het beeld van de twee ossen (de sterke en de jonge) jou om Jezus’ uitnodiging beter te begrijpen?
- Wat spreekt je aan in het idee dat een leerling van Jezus eigenlijk een “stagiair” is: iemand die leert door nabijheid en oefening?
- Zachtmoedigheid wordt in de preek genoemd als “de moed om zacht te zijn”. Waar in jouw dagelijks leven vraagt dat lef van je?
- Nederigheid is in de preek verbonden met “humus”, aarde, en humor. Hoe merk jij dat gezonde, geaarde nederigheid iets bevrijdends heeft?
- In welke situatie zou jij willen oefenen in de leefstijl van het koninkrijk: zachtmoediger en nederiger? Wat zou daarvoor nodig zijn?
- Hoe doe jij dat: Komen bij Jezus? En vervolgens: van Hem leren? Hoe kunnen we dat samen doen?
Drie creatieve werkvormen
Juk-oefening (symbolisch)
Leg in het midden van de groep een houten stok of balk. Laat ieder stil nadenken over een “zwaar juk” dat hij of zij draagt en dat moe maakt. Schrijf het kernwoord op een briefje, leg het onder het juk. Bid samen (zonder dat de opgeschreven “jukken” per se hardop benoemd hoeven te worden):“Heer, neem dit juk van me af en leer mij uw juk dragen.”
Stagiair-kaart
Laat deelnemers een kleine kaart maken met de drie zinnen: bij Jezus zijn – op Jezus lijken – als Jezus leven. Ieder vult er iets bij in dat past bij zijn of haar week. De kaart kan mee naar huis en op een zichtbare plek blijven liggen als herinnering aan het: “Leer van Mij”.
Zachtmoedigheid in beelden
Leg tijdschriften, papier en stiften klaar. Laat iedereen een collage of beeld maken van wat “zachtmoedigheid” voor hem of haar oproept. Toon elkaar de collage – niet zozeer om uit te leggen, maar om elkaar te laten zien hoe zachtmoedigheid eruitziet in verschillende levens.