Preek over 1 Korinte 2:2

Niets anders dan Jezus Christus, en die gekruisigd!

"Want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus, en die gekruisigd."

 

Gemeente van Jezus Christus

Wat staat er in het centrum van uw leven?

Als je nadenkt over een antwoord op die vraag, kunnen je gedachten allerlei kanten opgaan. Wat staat er in het centrum van mijn leven? Je kunt denken aan je gezin, dat is voor jou het belangrijkst. Je kunt denken aan geluk of aan liefde. Je kunt denken aan je geloof als het centrum van je bestaan. Misschien staat de kerk wel in het centrum van uw leven. Misschien denkt u ook wel aan succes. Je leven is pas geslaagd als je succes hebt. En daar richt je alles op.

Wat staat er in het centrum van uw leven? De apostel Paulus reikt ons vanmorgen een antwoord aan. Dit is zijn antwoord: ‘Jezus Christus en die gekruisigd.’ Het zijn bekende woorden. Misschien wel wat al te bekend. En dan worden woorden vanzelfsprekend. Maar wat Paulus hier zegt is alles behalve vanzelfsprekend. Het is de dwaasheid gekroond! Want wie zet er nu in het centrum van zijn leven een kruis met daaraan een man die sterft? En man die bloedt. Een man die lijdt. Zwakker kan het niet. Dat druist in tegen alles wat mensen graag willen. Het is de dwaasheid gekroond! In een wereld waarin alles draait om succes en schoonheid, valt het kruis van Christus volledig uit de toon. Het kruis vormt het middelpunt van een verhaal van mislukking. Het kruis is afzichtelijk om te zien. Wie doet dat nou? Het kruis in het centrum?

* * *

Paulus had er om zo te zeggen ook weer opnieuw over nagedacht. Over die vraag wat er in het centrum van zijn leven en ook van zijn prediking moest staan. Je kunt je dat misschien ook wel voorstellen. In telkens nieuwe situaties moest hij het evangelie verkondigen. En ook hij wist natuurlijk van de boodschap en de kloof. Van het gapende gat tussen het evangelie uit de hemel en het leven van mensen op aarde. En al denkend was hij opnieuw tot de conclusie gekomen: ‘Inderdaad, alleen het kruis van Jezus Christus overbrugt die kloof.’

Misschien heeft Paulus daar ook wel eens mee geworsteld. Met dat aanstootgevende van het kruis. Dat ergerlijke. Dat afzichtelijke. Misschien is Paulus ook wel eens aangevochten geweest door de vraag of hij niet een wat mooier, een succesvoller verhaal kon vertellen. Want het is toch veel aantrekkelijker om een boodschap te brengen waar de glans van afstraalt, een boodschap van glamour en glitter, een verhaal waar het vuur van afspat en dat inspirerend is van begin tot eind. En toch ontdekte Paulus steeds opnieuw dat dat kruis het centrum was van het evangelie dat hij moest brengen. Die conclusie moest Paulus keer op keer weer trekken. En aan de Korintiërs schrijft hij daarom: ‘ik had besloten, ik was tot de conclusie gekomen dat ik niets anders moest weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd.’ Ja, wie werkelijk christen wil zijn, kan niet heen om het kruis. Want wat voor mensen dwaas en zwak lijkt, aanstootgevend en ergerlijk, blijkt de kracht van God en de wijsheid van God te zijn: Jezus Christus en die gekruisigd!

Dat is het enige wat Paulus wil weten, schrijft hij aan de gemeente van Korinte. Maar dat weten, dat is dan wel wat meer dan wat wij vaak onder weten verstaan. Het is geen weten in die zin dat je bepaalde informatie hebt. Informatie zoals je die kunt vinden in een encyclopedie en zoals je die van het internet af kunt halen. Het gaat in dit weten niet om het weten dat klinkt in een uitspraak als: ‘Ja, dat weet ik ook wel.’ Of: ‘Ik weet echt wel dat God bestaat en dat Jezus Christus voor de zonden is gestorven aan het kruis.’ Nee, het weten van Paulus is meer dan dat. Het weten van Paulus is een kennen. Met hart en ziel wil hij Christus kennen. Hij is vol van Hem. Hij heeft geen ander verlangen dan Jezus Christus kennen en Hem bekendmaken door zijn prediking. Ja, heel Paulus voelen en denken en doen en zijn is tot de rand toe gevuld met Jezus Christus en die gekruisigd. En dat is wel wat anders dan zeggen: ‘Ja, ik weet ook wel dat Jezus aan het kruis is gestorven voor mijn zonden.’ Geloven is meer, veel meer dan weten. Geloven is: Christus kennen. Geloven is: het kruis van Christus kennen als het brandpunt van je leven. geloven is: met hart en ziel ervan overtuigd zijn dat al het andere uiteindelijk vuilnis is, waardeloos, omdat Christus dat alles oneindig te boven gaat. In zijn brief aan de Filippenzen zegt Paulus het een keer zo: ‘Alles wat mij winst was heb ik om Christus’ wil schade geacht. Ik acht zelfs alles schade omdat de kennis van Christus Jezus mijn Here dat alles te boven gaat. Ik houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen.’

