Preek | Wegwijs in Gods koninkrijk
Bijbellezing: Matteüs 4:12-22
Kijk de preek terug op YouTube:
Luister de preek terug als podcast:
[Onder de preek vind je gespreksvragen]
1
Alweer zo’n tien jaar geleden, had ik een gesprek met een twintiger uit de gemeente van de Plantagekerk in Zwolle. Ze was naar me toe gekomen en vertelde eerlijk dat ze moeite had met mijn preken. Ze hoorde veel over Jezus en over het koninkrijk. Maar eigenlijk niets over zonde en genade en dat Jezus voor ons gestorven is aan het kruis. Het evangelie klonk niet! Dat was haar samenvatting.
We planden een gesprek en ik vroeg toen aan haar: ‘Jij hoort in mijn preken weinig evangelie, maar wat is volgens jóu dan het evangelie? Wat is het goede nieuws?’ Ze dacht heel even na, en zei toen: ‘Dat we zondig zijn, en dat Jezus ons verlost door het kruis.’
Toen zei ik, en ik weet nog dat ik het best een beetje spannend vond om dat te zeggen: ‘Maar dat is toch geen góed nieuws? Je begint met slécht nieuws: we zijn zondig! En je begint ook nog eens bij jezelf, terwijl we het in de kerk zo belangrijk vinden dat alles bij God begint!’
We hadden daar vervolgens een goed en eerlijk gesprek over waarbij we elkaar over en weer probeerden te begrijpen. Dat gesprek is mij zo bij gebleven omdat dat natuurlijk echt een heel belangrijke vraag is. Wat is nu eigenlijk het evangelie?
2
Kijk, we kunnen in de kerk over heel veel zaken van mening verschillen, maar ik denk dat we het hier allemaal over eens zijn dat het in de kerk en het christelijke leven gaat om het evangelie. Het goede nieuws. Dat is om zo te zeggen het bestaansrecht van de kerk, het fundament van de kerk. Dat evangelie willen we horen, willen we delen, willen we uitleven.
Maar dan is dus een heel belangrijke vraag: Wat is dan dat evangelie? Want er zijn best veel verschillende antwoorden mogelijk op die vraag. Ik geef nu zes mogelijke antwoorden. En bij voorbaat zeg ik dat ze alle zes een kern van waarheid bevatten, maar toch zou ik een ander antwoord willen geven, het zevende antwoord.
1 Het evangelie is dat Jezus Christus voor onze zonden gestorven is aan het kruis en is opgestaan, zodat ieder die in Hem gelooft eeuwig leven heeft en naar de hemel gaat.
2 Het evangelie is dat Jezus van mij houdt en dat God liefde is.
3 Het evangelie is dat er Iemand is die het leven betekenis en zin geeft.
4 Het evangelie is dat ik er gewoon mag zijn, dat ik welkom ben, ook met mijn gebrokenheid, omdat er genade is.
5 Het evangelie is: God liefhebben en de naaste als jezelf.
6 Het evangelie is: de ervaring dat God in ons woont, dat we één zijn met Christus en in Hem rust vinden.
Veel daarvan klinkt vertrouwd en er is ook niets van wat ik nu gezegd heb wat niet bij het evangelie hoort. Maar ik ga een zevende antwoord geven, het antwoord waar we wat mij betreft de komende tijd mee op weg gaan om te ontdekken hoe dat werkt in ons dagelijkse leven.
3
Maar voordat ik dat zevende antwoord geef, doen we eerst de Bijbel open in Matteüs 4. We lezen dus een evangelie. Want als je wilt weten wat het evangelie is, dan ligt dat eigenlijk best wel voor de hand: dat je een evangelie open doet en Jezus ontmoet. Wie kan ons beter antwoord geven op de vraag wat het evangelie is dan Jezus zelf?
Matteüs vertelt over Jezus dat Hij gaat wonen aan het Meer van Galilea, in het plaatsje Kafarnaüm, in het gebied van Zebulon en Naftali. Dat is ergens in het Noorden van Israël. Op de Nederlandse kaart hebben we het dan ongeveer over de provincie Groningen. Daar is niks mis mee, zou ik zo zeggen.
