Preek over Zondag 18a (46-48)

Christus' tegenwoordigheid vieren

 

Gemeente van Christus, broeders en zusters in de Here,

U kent allemaal Erwin Krol wel. Dé weerman van het NOS-journaal. Een enthousiaste vent vindt die geweldig veel van zijn vak houdt. En er is één natuurverschijnsel waar hij helemaal voor gaat: wolkenluchten. Dé grote liefde van Erwin Krol: wolkenluchten. Wat kan hij daar enthousiast van worden. Wat kan hij daar enthousiast over vertellen. (En je zou als predikant wel eens willen dat je iets had van dat charisma, van dat enthousiasme van een Erwin Krol.)

Vanmiddag kijken we in de kerk ook naar een wolk. Al lezend in Handelingen 1 hebben we er een voorbij zien komen. Misschien is het u niet eens echt opgevallen. Of misschien dacht u: 'dat is ook jammer, die wolk, nu kunnen we niet zien wat er verder gebeurt.' En we blijven net als de discipelen een beetje verdwaasd achter.

Want ja, het is met de hemelvaart van onze Here Jezus allemaal wat minder spectaculair dan met de hemelvaart van Elia, in het Oude Testament. Ook dan blijft er een discipel achter, Elisa, de nieuwe profeet. Wat verdwaasd staat hij Elia na te kijken die in een vurige wagen getrokken door vurige paarden langzaam maar zeker uit het blikveld verdwijnt. Definitief. Elia is er niet meer.

Maar in Handelingen zien we geen vuur, geen wagen, geen paarden. We zien alleen maar een wolk. 'Dat is wat voor Erwin Krol', denk je misschien nog. Maar verder vind je het alleen maar jammer dat de wolk Jezus onttrekt aan de ogen van de discipelen en aan onze ogen.

Maar wat doet die wolk daar eigenlijk? Drijft die wolk toevállig over? Had Jezus voor hetzelfde geld op een onbewolkte dag ten hemel kunnen varen? Is het een wolk als alle andere wolken? - Nee, natuurlijk niet. De wolk zal er ongetwijfeld uit hebben gezien als andere wolken. Maar als er in de bijbel een wolk overdrijft, dan is er echt meer aan de hand.

* * *

In de beschrijving van Jezus' hemelvaart in Handelingen 1 neemt de wolk een opvallende plaats in. Het gesprek van Jezus met zijn discipelen is beëindigd. Er was genoeg gezegd. Het allerlaatste wat Jezus hier op aarde tegen zijn discipelen zei had te maken met hun zending: de discipelen werden gezonden om in de kracht van de Geest het evangelie te brengen tot de einden van de aarde.

En nadat Hij dat gezegd had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, met hun eigen ogen. Er viel dus wat te zien op die Hemelvaartsdag. Maar niet lang. Tussen zien en niet-zien schuift een wolk. En weet u, een wolk is in de bijbel heel vaak een teken van Gods aanwezigheid, van zijn verborgen aanwezigheid. God is er: dat zie je aan de wolk. Maar tegelijk verbergt Hij zich: ook dat zie je aan de wolk.

En zo is ook de wolk van Hemelvaart een wolk van het verbergen. Wat er in die wolk gebeurt, of wat er achter die wolk gebeurt, de discipelen konden het niet zien. Hun ogen deden niet langer dienst. De Hemelvaart is net als de opstanding een geheimenis. Wat er precies achter de grafsteen van de derde dag gebeurde, niemand heeft het gezien. God weet het, en dat is genoeg. En wat er precies achter de wolk van de veertigste dag gebeurde, niemand heeft het gezien. God weet het, en dat is genoeg.

Ik ben bang dat we de hemelvaart van Jezus ons wel eens wat al te gemakkelijk voorstellen als een soort reis door de ruimte. En dat prikkelt je fantasie in een tijd waarin de ruimte steeds verder wordt verkend, waarin mensen ruimtewandelingen maken vanuit een raket, waarin de ruimte steeds meer van haar geheim verliest. Maar ik geloof dat zo'n voorstelling niet goed is. Er was niet voor niets een wolk op de Hemelvaartsdag. Nadat Jezus was opgenomen, deed de Here God als het ware de deur dicht. Wat er achter die deur gebeurde, dat was niet bestemd voor de nieuwsgierige ogen van mensen. En zo leert de wolk ons om ons hoofd niet te breken over de vraag wat er achter de wolk gebeurde. Ook de hemelvaart is een geheimenis, niet te doorgronden, een geheimenis dat we niet nieuwsgierig moeten onderzoeken. De wolk verbergt en bewaart dat geheimenis heel zorgvuldig.

