Onderwijs | LHB en de kerk
Kijk de onderwijs terug op YouTube:
Luister het onderwijs terug als podcast:
De vraag
Het onderwijs van vanmiddag is niet echt een preek over een bijbelgedeelte. Het is een themapreek over een vraag die ons bezighoudt. Je kunt die vraag op veel manieren formuleren: “Wat zegt de Bijbel over homoseksualiteit?” Of: “Hoe helpen wij homo’s en lesbiennes zich welkom te voelen in de kerk?”
Het rapport hierover van de synode van onze kerken heeft als titel: “Ruimte en richting”. En het gaat over: “Homoseksualiteit in de kerk”. De kernvraag die gesteld wordt is deze: “Wat heeft de gemeente van Christus te bieden aan broers en zussen met een homoseksuele geaardheid in haar midden?”
Wat in ieder geval heel belangrijk is, is dat we spreken over broeders en zusters in ons midden, kinderen van God, mensen zoals wij allemaal die verlangen naar echtheid en liefde, naar gezien worden in wie ze zijn, naar ruimte om te leven in Gods koninkrijk van genade.
Gods liefdesverklaring
Daarom lazen we uit Jesaja 43. Daar horen we woorden die voor ons mensen, wie we ook zijn, als balsem voor de ziel aanvoelen. Want God is zo intens op ons betrokken. Wij zijn zijn schepselen, Hij heeft ons gemaakt, en Hij heeft zijn hart aan ons verpand. Dat klinkt door in deze woorden:
“Welnu, dit zegt de HEER,
die jou schiep, Jakob, die jou vormde, Israël:
Wees niet bang, want Ik zal je vrijkopen,
Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij!”
En:
“Jij bent zo kostbaar in mijn ogen,
zo waardevol, en Ik houd zo veel van je.”
Dat is niet minder dan een liefdesverklaring, een uitdrukking van Gods onophoudelijke genegenheid voor ons over wie Hij zijn naam heeft uitgeroepen. En het slot van deze profetische passage luidt dan zo:
“Breng mijn zonen terug van verre,
mijn dochters van de einden der aarde,
allen over wie mijn naam is uitgeroepen,
en die Ik omwille van mijn majesteit
geschapen heb, gemaakt en gevormd.”
Ja, zo heeft God ons allemaal gemaakt, wie we ook zijn, man of vrouw, oud of jong, homo of hetero – we zijn geschapen, gemaakt en gevormd omwille van Gods majesteit. Oftewel: om God te eren en te dienen met wie we in Hem zijn.
Het gaat over mensen
Het gaat vanmiddag dus over mensen. Niet zomaar een thema, een onderwerp, een discussie. Het gaat over mensen. En misschien is goed om iemand in gedachten te nemen nu, iemand die je kent, een homo of lesbienne die gelooft in God en Jezus wil volgen en tegelijk worstelt met zijn of haar geaardheid en een weg zoekt.
En op die weg is er aan de ene kant steun en betrokkenheid en onvoorwaardelijke aanvaarding. Maar aan de andere kant is er vaak ook onbegrip, oordeel en afwijzing. Zo zelfs dat degene die je in gedachten hebt het niet heeft kunnen uithouden in de kerk.
En op die vraag “Wat heeft de gemeente van Christus te bieden aan broers en zussen met een homoseksuele geaardheid in haar midden?” was het verdrietige antwoord: blijkbaar niet de genade en bewogenheid waar naar gezocht werd.
Synodebesluiten (2025)
Wij spreken hier in de gemeente al vele jaren over deze thematiek. En nu zijn we op weg naar het creëren van duidelijkheid voor alle betrokkenen. Dat doen we nu ook omdat de Synode van onze kerk besluiten heeft genomen over de positie van homoseksuele broers en zussen in de gemeente met een relatie die willen leven voor de Heer en bereid zijn zich daarover te verantwoorden. Met de oproep aan alle kerken om zich hierop te bezinnen.