En dan doet Matteüs zelf ook zijn bijbel open. “Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jesaja.” Dus we gaan terug naar de profeten. Dat is best opvallend: de evangeliën grijpen eigenlijk nooit terug op Genesis, op het begin van de geschiedenis van God en mensen – het Genesis waar we al snel horen over de val van de mens. Nee, er wordt voortdurend teruggegrepen op de profeten. Speciaal op Jesaja. En de profeten vertellen midden in een gebroken wereld, een wereld vol chaos en oorlogsdreiging, een wereld vol machtsstrijd en rijken die de armen onderdrukken (het lijkt onze wereld van vandaag wel) – midden in die gebroken wereld vertellen profeten dat er hoop is, dat er een nieuwe wereld komt, dat God een gebroken wereld heel gaat maken.
En Matteüs laat zien, doordat hij teruggrijpt op de profeet Jesaja, dat we tegen die achtergrond Jezus moeten zien verschijnen. Over Galilea zegt Jesaja dat dat het land van de heidenen is – ik weet niet of we het dan nog steeds moeten vergelijken met de provincie Groningen;-). Maar het is wel veelzeggend dat Jezus niet in Jeruzalem in de tempel, maar ergens op een plek waar ongelovigen wonen begint met zijn verkondiging. Jezus is vanaf het allereerste begin missionair bezig.
En dan klinken deze woorden:
“Luister: het volk dat in duisternis leefde,
zag een schitterend licht,
en zij die woonden in de schaduw van de dood
werden door het licht beschenen.”
Licht. Er komt licht. Er is een nieuwe begin. Opnieuw gebeurt wat er helemaal aan het begin gebeurde. God zei: “Laat er licht zijn.” En als echo daarvan zal Jezus later zeggen: “Ik ben het licht voor de wereld.” Hier komt dat Licht opnieuw de wereld binnen om alles nieuw te maken.
Zo wordt de komst van Jezus met zijn verkondiging dus geïntroduceerd door Matteüs via de profeet Jesaja. En als er in een evangelie uit de profeten of de psalmen geciteerd wordt, moet je bedenken dat dan niet alleen dat ene citaat belangrijk was, maar dat ook de context mee klonk. We luisteren daarom nog naar wat meer woorden en zinnen uit Jesaja 9. Want dit moet ook meeklinken:
“U hebt het volk weer groot gemaakt,
diepe vreugde gaf U het,
blijdschap als de vreugde bij de oogst,
zij jubelen als bij het verdelen van de buit.”
“Een kind is ons geboren,
een zoon is ons gegeven;
de heerschappij rust op zijn schouders.
Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman,
Sterke God, Eeuwige vader, Vredevorst.”
“Groot is de heerschappij en zonder einde de vrede
voor de troon van David en voor zijn koninkrijk;
ze zijn gegrondvest op recht en gerechtigheid
en staan vast voor altijd en eeuwig.
De HEER van de hemelse machten
brengt dit in zijn vurige liefde tot stand.”
En dit is allemaal inleiding op wat er nu gaat komen. De toon wordt gezet, de sfeer wordt getekend: een koning, vreugde, vrede, recht en gerechtigheid, vurige liefde.
4
“Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging.” En wat Matteüs nu optekent uit de mond van Jezus, dat is om zo te zeggen een samenvatting vooraf, de kern: hier gaat het om, dit is waar Jezus voor is gekomen.
En dan zijn we bij dat zevende antwoord waar ik het al even over had. Wat is het evangelie? Wat is het goede nieuws? Dat Jezus naar ons toekomt, dat Jezus ons aankijkt en zegt:
“Kom tot inkeer,
want het koninkrijk van de hemel is nabij.”
Dus als we naar Jezus toe gaan met de vraag: wat is het evangelie? Dan is dit zijn antwoord:
“Het koninkrijk van de hemel is nabij,
kom tot inkeer.”
In het evangelie van Marcus staat het er nog krachtiger (Marcus 1:14-15):
“Jezus ging naar Galilea,
waar Hij Gods goede nieuws verkondigde.
Dit was wat Hij zei:
‘De tijd is aangebroken,
het koninkrijk van God is nabij:
kom tot inkeer
en geloof dit goede nieuws.’”
Het evangelie begint dus bij God. Niet bij ons. Als we het evangelie verwoorden door te beginnen met te zeggen dat wij zondige mensen zijn, dan is dat een verkeerd begin. Dat is geen goed nieuws. En als we dat zo zeggen dan begint het bij onszelf. Dan komen we zelf in het centrum te staan.
Nee, het evangelie is goed nieuw en het begint bij God. Het begint in de hemel. Het komt naar ons toe nog voordat we erom vragen, nog voordat we behoefte hebben aan verlossing, nog voordat we op zoek zijn naar de betekenis van ons leven.