Maar één ding weten we zeker. Zoals de Heer op de derde dag waarlijk is opgestaan, zo is Hij op de veertigste dag waarlijk naar zijn Vader gegaan. En zijn Vader is een Vader in de hemelen. De Here Jezus is weer Thuis. Zijn Vader stond Hem met open armen op te wachten. En deze keer ging het niet om een verloren zoon die tot inkeer kwam, maar om een gezonden Zoon die zijn taak had volbracht. Jezus Christus, Gods Zoon, is klaar met zijn werk als mens op aarde. Hij komt Thuis in de hemel. Jezus is niet meer op aarde.

* * *

Maar is dat nu wel zo? Is Jezus niet meer op aarde? Blijft er hier werkelijk een lege plaats achter? Als we echt oog leren krijgen voor de wolk van Hemelvaart, vinden we op die vraag een antwoord. Want de wolk heeft in de bijbel heel vaak een speciale betekenis. Als wij wolken zien, dan denken we dat er regen komt, of we zijn blij dat we eindelijk weer wat schaduw krijgen. En als het een rookwolk is dan zoeken we naar vuur.

Maar in de bijbel kom je dikwijls een wolk tegen op plaatsen waar God is. De wolk is het teken van Gods aanwezigheid. Zo zien we in bijvoorbeeld het boek Exodus heel regelmatig een wolk. Ik geef daar drie voorbeelden van.

1) Allereerst de wolkkolom in de woestijn (voor het eerst in Exodus 13). Het volk Israël trekt, bevrijd uit Egypte, rond door de woestijn. Maar ze verdwalen niet. Want God zelf wijst de weg. En hoe doet Hij dat? Door een wolk. God gaat in een wolk voor zijn volk uit. Zonder ophouden bleef die wolk aan de spits van het volk. En 's nacht veranderde de wolkkolom in een vuurkolom. Zo zien we dat de wolk een heel concreet teken is van Gods aanwezigheid.

2) Vervolgens de wolk op de berg Sinaï (in Exodus 19). Op een heel groots moment in de geschiedenis van God met zijn volk verschijnt de Here op de berg Sinaï in een donkere wolk. Daarin openbaart God Zich als de verborgene. In die wolk laat God zien dat je Hem niet kunt zien. Maar het leert je wel ontzag voor de God van de hemel. En deze God, die zich in de wolk tegelijk openbaart en verbergt, sluit met zijn volk een verbond. God wil er zijn voor zijn volk: Hij is Jahweh, de God die in de wolk laat zien dat Hij erbij is.

3) In de derde plaats zien we de wolk ook boven de tabernakel of de tent der samenkomst. Wat is er een werk verzet om die tabernakel en alles wat erin en erbij hoort te maken. En als dat werk af is, wordt de tabernakel opgericht (dat moet u thuis maar eens nalezen in Exodus 40). En het hoogtepunt vormt het moment waarop een wolk de tent der samenkomst bedekt: de heerlijkheid van de Here vervult de tabernakel. De wolk is de wolk des Heren. De wolk is het teken dat God er is. De wolk is het teken van Gods tegenwoordigheid.

Zo zien we de wolk als niet zomaar een wolk, niet zomaar een natuurverschijnsel, maar als een teken van Gods tegenwoordigheid. En dat is niet voorbij als het Oude Testament uit is. Ook in het Nieuwe Testament is de wolk een teken. We lazen het in Matteüs 17 waar de geschiedenis van de verheerlijking op de berg wordt verteld. Ook daar zien we een wolk, een lichtende wolk. En het wordt direct duidelijk: God is hier! En Hij spreekt. Uit de wolk klinkt Gods stem, en Petrus en Jakobus en Johannes, drie van de elf mannen die er ook op Hemelvaartsdag bij zijn, horen een stem (en wij luisteren mee): 'Deze is mijn Zoon, mijn Geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb; hoort naar Hem!' En als de discipelen de wolk zien en de stem horen, verbergen ze hun gezicht op de grond. Ze zijn bang. Maar dat hoeft niet: want Jezus is er ook nog. En toen ze hun ogen opsloegen, zagen ze niemand dan Jezus alleen. Gelukkig, Hij is er nog. De wolk is weg, Jezus is er nog.