Ja, het kennen van Christus, dat is het centrum van Paulus’ leven. Jezus Christus en die gekruisigd is ook het brandpunt van zijn prediking. Daar draait alles om. En zijn boodschap voor ons is: laat de gekruisigde Christus in het centrum van uw leven staan. Soms leer je dat pas als alles je uit handen wordt geslagen. Soms leer je dat pas als je staat bij de brokstukken van je leven. Soms leer je dat pas in nood en dood. Maar ook midden in het leven, midden in je geluk en voorspoed, midden in het alledaagse bestaan met zijn ups en downs is dit het enige wat telt: ‘Jezus Christus en die gekruisigd.’ Op elk moment van ons leven, en niet alleen in de kerk of in je wat meer godsdienstige momenten, nee op elk moment van je leven moet je samen met Paulus leren zeggen: ‘Ik heb besloten om niets anders te weten dan Jezus Christus en die gekruisigd.’ Dat is niet alleen belangrijk als je het moeilijk hebt, of als je heel concreet wordt geconfronteerd met schuld en zonde in je eigen leven, of als je de dood in de ogen kijkt. Het is altijd belangrijk.

En laat ik dat even concreet mogen maken. De boodschap van Jezus Christus en die gekruisigd is ook belangrijk als je een geweldige baan hebt met een prachtig inkomen, als je gelukkig bent met je gezin, met je kinderen en je kleinkinderen, als je op een gewone dag gewoon je werk doet, gewoon voor je gezin zorgt, gewoon een ritje maakt in de auto, gewoon op vakantie bent, gewoon naar school gaat en ga zo maar door. ‘Jezus Christus en die gekruisigd.’ Dat is het eerste en het laatste, het hoogste en het diepste. Iets belangrijkers is er niet. Nu niet. Morgenmiddag niet. En volgende week ook niet. Jezus Christus kennen, en die gekruisigd. Dat is het centrum van ons leven van dag tot dag.

* * *

Nu kan wel de vraag opkomen waarom juist het kruis door Paulus zo centraal wordt gezet. Want er is over Christus toch veel meer te vertellen. Hij is toch ook de Opgestane, en de Verheerlijkte, die zit aan de rechterhand van de Vader in de hemel. En dat is ook zo. Paulus wil ook niet beweren dat dat allemaal minder belangrijk is. En zijn brieven zijn ook vol van de opstanding en de verheerlijking van Christus en ook van de Geest van Christus. Ook dat alles hoort onlosmakelijk bij de boodschap van het evangelie.

En toch zoekt hij de diepste kern in het kruis. Want in het kruis wordt zo ontstellend zichtbaar dat het evangelie geen succesverhaal is. Want mensen gaan misschien nog voor een kind in een kribbe, mensen gaan misschien nog voor een Opgestane, voor een geweldige Heer in de hemel. Maar dat kruis, dat omzeil je misschien liever. Dat is zo hard en zo lelijk en zo ergerlijk. Zo dwaas en zo zwak. Maar wie geloven wil, kan nooit om dat kruis heen. Hoe graag je dat ook zou willen. hoe graag je je aandacht ook maar liever richt op het licht en de blijdschap en de heerlijkheid. Het kruis staat als een harde houten paal midden in het evangelie van Christus. Want in het kruis wordt zichtbaar de zelfverloochening en de dienstbaarheid van Christus die geen grenzen kent. Ook niet de grens van de dood.