Het komt bij God vandaan, uit de hemel. Daarom worden die twee uitdrukkingen ook afwisselend gebruikt: ‘het koninkrijk van de hemel’ en ‘het koninkrijk van God’.
Het is in ieder geval niet ‘het koninkrijk van de mens’, of ‘het koninkrijk van de aarde’, en ook niet dat politieke koninkrijk waar de mensen op zaten te wachten in Jezus’ tijd. Dat de Romeinen met geweld verdreven zouden worden.
Het is het koninkrijk van Gód, het koninkrijk van de hémel. Het is de aanwezigheid van Gods vrede en vreugde. En het is niet ergens ver weg, in een verre hemel. Het is hemel-op-aarde, God-dichtbij-mensen. En over dat koninkrijk is zoveel te vertellen. In dat koninkrijk valt er zoveel te zien en te beleven. En Jezus vertelt er steeds weer nieuwe verhalen over. Over verloren zonen, schapen, geldstukken. Over een verborgen schat, over een herder, over een bruiloftsfeest, over kinderen die bij Jezus komen. En Hij verrast ons met beelden: de wijnstok, het licht, de wind, de geur van vers gebakken brood, zaad in akkers dat vrucht draagt en ga zo maar door. Hij raakt ons in onze diepste verlangens als hij spreekt over vrede, zachtmoedigheid, eerlijkheid, vreugde, integriteit, veiligheid, geduld, verbinding, goedheid, innerlijke kracht, vertrouwen. De woordenschat van het koninkrijk van God is onuitputtelijk en Jezus raakt niet over uitgepraat. En het kost hem alles, want de mensen zitten er niet vanzelfsprekend op te wachten op dat koninkrijk. Want het is een inbreuk op ons vertrouwde leventje. En daarom staat er midden in dat prachtige koninkrijk ook een kruis.
5
Want met de boodschap van dat prachtige koninkrijk komt ook een uitnodiging mee, een oproep. “Kom tot inkeer.” Want als onze ogen opengaan en we gaan zien hoe prachtig dat koninkrijk is, begint het ook tot ons door te dringen, dat ons dagelijkse leven heel vaak niet matcht met dat koninkrijk. En dat weet Jezus, maar Hij zegt dat niet, Hij zegt: “Kom tot inkeer.” Metanoia is het woord dat hij gebruikt. “Ga anders denken, ga anders kijken, ga anders leven – want dat is mogelijk omdat Ik alles nieuw maak!” Dat is het veelbelovende van zo’n oproep. Want Jezus zou dat natuurlijk niet zeggen als het niet kon. Het kan. Het kan door de Geest die in ons werkt. Het kan omdat er zoiets bestaat als opnieuw geboren worden. Het kan omdat we als mensen een keuze kunnen maken om anders te gaan leven.
En dat andere leven, dat noemen we wel: discipelschap. Of we noemen het: navolging. Of we noemen het: een leerling van Jezus worden. Of we noemen het: wegwijs worden in Gods koninkrijk.
Hoe je het ook noemt, het is allemaal een reactie op de oproep van Jezus: “Kom tot inkeer! Kom, volg Mij!”
Maar voor vandaag vind ik dit het belangrijkste. Dat we die vraag ‘Wat is het evangelie’ leren beantwoorden met iets wat Jezus zelf zegt. Het evangelie is dat Jezus naar ons toe komt en ons aankijkt en met liefde en vreugde zegt: “Het koninkrijk van God is nabij. (…) Kom tot inkeer.”
6
Daar is nog eindeloos meer over te vertellen. We kunnen elkaar ook verhalen vertellen over hoe dat werkt in onze levens: Jezus volgen, binnengaan in zijn koninkrijk, je dagelijks bekeren tot de Heer. En ik hoop van harte dat we samen willen groeien in het wegwijs worden in dat koninkrijk. Dat we de weg er weten te vinden. Dat we de wijsheid van het koninkrijk ontdekken. En dat onze levens daardoor veranderen.
Nu wil ik tenslotte nog drie wegwijzende woorden meegeven als eerste handreiking om dat koninkrijk van God binnen te gaan. ik moest van de week denken aan een uitspraak die veel jaren geleden wel vaker werd gedaan in kerken waar broeders en zusters soms tegenover elkaar stonden. Er werd door sommigen heel veel nadruk gelegd op regels, en afspraken en op de leer van de kerk. Anderen zeiden: nee, het gaat om de liefde, het gaat om goed met elkaar omgaan, het gaat om de vrede zoeken.