Om welke besluiten gaat dat eigenlijk? Het lijkt me goed om ze in beeld te hebben voordat we zo gaan kijken naar dat kwadrant waar op een eerdere gemeenteavond bij stil hebben gestaan.
Ik heb de genomen besluiten op papier gezet en ze qua formulering iets aangepast, meer in de wij-vorm, en met die wij is nu bedoeld: de lokale kerkenraad en gemeente. Ik lees ze rustig voor zodat we allemaal een beter beeld krijgen van waar we het nu eigenlijk over hebben. En waar nodig geef ik er een kleine toelichting bij.
- Een heilige en veilige kerk | Wij willen staan voor een heilige kerkgemeenschap, waarin ieder zich richt naar het Hoofd, Jezus Christus. Wij zien erop toe dat onze gemeente veiligheid biedt aan alle mensen die hun redding bij Jezus Christus zoeken en dat allen elkaar in zijn naam liefhebben.
- Geen eenstemmigheid, wel eensgezindheid | Wij aanvaarden dat we binnen de kerk niet eenstemmig zijn over de vraag of Gods Woord ruimte biedt voor het aangaan en onderhouden van een homoseksuele relatie. In plaats van te zoeken naar eenstemmigheid, zoeken we naar christelijke eensgezindheid, waarbij allen zich zowel gezamenlijk als persoonlijk in oprechte verantwoording naar de Heer een overtuiging vormen en zichzelf en de ander aan Gods oordeel toevertrouwen. Daarbij blijven we God bidden om verheldering door zijn Geest, zodat wij mogen groeien in de kennis van zijn wil.
- Welkom aan het avondmaal | De kerkenraad ontzegt gemeenteleden die – in overeenstemming met wat onder 2 is geschreven – een homoseksuele relatie aangaan, de deelname aan het avondmaal niet. (Het kerkelijk toezicht heeft niet als doel om een uniforme levensstijl af te dwingen, maar om ieder te bewaren bij Christus als Heer.)
- Roeping tot een ambt | De kerk kan in voorkomende situaties zorgvuldig afwegen of zij iemand met een homoseksuele relatie kan roepen tot het ambt van predikant, ouderling of diaken.
- Gepaste aandacht | In die gevallen waar een homoseksuele relatie door de kerkenraad – in lijn met wat onder 2 is geschreven – wordt aanvaard, kan aan deze relatie gepaste aandacht worden gegeven in het midden van de gemeente. De kerk geeft ook gepaste aandacht en steun aan gemeenteleden die bewust ervoor kiezen om geen relatie aan te gaan.
Dit zijn dus de besluiten van de synode waartoe we ons zullen moeten verhouden als lokale kerk binnen ons kerkverband. En ons hele bezinningstraject zal er dus op moeten uitlopen dat we als kerkenraad en gemeente samen zeggen: het welkom dat wij als gemeente bieden ziet er zo uit.
Het kwadrant
En nu kom ik bij het kwadrant van Joël Boertjens dat een rol speelde op een eerdere gemeenteavond. Mijn bedoeling is nu om dat schema toe te lichten (overigens zonder dat ik daarbij zelf een positie bepaal). Het schema is bedoeld om te laten zien dat er meerdere perspectieven zijn om naar deze thematiek te kijken, waarbij elke invalshoek ook bijbels is geïnspireerd. Want als één ding duidelijk is geworden inmiddels na decennia-lange bezinning is dat het spreken van Gods Woord over homoseksualiteit niet zo eenduidig is als het op het eerste gezicht misschien lijkt. Als het eenduidig was, dan hoefde er niet zo veel over gesproken en geschreven worden.

Het model heeft een verticale as. Bovenaan staat: terug naar Gods schepping. Onderaan staat: vooruit in een gebroken schepping.
Bovenaan betekent dus: God heeft alles goed geschapen en wij moeten ons zoveel mogelijk richten op hoe het oorspronkelijk door God is bedoeld.