En dat Paulus daar alle nadruk op legt heeft ook alles te maken met de mensen tot wie hij zich richt. Het zijn in de eerste plaats de christenen in de gemeente van Korinte. Maar nu zijn brief in de Heilige Schrift een plek heeft, richt hij zich tot alle mensen. En wat is nu kenmerkend voor mensen? Dat ze op zoek zijn naar wat werkelijk belangrijk is. Dat ze verlangen naar verlossing van hun schuld. Dat zit de mensen als het ware ingebakken. Het probleem is alleen dat veel mensen zichzelf al een beeld hebben gevormd van wat verlossing is, van hoe een Verlosser eruit moet zien, van wat werkelijk belangrijk is.

* * *

Paulus laat dat ook heel concreet zien in zijn brief. Hij zegt het ronduit: het evangelie van het kruis is een dwaasheid, de zwakheid straalt ervan af, het strijkt tegen de haren in.

Want wat verlangen bijvoorbeeld Joden? Vraagt Paulus. Joden verlangen tekenen. Zij verlangen naar een Verlosser die zichtbaar en tastbaar voorop gaat. Ze verlangen naar een Messias die machtig is en die vol majesteit voor het volk van Israël uittrekt. Ze verlangen naar een sterke Man die in één klap majesteit alle vijandschap en ellende overwint. Naar zo’n Verlosser zijn ze op zoek. Ze zingen niet: ‘Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis.’ Nee, ze hebben zich een heel ander beeld gevormd. Een beeld van een Verlosser aan wie zichtbaar is dat Hij groot en sterk en machtig is.

Maar Jezus is te gewoon, te menselijk, te armoedig, te geestelijk ook. En voor de Joden is Hij dus ongeloofwaardig. ‘Daar trappen we niet in’, zeggen ze. ‘Zo’n Messias hoeven we niet. Weg met Hem.’ Ja de Joden ergeren zich aan de zwakheid en de dwaasheid van de Christus.

Herkent u die ergernis ook? Want het kan haast niet anders , of je wordt een keer overrompeld door die gedachte, door dat gevoel dat dit toch niet kan. Dit is aanstootgevend. Dit is absurd. Een Verlosser aan een kruis. Dat slaat toch nergens op! Een Verlosser hoort groot en sterk en krachtig en machtig te zijn. Een gehangen Messias, dat is iets volkomen ongerijmds. En daar mogen onze ogen ook wel weer eens voor open gaan. Want het kan ook een gladgestreken formule worden waaruit alle dwaasheid en zwakheid verdwenen is. Een vanzelfsprekendheid. Maar dat is het niet. Het evangelie van het kruis is geen gladgepolijst verhaal, maar een geschiedenis waar de rafels aanhangen. ‘Jezus Messias, en die gekruisigd.’

Dat absurde, aanstootgevende, ongerijmde, volkomen misplaatste, dat is de boodschap van Paulus. Paulus omzeilt de zwakte en de aanstoot niet maar plaatst die in het middelpunt. En hij zegt erbij: wat in jullie ogen zwakheid is, is Gods kracht. ‘Want het zwakke van God is sterker dan de mensen. Want in de zwakte van een gekruisigde Christus wordt de kracht van de zelfverloochening zichtbaar en wordt de kracht van Gods liefde openbaar.

* * *

Ja, voor de Joden was de Messias aan het kruis een aanstoot. Ze hadden eeuwenlang uitgezien naar een krachtige Verlosser, een machtige Messias, één waar je trots op kunt wezen. En wat moet je dan met zo’n Zwakkeling als Christus? Maar ook de Grieken hebben de grootste moeite met de boodschap van het kruis. Paulus zegt: ‘De Grieken zoeken wijsheid.’ Ja, bij de Grieken staan de filosofen en de wetenschappers in hoog aanzien. Zij hebben de wijsheid in pacht. In Athene had Paulus kennis met hen gemaakt, op de Areopagus. Boven op die berg kwamen de inwoners van Athene en de vreemdelingen bij elkaar om nieuwe dingen te horen. Ze hadden voor niets anders tijd over dan om iets nieuws te zeggen of te horen. Ze debatteerden wat af, ze overtroefden elkaar daar in spitsvondige redeneringen. Heel filosofisch allemaal en ongetwijfeld ook heel wetenschappelijk. De retoriek vierde hoogtij. Dat was de wijsheid van de Grieken. Daarnaar waren ze op zoek. En waar komt Paulus dan mee aan? Met een gekruisigde Christus! En dat is in de ogen van de Grieken iets zo ontstellend doms, zo dwaas, ronduit belachelijk. Ze hebben er geen goed woord voor over.