En dan klonk dit zinnetje: ‘Het gaat niet om de leer, maar om de sfeer’. Al zo’n twintig jaar geleden gebruikte ik die woorden eens in een preek.
En ik had wel een mooie vondst, dat dacht ik zelf in elk geval: ‘Het gaat niet om de leer, het gaat niet om de sfeer, het gaat om de Heer!’
Vandaag wil ik het graag zo zeggen. Als we het koninkrijk van de hemel willen binnengaan, als we wegwijs willen worden in Gods koninkrijk, dan zijn deze drie belangrijk,
in deze volgorde:
De Heer
De sfeer
De leer
1 De Heer van het koninkrijk
Centraal in het koninkrijk staat de Heer. Jezus is de Koning van het koninkrijk. Hem aanbidden wij. Hem willen we steeds beter leren kennen. Hij is de eeuwige Koning, de hoogste Profeet en de enige Hogepriester. Wie wegwijs wil worden in Gods koninkrijk, wil Jezus steeds beter leren kennen als Heer en Hem volgen.
2 De sfeer van het koninkrijk
Als Jezus ons leven binnenkomt brengt hij liefde, vreugde en vrede met zich mee. Als wij naar Hem toe gaan en in zijn aanwezigheid zijn, dan zijn wij ‘in de hemelsferen’, in de sfeer van de heilige Geest. Ik vind dat een mooi woord: sfeer. Je voelt het als er ergens een goede sfeer is, en ook als de sfeer bedorven is merk je dat. De sfeer van het koninkrijk kunnen we leren ervaren met behulp van de drie glasparels: blauw voor veiligheid, groen voor verbinding, geel voor vreugde. Maar er zijn natuurlijk nog veel meer sfeerbepalende woorden: liefde, geduld, genade, hoop, troost, vertrouwen, waarheid, kracht, rechtvaardigheid, nederigheid.
3 De leer van het koninkrijk
En als we de Heer ontmoet hebben en als we in zijn sfeer zijn gekomen, dan staan we ook goed voorgesorteerd voor zijn leer. Voor het geloofsonderwijs van Jezus. En die leer die volgt direct na Matteüs 4 in Matteüs 5 tot 7. De Bergrede is de leer van het koninkrijk. Het is de leer waarin alle leerlingen van Jezus moeten worden onderwezen als ze gedoopt zijn. Het is de leer over het goede leven. Want Jezus’ Bergrede geeft antwoord op deze vragen: Wat is een goed leven? Wat is een goed mens?
Ik hoop van harte dat er in jou een verlangen groeit om wegwijs te worden in Gods koninkrijk. Het lied dat we nu gaan zingen helpt ons om te groeien in dat verlangen.
Zingen: ‘Wees mijn verlangen, o Heer van mijn hart’
Gesprekvragen
- Wat is volgens jou het evangelie?
- In de preek worden zes mogelijke antwoorden genoemd op de vraag “Wat is het evangelie?” Welke van de zes spreekt jou het meest aan en waarom?
- In Matteüs 4 en Jesaja 9 wordt Jezus voorgesteld als Licht dat in de duisternis schijnt. Waar ervaar jij dit Licht in je eigen leven?
- Jesaja noemt Jezus de Vredevorst. Hoe proef jij iets van die vrede in je dagelijks bestaan? En waar mis je het juist?
- Het zevende antwoord was: “Het koninkrijk van God is nabij.” Hoe verandert dit beeld jouw kijk op wat evangelie is?
- Hoe versta jij de oproep van Jezus tot inkeer of metanoia? Kun je een concreet voorbeeld noemen van een verandering in denken of doen die jij al hebt meegemaakt?
- De drieslag “De Heer – De sfeer – De leer” werd genoemd. Hoe kijk jij aan tegen de volgorde van deze drie? Welk van de drie raakt jou het meest en hoe zie je dat terug in je leven of geloof?
- De sfeer van het koninkrijk werd verbonden met woorden als liefde, veiligheid, verbinding en vreugde. Welke van die woorden verlang jij het meest te ervaren in je geloofsgemeenschap?
- De Bergrede (Matteüs 5–7) werd genoemd als de leer van het koninkrijk. Welke uitspraak of beeld uit de Bergrede is voor jou in het bijzonder een wegwijzer naar het koninkrijk?
- Als jij iemand zou moeten uitleggen wat voor jóu het goede nieuws van Jezus is, welke woorden zou je gebruiken?