* * *

Op Hemelvaartsdag loopt het anders. Jezus is weg, de wolk is er nog. Want die staat op het netvlies van de discipelen gegrift. En weet u wat ik graag wil vanmiddag? Dat we samen leren om enthousiast te zijn over die wolk, en over de boodschap van die wolk. En de boodschap van deze wolk is: de Here Jezus is niet weg. Als je mocht denken dat dat de clou van Hemelvaart is, dat Jezus wég gaat, dan heb je het wel mis. Jezus Christus ís er nog. Wel anders, maar Hij is het echt. Dat is de taal van de wolk: Jezus Christus is nog steeds aanwezig. Hij heeft ons niet verlaten, Hij laat ons niet alleen, wat wij in hem bezaten, is altijd om ons heen.

Die aanwezigheid van Christus, waarover Lied 234 in de taal van de poëzie zingt, die aanwezigheid van Christus wordt door de Catechismus wat minder poëtisch als volgt onder woorden gebracht: 'Naar zijn menselijke natuur is Hij niet meer op aarde, maar naar zijn godheid, majesteit, genade en Geest verlaat Hij ons nooit meer.' Dat klinkt allemaal wel wat abstracter en dat lijkt allemaal wel wat minder concreet dan een wolk, maar het is even werkelijk. Jezus Christus is hier, bij ons. En de Catechismus gebruikt vier woorden om dat duidelijk te maken. Hij is hier, bij ons naar zijn godheid, naar zijn genade, naar zijn majesteit en naar zijn Geest. Laten we bij die vier woorden stilstaan om een idee te krijgen van Christus' werkelijke aanwezigheid om ons heen. Want echt: Hij is bij ons. Ik heb zelf wel eens de indruk dat Jezus Christus voor veel gelovigen toch vooral de Christus is die lang geleden voor ons aan het kruis is gestorven. En dat Hij nu vooral beleefd wordt als de Christus die hoog boven ons verheven is. En straks, later, komt Hij terug op de wolken. En natuurlijk is dat allemaal waar. Maar, broeders en zusters, Christus is tegelijk bij ons. Hij is om ons heen. Hij verlaat ons nooit meer, zegt de Catechismus. Dat is de clou van hemelvaart: niet dat Jezus weg is, maar dat Hij juist op een ongelooflijke manier bij ons is. En ik hoop van harte dat u er naar verlangt om die aanwezigheid van Christus te ervaren en op te merken in uw eigen leven. Christus is er echt. Hij is, ook nu hier vanmiddag in de kerk, Hij is om ons heen, Hij zit naast u, en als u echt gelooft in Christus, dan woont Hij ín u.

Terug nu naar die vier Catechismuswoorden die onze beleving van Christus' tegenwoordigheid markeren.

Naar zijn godheid is Christus bij ons. Ja, onze Heer, Jezus Christus, is God en mens tegelijk. Alleen zo kon Hij voor ons leven en lijden, sterven en opstaan. De Here Jezus had en heeft een echt menselijk lichaam. En in dat lichaam is Hij opgevaren naar de hemel. Dat lichaam is weg, verdwenen achter de wolk. En daarom kunnen we vandaag niet meer naar Jezus toegaan zoals de discipelen en alle andere inwoners van Israël dat wel konden toen de Here Jezus op aarde leefde. We kunnen Hem geen hand geven. We kunnen niet een afspraak met Hem maken voor een gesprek. Want naar zijn menselijke natuur is Hij niet meer hier maar in de hemel. Maar Jezus is niet alleen mens. Hij is ook God. En naar zijn goddelijke natuur, naar zijn godheid is Hij nog altijd bij ons. Je kunt je daar misschien iets bij voorstellen als je denkt aan lucht. Lucht is overal, je ziet het niet maar we ademen het wel in. Zoals overal lucht is zo is ook Jezus overal omdat Hij God is. Alomtegenwoordig, heet dat wel: overal is Jezus Christus erbij. Want Hij is God. Hij is Gods Zoon.