En ook nu leven we in een tijd waarin alleen waar is wat wetenschappelijk is aangetoond. We leven in een deskundigheidscultuur: over elk onderwerp kan wel een deskundige uit de kast worden getrokken die op intelligente wijze zijn licht laat schijnen over een bepaald thema. We leven in een tijd van techniek en computers. Dat is allemaal wijsheid. Wetenschappelijke wijsheid, technische wijsheid, filosofische wijsheid.

En te midden van dat alles vraagt Paulus aandacht voor een kruis, een harde houten paal, en daar hangt een Man aan. Hij bloedt. Hij lijdt. Hij sterft. En dat vormt zo’n volstrekte tegenstelling met de wijsheid van de wereld. Het is de dwaasheid gekroond. En het in ieder geval onwetenschappelijk. Het is on-rede-lijk. Het slaat nergens op.

Deze dwaasheid, deze nonsens vormt het brandpunt van Paulus’ prediking. En weet u waarom? Omdat deze nonsens de dwaasheid van God is en die dwaasheid is oneindig veel wijzer dan de wijsheid van mensen. ‘Het dwaze van God is wijzer dan de mensen.’ Ja, in het kruis heb je te maken met een paradox, met dingen die zo tegengesteld lijken dat je er ook nooit echt uitkomt. De dwaasheid van het kruis is de wijsheid van God. De dwaasheid van het kruis is oneindig veel wijzer dan alle wetenschap en techniek bij elkaar. De dwaasheid van het kruis laat de radicale liefde zien van Christus. Want Hij maakte zich aan het kruis uiterst kwetsbaar, zwak en weerloos. En Hij deed dat voor ons. De dwaasheid van het kruis is de dwaasheid van Gods liefde voor zondaren.

* * *

Ja, want daar gaat het allemaal. ‘Jezus Christus en die gekruisigd.’ Niet in het luchtledige, maar voor zondaren, voor zwakke mensen, voor hen die in de wereld vaak niet in tel zijn. Dat zag je ook in de gemeente van Korinte: ‘niet vele wijzen naar het vlees, niet vele invloedrijken, niet vele aanzienlijken.’ Ja, God heeft een zwak voor zwakken. Voor hen die weten dat ze zwak en zondig en schuldig staan voor Hem geeft hij zijn eigen Zoon. En als je Christus aanneemt, als je gekruisigde Verlosser, dan ervaar je ook hoe veel kracht er schuilt in de zwakheid van het kruis, en hoeveel wijsheid er straalt in de dwaasheid van het kruis.

Want wie in al zijn zwakheid en dwaasheid, in al zijn zonde en schuld de Gekruisigde omhelst vindt de hoogst denkbare wijsheid en de verst gaande kracht. Dan vind je Christus. Hij is de kracht Gods en de wijsheid Gods. En van Hem is de prediking van Paulus vol. Zijn prediking is niet a la de Joden, barstensvol tekenen en wonderen, niet als de prediking van de Grieken, barstensvol opgeklopte wijsheid en holle retoriek. Nee, zijn prediking komt niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar wel met betoon van Geest en kracht.

Ja, het evangelie van het kruis is niet gemakkelijk, niet meeslepend. Want we worden er hard in geconfronteerd met onze zonde en schuld, met onze zwakheid en dwaasheid. Maar juist zo is dat evangelie een kracht tot behoud. Geef u daarom over aan de Gekruisigde. Laat het donker, laat de dwaasheid en de zwakte achter, en hervindt u zelf bij het kruis van Christus.

Dat kruis, het is Gods dwaasheid, gekroond. Het betekent redding, heil en licht. En als je dat door hebt, dan leer je roemen in de zwakheid en de dwaasheid van het kruis. Want alleen daar vind je de hoogste wijsheid en de grootste kracht.

Amen.

 

Liturgie voor een morgendienst

Psalm 73:1,9
Schuldbelijdenis
Psalm 37:1
Genadeverkondiging
Psalm 37:2
Lezen: 1 Korintiërs 1:18-2:5
Gezang 15
Preek: 1 Korintiërs 2:2
Gezang 16
De Tien Woorden
Psalm 51:5
Lied 175:1,2,4