Onderaan betekent: we leven na de zondeval in een gebroken wereld en we kunnen niet terug naar de volmaakte schepping zoals die eens was maar hebben als onvolmaakte mensen onze weg te zoeken in een onvolmaakte wereld waarin Gods genade werkzaam is.
Op de verticale as staat links de uitkomst dat er geen ruimte is voor homoseksuele relaties en rechts dat die ruimte er wel is. En zo krijg je vier vakken die aangeven welke positie je inneemt als het om deze thematiek gaat. We gaan ze alle vier apart bij langs. Over elk vak zijn boeken vol geschreven en eindeloze gesprekken gevoerd, en het is nu uiteraard niet mogelijk om tot in detail in te gaan op alles. Dat is veel te veel. Maar ik hoop wel dat wat we nu doen helpt om meer inzicht en overzicht te krijgen. Dat wat duidelijker wordt welke posities je kunt innemen en dat op elke positie het verlangen er is om Gods Woord ook serieus te nemen.
1. HERSTEL
Het eerste perspectief is dat van herstel. Het kijkt naar Genesis 1 en 2 als blauwdruk: God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk (Genesis 1:27). Seksualiteit en liefde worden daar ingebed in een m/v-relatie, een verbond dat zowel lichamelijk als geestelijk is. Hier leeft het verlangen om terug te keren naar die oorspronkelijke harmonie: de mens die leeft zoals God het bedoeld heeft.
Vanuit dit perspectief wordt het hebben van homoseksuele gevoelens gezien als iets dat niet past bij die oorspronkelijke schepping. Er wordt vanuit gegaan dat die gevoelens eerder zijn aangeleerd dan aangeboren. Vanuit een tekst als Romeinen 12:1–2: “Word vernieuwd in uw denken,” leeft de verwachting dat verandering mogelijk is, omdat God mensen herschept.
Herstel betekent hier dat er wordt gezocht naar genezing van de homoseksuele of lesbische verlangens. In dit perspectief wordt dus eigenlijk ontkend dat iemands gender kan afwijken van hoe God het oorspronkelijk bedoeld heeft en dat dat hersteld moet worden. Voelen en leven als hetero is de norm die vanuit de scheppingsorde naar ons toe komt.
2. VARIATIES OMARMEN
Het tweede vak heeft een heel ander vertrekpunt. Hier wordt geloofd dat homoseksuele gevoelens en relaties niet maar een gevolg van de gebrokenheid van de schepping zijn, maar dat ze deel uitmaken van Gods bedoeling. Het scheppingsverhaal wordt gelezen als een verhaal over de diversiteit die door God in de schepping is gelegd. De eindeloze en veelkleurige diversiteit en variatie die we zien in planten, bloemen, dieren, landschappen, krijgt ook gestalte in diversiteit in gender. Je hebt niet alleen bijvoorbeeld biodiversiteit en neurodiversiteit, maar ook genderdiversiteit. En dus ook heel diverse vormen van liefde tussen mensen.
Hier worden de bekende teksten (bv. Leviticus 18:20 en Romeinen 1:24-28) waarin in elk geval op het eerste gezicht homoseksualiteit duidelijk wordt afgewezen niet gelezen als uitspraken over liefdevolle duurzame relaties (omdat die in de tjd van de Bijbel zo nog niet bekend waren), maar als uitspraken die gaan over misbruik, afgoderij, machtsverhoudingen of rituele cultuspraktijken. Zo kende Paulus geen categorie als “moderne wederkerige gelijkwaardige homoseksuele relatie”, maar sprak hij binnen zijn eigen culturele context.
Hier wordt bijvoorbeeld gewezen op een tekst als Galaten 3:28 (“Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus”). Of op Jezus’ ontmoetingen waarin Hij mensen nooit afwijst op basis van hun identiteit, maar altijd vanuit compassie begint. Elke vorm van liefde tussen mensen is in dit perspectief een afspiegeling van Gods eigen liefde die “geduldig en vol goedheid” is (1 Korintiërs 13).
