Preek | Een verborgen schat
Zondag 25 mei 2025, Jos Douma
Lezen: Matteüs 13:44-52 | Tekst: Matteüs 13:44
Luister de preek terug als podcast:
Kijk de preek terug op YouTube:
1
Een schat verstopt in een akker.
Met dat beeld opent Jezus dat kleine verhaal dat toch grote impact op je leven kan hebben. En met dat beeld van die akker wil ik vandaag mijn werk hier beginnen. In Emmeloord, in de Noordoostpolder – met akkers in overvloed!
Ik betrek dat kleine verhaal van Jezus meteen even op mijn eigen leven. Een schat verstopt in een akker. Zou die schat misschien Pro Rege kunnen zijn? Gevonden in de akkers van de polder? Ik heb in elk geval meteen alles verkocht… Niet echt natuurlijk.😉 Maar Joke en ik hebben wel veel losgelaten om hier een nieuw begin te maken. En we doen dat met vreugde.
Ik merk dat ik er ook echt zin in heb in jullie midden het evangelie te delen: op de preekstoel of het podium, in pastorale ontmoetingen, in jeugdgroepen, met de kinderen, gewoon in ons dagelijkse samenleven.
Het evangelie delen – dat andere beeld van Jezus raakt mij ook: “iemand die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden en die uit de schatkamer nieuwe en oude dingen tevoorschijn haalt”. Dat vind ik een mooie taakomschrijving voor een predikant.
Die ‘schatkamer’ uit vers 52, dat is trouwens precies hetzelfde woord als die ‘schat’ uit vers 44. Daar kom ik straks nog wel op terug. Het gaat om dit woord: ‘thesaurus’. En deze mini-rebus kan helpen om dat woord te onthouden.😄
2
We duiken de gelijkenis in. Het is echt een klein verhaal. Maar 29 woorden in onze Nederlandse vertaling en 31 in het Grieks. Het is een van de vele kleine en ook grotere verhalen die Jezus vertelt om mensen wakker te maken voor het koninkrijk van de hemel.
Want daar draait alles om in de toespraken die Jezus houdt. Steeds opnieuw prikkelt hij onze nieuwsgierigheid naar dat koninkrijk. Want Hij is daar zelf vol van. Dat kan ook niet anders, want Hij is de koning van dat koninkrijk! En hij wil niets liever dan dit: dat wij dat koninkrijk gaan zien, dat wij dat koninkrijk binnengaan, dat wij mee gaan doen in dat koninkrijk.
Maar wat is dat koninkrijk? We krijgen geen definities. We krijgen vooral verhalen en beelden. Blijkbaar kom je met je verstand, met je ratio niet erg ver als je het koninkrijk wilt leren kennen. Daar is verbeeldingskracht voor nodig, een hart dat meedoet, een scheutje heilige fantasie.
We zien het voor ons, hoop ik. Iemand is op een akker aan het werk. Aan het graven of spitten. Jezus zegt niet of het een man of een vrouw is. Hij zegt letterlijk: “Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat die verborgen lag in een akker. Een mens vond hem…”.
Dat zijn wij dus allemaal. Mensen. We worden meteen het verhaal in getrokken. Een mens vond een schat, een persoon, iemand met een naam en een levensverhaal. Jij en ik. Wij allemaal.
En die mens is volkomen verrast. Want bedenk wel: hij of zij was niet aan het zoéken. In de gelijkenis van de kostbare parel die erop volgt is er wel iemand op zoek: “Een koopman was op zoek naar mooie parels” (13:45-46). En die zoektocht heeft uiteindelijk succes. Maar op die akker is een mens die helemaal niet speciaal aan het zoeken is. Hij of zij is gewoon aan het werk op die akker. Midden in het dagelijkse leven gebeurt er iets bijzonders en wordt deze mens volkomen verrast. Al spittend of ploegend komt er onverwacht een schat tevoorschijn. Wat een verrassende vondst!
3
Misschien houdt de volgende vraag je bezig, ik liep er in elk geval wel tegenaan: is het eigenlijk wel eerlijk wat de vinder doet? Hij vindt een schat, verbergt hem weer, zegt niets tegen de eigenaar van dat stuk land, en koopt dan die akker. Dat schuurt misschien met ons rechtvaardigheidsgevoel. In de tijd van Jezus werd dat in elk geval niet als immoreel gezien – vooral als de schat al eeuwen oud was en niemand er meer recht op had. Maar belangrijker is dit: Jezus houdt geen betoog over eigendomsrecht, hij deelt geen juridische casus. Nee, hij vertelt een gelijkenis, een verhaal. En zo’n verhaal leent zich niet allereerst voor analyse en voor rationele vragen die bij ons opkomen.
