Drie korte overdenkingen

Kijk de overdenkingen terug op YouTube:


Luister de overdenkingen terug als podcast:


Onder de preek vind je gesprekvragen en werkvormen.

1

Jesaja 26:1-4 | Wij hebben een sterke stad

1 Op die dag zal in Juda dit lied klinken:
‘Wij hebben een sterke stad,
de HEER biedt ons redding
als een wal, als een muur.
2 Open de poorten,
opdat het rechtvaardige volk kan binnentreden,
het volk van uw getrouwen.
3 De standvastige is veilig bij U,
vrede is er voor wie op U vertrouwt.
4 Vertrouw op de HEER, voor altijd,
want de HEER is een eeuwige rots.’

We zitten samen aan deze tafel. We vieren dat Jezus onze Sterke God is. Zelf voelen we ons misschien helemaal niet sterk. Terwijl we daar wel naar verlangen: we willen krachtig zijn. 

Maar we worstelen met problemen of met onze gezondheid, we maken ons zorgen, we hebben weinig energie, we vinden het moeilijk om een keuze te maken, we worstelen met iets waarin we gefaald hebben. We voelen ons eerder verward en zwak en besluiteloos dan krachtig. 

En dan kun je in kringetjes rond blijven draaien. En dat doen we denk ik ook vaak. Je herkent het vast wel. Maar we kunnen ons ook openstellen voor een andere stem. En dat is wat we nu doen, terwijl we hier aan deze tafel zitten. We halen de focus even weg bij onszelf en we richten onze aandacht op Jezus en zijn koninkrijk.

En we proeven die profetische woorden van Jesaja: “Wij hebben een sterke stad, de HEER biedt ons redding als een wal, als een muur.” Voel je dat er van binnen al meteen iets verandert, als je daar echt naar luistert? In plaats van te zeggen: “Ik ben niet sterk”, zeg je nu: “Wij hebben een sterke stad”. We worden omgeven, omringd, ommuurd door de krachtige aanwezigheid van de Heer.

En waar we zelf onstandvastigheid, onveiligheid en onvrede ervaren, daar gaat opeens een nieuwe wereld open. Een wereld van standvastigheid, veiligheid en vrede. Zoals Jesaja zegt: “De standvastige is veilig bij U, vrede is er voor wie op U vertrouwt.”

En zo worden we aan deze Avondmaalstafel uitgenodigd om ons leven buiten onszelf te zoeken, in Christus. Hij is onze Sterke God. En zijn kracht is er niet een van spierballen en stoerheid. Het is een genadige kracht, een kracht vol kwetsbaarheid, het is de kracht van het kruis waaraan Hij stierf voor ons. Daarop vertrouwen wij.

2

Jesaja 40:29-31 | Wie hoopt op de HEER krijgt nieuwe kracht

29 Hij geeft de vermoeide kracht,
de machteloze geeft Hij macht in overvloed.
30 Jongens worden moe en raken uitgeput,
zelfs jonge mannen struikelen,
31 maar wie hoopt op de HEER krijgt nieuwe kracht:
hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar,
hij loopt, maar wordt niet moe,
hij rent, maar raakt niet uitgeput.

We zitten samen aan deze tafel. En misschien voel je je wel moe. Moe van het volhouden. Moe van het piekeren dat altijd maar door gaat. Moe van het telkens weer proberen om sterk te zijn. Moe van verwachtingen die anderen van je hebben, maar misschien wel vooral van je eigen verwachtingen want je legt de lat best hoog. 

En soms denk je dan: het ligt aan mij. Ik moet maar sterker zijn. Maar Jesaja kijkt ons eerlijk aan en zegt: zelfs de jonge jongen die nog barst van energie wordt moe, zelfs de jonge man die denkt dat hij alles aankan struikelt. Vermoeidheid is geen falen. Uitputting is geen schande. Het hoort bij ons. We zijn maar mensen.

En nu zitten we aan tafel bij Jezus. Hij is onze Sterke God. En we horen weer de stem van Jesaja: “Hij geeft de vermoeide kracht, de machteloze geeft Hij macht in overvloed.” 

Dat is de beweging die we aan deze tafel maken, terwijl we stil zitten. We komen niet in beweging, we zitten juist even stil, maar binnenin ons beweegt er iets. Jij hoéft het niet te doen, jij hoeft het niet te maken. 

Het gaat er niet om dat jij volhoudt, maar dat Jezus je vasthoudt. Het gaat niet om jouw kracht om van alles te kunnen, het gaat om zijn kracht in jou. Kracht is niet iets wat wij opwekken, maar wat we ontvangen van de Heer. 

We oefenen daarom in hoop en vertrouwen: “maar wie hoopt op de HEER krijgt nieuwe kracht”. Alsof God een frisse wind door je ziel laat waaien. Alsof de Heer je van binnen tot rust brengt. Alsof Jezus zijn Adem in je blaast. 

En er gebeurt iets nieuws. Je slaat je vleugels uit als een adelaar. En die stijgt hoger en hoger niet door eigen inspanning, maar doordat hij gedragen wordt door de wind onder zijn vleugels. Die wind, de adem van God, is een wonderlijke kracht

Misschien voel je dat nog niet. Misschien is het allemaal nog klein en pril. Maar hier, in brood en wijn, zegt Jezus, onze Sterke God, tegen jou: Geef je vermoeidheid aan Mij. Laat Mij jouw kracht zijn.