3. CELIBATAIR LEVEN
Het derde vak benadrukt dat Gods bedoeling rond seksuele relaties duidelijk gericht is op de man-vrouw-relatie in het bijbelse huwelijk. Maar in tegenstelling tot het herstel-perspectief is de verwachting hier niet dat er verandering van seksuele oriëntatie. Homoseksualiteit is iets dat blijvend deel uitmaakt van het leven van iemand. Dat is een gegeven en hoort bij de identiteit. Maar, is de gedachte, de Bijbel geeft geen ruimte voor een praktisering van homoseksualiteit. De meest duidelijk nieuwtestamentische tekst hiervoor is wellicht Romeinen 1:26-27 “God heeft hen uitgeleverd aan onterende verlangens. De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke, en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrand.”
De weg van een homoseksuele relatie wordt daarom gezien als strijdig met Gods wil. En daarom wordt er gekozen voor het celibaat, het vrijwillig afzien van een seksuele relatie van liefde en trouw. Dit als een vorm van discipelschap, van navolging van Christus en kruis dragen. En ook: als een daad van bewuste toewijding aan GodZo spreekt Jezus in Mattheüs 19:12 over mensen die omwille van het Koninkrijk kiezen voor een leven zonder huwelijk. En Paulus prijst in 1 Korintiërs 7 het leven van ongehuwd zijn aan als een weg van toewijding waarin mannen en vrouwen onverdeeld zich aan de Heer kunnen toewijden. Celibaat wordt dan niet gezien als gemis, maar als roeping in Gods koninkrijk.
Dit perspectief benoemt eerlijk dat deze weg zwaar kan zijn. Dat een geloofsgemeenschap en vriendschap essentieel zijn om niet te vereenzamen. En dat de kerk geroepen is om deze broeders en zusters niet alleen te laten, maar een huisgezin te zijn waarin diepe relaties mogelijk zijn, zonder dat die seksueel hoeven te zijn.
4. TEGEMOETKOMEN AAN GEBROKENHEID
Het vierde en laatste perspectief kijkt niet naar vóór de zondeval, maar naar het leven ná Genesis 3. Het begint met het besef dat wij leven in een wereld die niet meer zoals in het begin is. Relaties, verlangens, lichamen en patronen zijn beschadigd. Alles is gebroken en iedereen deelt daarin. En daarom wordt gekeken naar hoe God in de Schrift soms ruimte geeft in situaties die niet ideaal zijn.
Je kunt denken aan verhalen zoals David die de toonbroden eet (1 Samuël 21, door Jezus aangehaald in Mattheüs 12). Of naar Jezus die op sabbat geneest: een bewuste keuze om nood te verlichten, zelfs als dat spanning geeft met de wet. In deze lijn wordt dan gezegd: soms is er in de Schrift ruimte voor concessies omwille van het welzijn van mensen. Niet alles wat gebeurt is ideaal, maar God is genadig binnen onze gebrokenheid.
Homoseksuele relaties worden vanuit dit vak gezien als een vorm van genadige tegemoetkoming aan het “alleen zijn” (Genesis 2:18). Niet als Gods scheppingsideaal, maar als een pastorale erkenning dat sommige mensen echte liefde, trouw en verbondenheid ervaren in relaties die de Bijbel niet expliciet als ideaal neerzet. Zoals Paulus in 1 Korintiërs 7 ruimte geeft voor het huwelijk om verleiding te voorkomen, zo wordt hier ruimte gezien voor een relatie als een manier om niet alleen te blijven.
We verlangen misschien wel terug naar het paradijs, waar alles was zoals God had bedoeld, maar we leven in een woestijnachtige wildernis. En daar laat God ons niet alleen. Dit vak benadrukt Gods barmhartigheid en tegemoetkomendheid in plaats van een strikt ideaaldenken. We worden uitgenodigd om te erkennen dat God in het concrete leven anders werkt dan in het oer-ideaal van de hof, en dat Zijn hart altijd bewogen is.