Want is wel de bedoeling van gelijkenissen? De taal van een verhaal richt zich niet allereerst op ons hoofd, op ons denken, maar op ons hart, op ons voelen en ervaren, op onze verbeelding. Verhalen, daar kun je in wonen, je kunt erin ronddwalen en er je eigen plek in vinden. Verhalen roepen onze verbeelding wakker. Verhalen kunnen ook confronteren, maar dwingen doen ze nooit.
Jezus dwingt ons niet om dat koninkrijk te omarmen. Hij houdt geen dichtgetimmerde betogen waar je dan eigenlijk niet meer onderuit kunt, ook al zou je dat wel willen. Nee, de verhalen van Jezus openen een ruimte. Ruimte waarin we op zoek kunnen gaan naar wat van waarde is, wat betekenisvol is. En we krijgen de ruimte om dat ook zelf in te vullen.
Niet de vraag ‘Wat betekent dit precies?’ helpt verder. Maar vragen als: Waar raakt dit mijn leven? Welk verlangen wordt hier aan geraakt? Hoe zet dit verhaal mij in beweging? Want Jezus wil niets liever dan dit: dat wij zijn koninkrijk gaan zien, dat wij dat koninkrijk binnengaan, dat we mee gaan doen in dat koninkrijk van liefde, vreugde en vrede.
Jezus weet ook dat dat verzet kan oproepen. Dat je je hakken in het zand zet. Dat is nog een reden waarom hij verhalen vertelt: als je echt niet wilt, dan kun je gewoon een beetje schamper doen over die ‘verhaaltjes’ van Jezus. Simpele verhaaltjes zijn het. Verhaaltjes voor het slapengaan. Ja, als je de verhaaltjes zo wegzet, dan val je inderdaad in slaap.
Maar het zijn dus juist verhalen om wakker te worden. Wakker in Gods nieuwe wereld.
4
En weet je wat mij dan vooral raakt in dit verhaal? Dat de schat gevonden wordt in een akker. En die akker, dat is het gewone leven, het gewone alledaagse leven dat ook best vaak modderig is. We maken moeilijke dingen mee, er ervaren tegenslagen, we zijn bezorgd over alles wat er in de wereld speelt, we maken fouten en vallen anderen en onszelf tegen. Maar midden in die modderigheid van die alledaagse wereld kun je dus een schat vinden: het koninkrijk van de hemel. De liefdevolle aanwezigheid van Jezus. De vrede van de heilige Geest. De liefde van God.
Die akker is trouwens misschien ook wel ons binnenste, onze ziel, ons innerlijke leven. En dan ligt die schat dus binnen in ons verborgen. Dat zegt Jezus ook een keer: “het koninkrijk is in uw binnenste” (Lucas 17:21).
En degene die de schat vindt is verrast en uit vreugde gaat hij of zij alles verkopen. Dat is ook zo’n verhaalelement waar je uren mee bezig kunt zijn. Wat moet ik dan verkopen? Wat kan ik loslaten? Van wat of wie in mijn leven kan ik beter afscheid nemen wil ik tenminste die schat kunnen ontvangen?
En ook: er zit vreugde in dit verhaal, geen plicht. Geloven in het koninkrijk van God hoeft niet te voelen als een verplichting, maar is juist bedoeld als iets vreugdevols.
5
Lieve mensen, één preek is bij lange na niet genoeg om zo’n klein verhaal uit te pakken. Daar is veel meer tijd en ruimte voor nodig.
Daarom wil ik nu alleen nog terugkomen op die ‘thesaurus’. “Het is met het koninkrijk van de hemel als met een schat…” Die schat is een thesaurus. Dat woord komen we in het alledaagse Nederlands niet zo vaak tegen. Maar het wordt in het Nederlands wel gebruikt om een woordenschat aan te duiden. Zo bestaat er bijvoorbeeld een ‘Thesaurus Zorg en Welzijn’: een overzicht van belangrijke woorden en wat ze betekenen, speciaal bedoeld voor mensen die werken in zorg en welzijn.