Jesaja 52:1-6 | Bekleed je met je kracht

1 Ontwaak, ontwaak, Sion,
en bekleed je met je kracht!
Bekleed je met je pronkgewaad,
Jeruzalem, heilige stad.
Nooit meer zul je worden betreden
door wie onbesneden is, of onrein.
2 Klop het stof van je af en sta op,
Jeruzalem, neem plaats op de troon.
De ketenen om je hals zijn losgemaakt,
gevangene, vrouwe Sion.
3 Want dit zegt de HEER:
Voor niets zijn jullie verkocht,
zonder geld koop Ik jullie weer vrij.
4 Dit zegt God, de HEER:
Eerst trok mijn volk naar Egypte
om daar als vreemdeling te leven,
later werd het door Assyrië onderdrukt.
5 Wat win Ik daar nu bij? – spreekt de HEER.
Voor niets is mijn volk weggenomen,
hun leiders weeklagen – spreekt de HEER –,
dag in dag uit wordt mijn naam beschimpt.
6 Daarom, op die dag, zal mijn volk mijn naam kennen,
beseffen dat Ik het ben die zegt: ‘Hier ben Ik.’

We zitten weer samen aan deze tafel. Je herkent het dat je de moed onderweg kunt verliezen, dat er een laag stof over je ziel is komen te liggen, dat je misschien zelfs ook wel wat in slaap bent gevallen.

En dan horen we nu, tot twee keer toe: “Ontwaak, ontwaak, en bekleed je met je kracht!” Ik vind dat een verrassende zin. Want hij zegt niet: “Word sterk.” Of: “Doe beter je best”. Nee: “Bekleed je met kracht.” Het gaat dus niet om een kracht dat uit jou zelf moet komen. Het is een kracht die al klaarligt: als een kledingstuk dat je mag aantrekken.

En dan zegt hij: “Klop het stof van je af en sta op.” Dat stof, dat is alles wat zich vasthecht aan ons leven: de teleurstellingen die we meedragen, de schaamte waar je maar niet van loskomt, de gewoontes die je gevangen houden. Jesaja zegt: Ontwaak! Klop het stof af! Sta op! Want je hebt een Sterke God. En zijn naam is Jezus.

Jesaja zegt zelfs: “De ketenen om je hals zijn losgemaakt.” Niet: zullen worden losgemaakt. Nee: ze zijn losgemaakt. De bevrijding is al begonnen. Jij mag opstaan in een vrijheid die je niet zelf kunt organiseren, maar die door God is geschonken. In Jezus, die de Gastheer is aan deze tafel.

Dus dat klinkt nu in onze oren: Ontwaak! Blijf niet onder de dekens van alles wat tegenzit liggen, open je ogen voor Jezus die je Sterke God is en van wie je alles mag verwachten. 

En Hij zegt: “Hier ben Ik.” We zien de wonden in zijn handen en de liefde in zijn ogen. En ik hoop dat jij ook zegt: “Hier ben ik.”


Gesprekvragen

  1. Wat raakt jou in het beeld van de “sterke stad” uit Jesaja 26? Waar ervaar jij in je eigen leven muur en bescherming van God?
  2. Hoe helpt het om van “ik ben niet sterk” te verschuiven naar “wij hebben een sterke stad”?
  3. Jesaja 26:3 spreekt over vrede voor wie vertrouwt op de HEER. Hoe herken jij dat vertrouwen in jouw dagelijks leven?
  4. In Jesaja 40:29-31 wordt vermoeidheid niet gezien als falen. Wat doet dat inzicht met jou?
  5. Waar merk jij dat je jezelf onder druk zet om sterk te moeten zijn? En hoe klinkt het dan om te horen: “Hij geeft de vermoeide kracht”?
  6. Welk beeld spreekt jou meer aan: gedragen worden door de wind onder je vleugels, of ommuurd worden door een sterke stad? En waarom?
  7. In Jesaja 52 klinkt de oproep: “Ontwaak en bekleed je met je kracht.” Wat zou het voor jou betekenen om die kracht daadwerkelijk “aan te trekken”?
  8. Welk “stof” ligt er op jouw ziel die jij zou willen afkloppen?
  9. De preek verbindt Jezus’ kracht aan kwetsbaarheid en het kruis. Hoe ervaar jij in jouw leven dat God juist door kwetsbaarheid heen werkt?
  10. Aan het eind klinkt: “Hier ben Ik – Hier ben ik.” Waar verlang jij naar in dat wederzijdse aanwezig-zijn tussen jou en Jezus?

Drie werkvormen

Symbolische handeling: het stof afkloppen

Iedereen krijgt een klein lapje stof en wat poeder op de hand om op het lapje stof te strooien. In stilte klopt ieder de poeder eraf af als symbool van wat hij/zij wil loslaten. Daarna delen jullie (indien gewenst) wat je afklopte en welk nieuw begin je hoopt te ontvangen.

Beeldmeditatie: vleugels en muren

Leg twee afbeeldingen neer: een adelaar in de lucht en een ommuurde stad. Laat ieder in stilte één beeld kiezen dat hun huidige geloofstoestand weerspiegelt. Daarna delen jullie waarom dit beeld past en welk verlangen eronder zit.

Kracht aantrekken (letterlijk)

Leg verschillende sjaals klaar. Nodig deelnemers uit om symbolisch een sjaal om te slaan als “kracht die je aantrekt”. Laat hen verwoorden welke kracht zij van God willen ontvangen en hoe dit komende week vorm mag krijgen.