Een christocentrische correctie
Tot zover dit model van Joël Boertjens. Over elk perspectief is uiteraard nog veel meer te zeggen. Dat is voor nu teveel. Wel wil ik benoemen dat het model zelf misschien ook nog vragen kan oproepen. Het model zet in bij de schepping en de gebrokenheid daarvan.
Maar zou het niet goed of zelfs beter te zijn in te zetten bij Christus en bij zijn koninkrijk? Moeten we als we ons over vragen rond homosekusaliteit en relaties bezinnen niet bij Christus beginnen in wie alle schatten van wijsheid en kennis verborgen liggen (Kolossenzen 2:3) en die ons aan elkaar verbindt als broers en zussen? En moeten we niet allereerst spreken over het koninkrijk van Jezus waarin de Heilige Geest volop werkt en ons vernieuwt en tegelijk met ons mee zucht vanwege het lijden en de gebrokenheid (Romeinen 8:22-26)?
Verlegenheid
Ik wil ook nog iets zeggen over verlegenheid die ik voel rond dit thema. Afgelopen week had ik een telefonisch contact met een collega uit het oosten van het land waar ze hetzelfde proces doorlopen ook met ondersteuning van Kerkpunt. Hij zei: het voelt soms zo als een oneerlijk gesprek. En ik herkende dat. Waarom gaat hier zoveel aandacht naar uit? Er zijn zoveel andere thema’s waarover in de Bijbel veel meer wordt gezegd: rijkdom, schepping, zorg voor de armen, verzoening zoeken, onrecht en recht. Waarom zijn er over al dat soort thema’s geen langlopende bezinningstrajecten?
Het voelt soms als een onecht gesprek. Want we praten er vooral over en zijn nauwelijks in verbinding met onze broers en zussen om wie het gaat en die een verlangen hebben om Jezus te volgen in hun eigen situatie.
En het voelt soms als een onbescheiden gesprek, een gesprek waarin we zonder al te veel moeite denken tot duidelijkheid te kunnen komen. Er is al zoveel gezegd en geschreven. En wie zich verdiept ontdekt ook de complexiteit van vragen over zowel het spreken van de Schrift als het thema komoseksualiteit maar ook breder genderdiversiteit. Dat vraagt ook bescheidenheid en nederigheid en werkelijke verlegenheid die zegt: ‘Ik kom er gewoon niet uit’.
Een gebroken gemeente
Ik wil eindigen met een citaat uit het boek van Boertjens:
‘We eten allemaal van hetzelfde genadebrood’, zo vertrouwde een oudere dame uit de kerk mij tijdens mijn stageperiode toe. Deze uitspraak is mij altijd bijgebleven. Iedere kerk is een gebroken gemeenschap. Het beleid in de gemeente is imperfect, het geloofsleven kan bij iedereen sprankelender, ieders identiteit is aangetast en aangevochten, en niemands seksualiteit is volledig heel. Hetero’s, homo’s en transgenders hebben hierin wellicht meer gemeen dan zij zelf over en weer van elkaar denken. Gebrokenheid trekt zich niets aan van categorieën, afkomst en prioriteitenlijstjes. Gebrokenheid raakt ieders denken, doen en voelen. Gebrokenheid is een fundamenteel onderdeel van de gemeente van de gebroken Christus uit Nazaret. (…)
Waar wij stoppen met het neerhalen van (de) vlaggen (van ons eigen gelijk) en onze witte vlag van overgave aan Hem laten wapperen, mogen wij erop vertrouwen dat de Vredevorst een krachtig werk van herstel zal doen. Leven blazen in wat doods is, is nu eenmaal de specialiteit van onze Koning! Waar Hij opstaat, en wij samen met Hem, groeien als vanzelf vruchten van nieuw leven.”