En nu houd ik nogal van woorden – taal is zeg maar echt mijn ding.🙂 En daarom vond ik het mooi dat er in de voorbije maanden van het beroepingsproces, drie woorden naar boven zijn gekomen die ik ervaar als sleutelwoorden voor wat ons samen te doen staat. En ze zingen al een klein beetje rond. Drie woorden, een heel klein woordenschatje, een inimini thesaurus:
Verbinding. Veiligheid. Vreugde.
Ik ervaar ze als sleutelwoorden, als sleutels van het koninkrijk van de hemel. Zo gaat dat koninkrijk open. En het zijn niet alleen maar woorden. Het zijn menselijke ervaringen. Hier verlangen we naar.
Verbinding is: dat je je verbonden voelt met de mensen om je heen, met jezelf, met God. Dat je van elkaar houdt en elkaar genade gunt. Maar we weten ook allemaal dat die verbinding zoek kan raken. Dat we van elkaar vervreemden, dat we elkaar niet kunnen vasthouden.
Veiligheid is: dat je je ergens veilig voelt, dat je fouten durft te maken, dat je eerlijk vanuit je hart kunt spreken zonder bang te hoeven zijn om veroordeeld te worden, dat je kwetsbaar kunt zijn. Maar we weten ook allemaal dat dat moeilijk is, dat het onveilig kan zijn, ook in de kerk, dat er dingen gezegd zijn en worden die pijn doen, dat je je veroordeeld voelt.
Vreugde is: de sprankeling die je voelt bij kleine en grote momenten van geluk. Dat je je verwondert je over de schoonheid van het leven. Dat je dankbaarheid ervaart. Maar we weten ook hoe breekbaar de vreugde is en hoe je leven en ook het leven in de gemeente overschaduwd kan raken door zorgen, verdriet en matheid.
En ik wil op dit moment graag met jullie persoonlijk delen dat er al heel vroeg in het beroepingsproces een belangrijk moment was. Het was maandagmorgen 4 november. Dat is alweer even geleden. Peter Willems en ik hadden een telefoongesprek. Ik zie me nog zitten in de stoel in de voorkamer bij het raam. Ik voelde me wat grieperig die dag. We spraken over wat er speelde in het beroepinsgproces en over de gemeente en wat er nodig was. En toen zei Peter: “De vreugde van God moet terugkomen in de gemeente”.
De vreugde van God. Dat raakte me toen erg. Want ik proefde daar in het verdriet over alles wat er gebeurd is. Maar ook heel veel verlangen naar nieuwe vreugde, verlangen dus naar de ervaring van het koninkrijk van de hemel op aarde.
6
En we weten allemaal dat dat niet maakbaar is. En al helemaal dat ik dat niet in mijn eentje kan als nieuwe predikant. Maar ik hoop dat we ook geloven dat die drie sleutelwoorden, die gewone woorden die zo goed passen in ons alledaagse modderige leven – dat die woorden kracht in zich hebben.
“Want het koninkrijk van God bestaat niet uit woorden, maar uit kracht” (1 Korintiërs 4:20). Laten we samen de kracht van verbinding weer ontdekken, de kracht van veiligheid ervaren en de kracht van vreugde weer voelen. Want zo komt het koninkrijk van God te voorschijn.
Laten we samen zoeken naar het koninkrijk van God, en ons laten verrassen door de onverwachte plekken en momenten waarop we dat vinden.
Zingen: Zoek eerst het koninkrijk van God
Gespreksvragen
- Wanneer heb jij je voor het laatst verrast gevoeld door iets wat je niet zocht, maar wat kostbaar bleek te zijn?
- Waar in jouw ‘akker’ – jouw dagelijks leven – zou een verborgen schat kunnen liggen?
- Wat zou jij moeten loslaten om meer ruimte te maken voor het koninkrijk van God in je leven?
- Welke rol spelen verhalen in jouw geloofsleven? Word jij eerder wakker of slaperig van Jezus’ gelijkenissen?
- Hoe kun jij vandaag het koninkrijk van God ‘zien, binnengaan en meedoen’?
- Welke van de drie woorden – verbinding, veiligheid of vreugde – raakt jou op dit moment het meest, en waarom?
- Waar zie jij tekenen van het koninkrijk in de gemeente of in je omgeving?
- Hoe ervaar jij de spanning tussen het alledaagse en het heilige in jouw bestaan?
- In welk opzicht is het voor jou vreugdevol om leerling te zijn in Gods koninkrijk?
- Wat zou er gebeuren als we als gemeente samen de ’thesaurus van het koninkrijk’ verder ontdekken en openen en leven uit die woorden?