Naar zijn genad is Christus bij ons. Dat woord horen we vaak: genade. Maar wat betekent het eigenlijk? Het woord genade heeft alles te maken met genegenheid, met echt hart hebben voor een ander, met welwillendheid en vergevingsgezindheid. En zo heeft Christus hart voor ons. En zijn hart is zo groot dat Hij heel wil maken wat wij stuk hebben gebroken. Dat is genade: dat Jezus ons toegenegen is, dat Hij hart voor ons heeft, dat Hij Zichzelf heeft weggegeven voor ons. En zo is Hij bij ons: zijn vergevensgezindheid, zijn goedertierenheid, zijn onbetaalbare liefde is voortdurend om ons heen. Nee, je kunt Jezus niet aanraken, want Hij is als mens in de hemel, maar naar zijn genade verlaat Hij ons nooit meer. Zijn genegenheid is altijd om ons heen en die kun je ervaren als je je ervoor openstelt. Laat je erdoor aanraken. Door die genade van Christus. Zijn hartelijke genegenheid die Hem zijn leven heeft gekost. Laat je er door aanraken.

Naar zijn majesteit is Christus bij ons. Want Jezus blijkt uiteindelijk toch een Koning te zijn. De discipelen hadden Hem er vlak voor de Hemelvaart nog naar gevraagd: Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël? Het was de vraag naar het aardse koningschap: Jezus op een troon in Jeruzalem als eens zijn vader David. Maar dat was niet Gods plan: geen Koning in Jeruzalem maar een Koning aan de rechterhand van God in de hemel. Maar dan wel een Koning die ons naar zijn majesteit nooit verlaat. En dat woord majesteit is eigenlijk hetzelfde als heerlijkheid. En dan zien we weer die wolk: in de bijbel hét teken van Gods aanwezige heerlijkheid. Maar nu wordt de wolk ook het teken van Christus' majesteit en heerlijkheid. Jezus is als mens niet meer hier bij ons op aarde, maar naar zijn koninklijke majesteit verlaat Hij ons nooit meer. Die Christus, die op zo'n intieme en genadige manier bij ons is, is tegelijk een machtige Koning die ons vanuit de hemel regeert en alles geeft wat nodig is.

Naar zijn Geest is Christus bij ons. Die Geest wordt door de Here Jezus de andere Trooster genoemd. Tegen zijn discipelen zei Hij eens: Ik moet heengaan, naar mijn Vader, maar er komt een andere Trooster. Hij zal in eeuwigheid bij u zijn en in u zijn. Zo oneindig nabij is de Here Jezus dus: door zijn Geest woont Hij in ons. Christus woont binnenin ons, als we tenminste in Hem geloven. Christus woont binnenin ons. En we mogen het meezeggen met Paulus: 'Niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij!' Ja, die discipelen, ze konden inderdaad naast Jezus lopen, met Hem praten, Hem een hand geven. Dat is dichtbij. Maar nu woont Christus zelfs in ons en dus is Hij niet ver weg. Hij is nooit ver weg, ook niet als je het moeilijk hebt, ook niet als je zorgen draagt in je hart, ook niet als je wordt aangevochten door de duivel, ook niet als je moet vechten tegen teleurstellingen en bitterheid en wrok, ook niet als je gekweld word door je zonde. Want Christus is ons door zijn Geest altijd oneindig nabij.

* * *

En zo laten die vier woorden uit de Catechismus zien wat de betekenis is van de wolk: Christus is bij ons. We leven in de intieme tegenwoordigheid van Gods Zoon. Dat zie je niet zomaar met je blote oog, want het is een verborgen aanwezigheid. Naar zijn godheid, genade, majesteit en Geest is Christus hier.

En ik wil u oproepen om die aanwezigheid van Christus te vieren in uw leven. Om er elke dag weer van harte open voor te staan. 'Here Jezus Christus, wat ben ik geweldig blij dat U bij mij bent!' Broeders en zusters, leef uw leven met Christus. Niet eenzaam en alleen, maar dichtbij Christus want Hij is om ons heen, Hij is onder ons, Hij is boven ons, Hij is in ons.

En als u buiten een wolk ziet,
denk dan eens aan de wolk van Hemelvaart en
dank Christus voor zijn tegenwoordigheid vol van genade.
Geprezen zij zijn Naam!

Amen.

 

Liturgie voor een middagdienst

Lied 477
Gebed
Psalm 27:3
Matteüs 17:1-8
Handelingen 1:9-11
Psalm 47
Preek over Zondag 18
Lied 234
Geloofsbelijdenis van Nicea
Psalm 27:7
Dankzegging
Collecte
Gezang 23:2,5,6