Overdenkingen | Gelukkig de vredestichters
Kijk de overdenkingen terug:
Beluister de overdenkingen als podcast:
Aan de Avondmaalstafels staan we stil bij drie uitspraken van Jezus in de Bergrede. Die rede is eigenlijk één lange toespraak over de vrede. Over de vrede van het koninkrijk van God op aarde zoals in de hemel.
Tafel 1 – Matteüs 5:9
“Gelukkig de vredestichters,
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.”
Zo worden jullie vandaag aangesproken: vredestichters!
Misschien voelt dat niet helemaal passend. Misschien denk je aan momenten waarop je eerder het tegenovergestelde was: een ruziezoeker, een onruststoker, iemand die veel te scherpe woorden sprak waardoor er gedoe kwam en juist geen vrede.
En toch spreekt Jezus ons zo aan. Niet omdat we het al zijn, maar omdat Hij het voor zich ziet. Want Jezus is in de Bergrede bezig om ons een nieuwe wereld voor ogen te schilderen. Een wereld waarvan je bijna zou kunnen zeggen, met woorden van Paulus:
“Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord,
wat in geen mensenhart is opgekomen,
dat heeft God bestemd voor wie Hem liefhebben.”
Dat is het koninkrijk van God, dat er iets van de hemel zichtbaar wordt op aarde door mensen die Hem liefhebben.
En Jezus’ uitnodiging is om ons te laten verrassen door wat er in dat koninkrijk allemaal mogelijk is. Daar is vrede mogelijk. Dat het weer goed voelt tussen God en ons. Dat het weer goed komt tussen mensen. Dat je harmonie ervaart.
Aan deze tafel ontvangen we vrede, omdat Jezus ons verzoent met God. En tegelijk worden we uitgenodigd om mee te doen in die wereld “die geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord,
die in geen mensenhart is opgekomen” maar die wel bestaat in het hart van God en in het hart van Jezus. Een wereld vol vrede. Een wereld waarin wij, zoals we hier samen zitten, zelf ook vrede uit delen, vrede stichten.
Jezus die de ware Vredestichter is, zegt tegen ons: wees ook vredestichters. Want dán zul je kind van God genoemd worden. Dan zul je herkenbaar zijn als zoon of dochter van de hemelse Vader. En Hij wil niets liever dan dat. Daarvoor leefde Jezus en gaf Hij zijn leven.
Tafel 2 – Matteüs 6:6
“Maar als jullie bidden, trek je dan terug in je huis, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.”
Waar begint de vrede? Midden in de Bergrede (want de passage over het gebed vormt het centrum van Jezus toespraak over de vrede) zegt Jezus daar dit over. Vrede begint in stilte. Vrede begint in het verborgene. Vrede begint in de binnenkamer.
Want we worden uitgenodigd door Jezus om ons terug te trekken, om de deur dicht te doen. Dat betekent zoveel als: ga naar binnen. Maak je los van alles wat er te doen en te zien en te zeggen is. En wees alleen met de Vader in het verborgene. Misschien is dat verborgene wel allereerst ons hart, onze ziel.
Veel mensen verlangen vandaag de dag naar innerlijke vrede. In een uiterlijke wereld vol onrust en chaos is dat een begrijpelijk en goed verlangen. Dat zegt dus ook Jezus. En Hij is er concreet over: je vindt die innerlijke vrede door naar binnen te gaan, je af te sluiten en in de binnenkamer van je hart de Vader te ontmoeten.
Maar elke ruimte kan een binnenkamer worden. Deze kerkruimte is op dit moment ook een binnenkamer. We zijn hier samen even los van alles wat ons bezig houdt (dat proberen we tenminste) en van wat er in de wereld gebeurt, om bij God te zijn in de naam van Jezus.
Het is juist in die stille ruimte, achter gesloten deuren, dat je ontdekt: mijn Vader ziet mij. Hij kent mijn hart, mijn pijn, mijn zorgen. En daar kun je in die binnenkamer ook met Hem over spreken.
En dáár, in dat stille bidden, komt de vrede van God je tegemoet. Want die beloning waarover Jezus spreekt (“en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen”), die beloning is: dat je vrede ervaart, dat je Gods liefdevolle aanwezigheid ervaart, dat er een stille vreugde komt, dat er een rust over je komt die je nergens anders kunt vinden. Hij is hier. God is hier. Jezus is hier. De Geest is hier.
Aan deze tafel – die nu even onze binnenkamer is, delen we brood en wijn, en kan onze ziel tot rust komen. Wie in het verborgene eet en drinkt en bidt, ontvangt Gods liefde en vrede in het hart.
Tafel 3 – Matteüs 7:12
“Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.”
We ontvangen de vrede in het verborgene. Maar Jezus gaat dan ook verder en laat zien hoe die vrede concreet wordt. Vrede blijft niet opgesloten in je binnenkamer. Vrede zoekt een weg naar buiten, naar de ander, de wereld in.
En het bijzondere is: Jezus maakt het heel eenvoudig. Niet ingewikkeld, niet zwaar, niet veel. Niet een heleboel geboden, handreikingen en richtingwijzers. Maar eigenlijk maar één regel. Wordt ook wel de gouden regel genoemd.
“Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden.” Dat is de weg van vrede in het alledaagse leven. Die regel houdt in dat je stil leert te staan bij de vraag hoe jij zelf behandeld wilt worden. Hoe wil je graag dat mensen met jou omgaan? Zou jij je gezien willen voelen, gerespecteerd en geliefd? Of zou je misschien liever veroordeeld worden, genegeerd en afgewezen?
Als je in je eigen hart kijkt dan ontdek je daar al snel het verlangen naar vrede. En zo wijst deze regel van Jezus de weg van vrede in het alledaagse leven, omdat het steeds om gewone, kleine keuzes gaat. In een gesprek aan de eettafel. In een appje dat je snel typt. In de manier waarop je iemand begroet of juist negeert. Vrede stichten gaat niet allereerst over grote verdragen of over een wapenstilstand. Het gaat vooral over kleine daden van aandacht en liefde, vreugde en vrede.
Kleine daden maken in het koninkrijk van God een groot verschil.
Jezus noemt deze regel zelfs het hart van de Wet en de profeten. Dit is de kern. Hoe mensen met elkaar omgaan, naar elkaar kijken, zich in elkaar inleven. Op andere momenten zegt Jezus dat het gaat om de liefde voor Gód en voor de naaste. Maar hier leert Jezus ons om heel concreet stil te staan bij onszelf en bij onze naaste.
Hoe wil je zelf behandeld worden? Behandel anderen dan ook zo.
Dus aan de Avondmaalstafel is het heel wezenlijk om niet alleen naar God te kijken, maar ook echt naar elkaar. Vrede is iets wat zich tussen mensen afspeelt. De vrede die je van God ontvangt in de binnenkamer, de plek waar je verlangens gevormd worden, is de bron voor een vredevolle omgang met elkaar. Dat is wat Jezus van ons verlangt. Dat is wat Jezus ons wil geven.