Voorbede doen betekent dat ik mensen die mij lief zijn en mensen voor wie ik verantwoordelijkheid draag in gebed aan de voeten van Jezus breng en naar hen leer kijken met de ogen van de Heer.

Enkele jaren geleden leerde ik daarover iets nieuws. Ik heb dat nieuwe toen zo onder woorden gebracht:

"Vandaag heb ik iets nieuws geleerd over voorbede. Ik ervaar voorbede doen zelf vaak als nogal vermoeiend. Dat komt omdat ik voorbede tot nu toe zag als het in gebed benoemen van de problemen van mensen waarvoor ik God dan vraag om er in zijn genade iets aan te doen. Maar in Henri Nouwens boek 'De woestijn zal bloeien' las ik iets wat me op andere gedachten bracht en me naar een andere praktijk van bidden leidde. Nouwen schrijft (blz. 92-93):

"De discipline om al onze mensen met al hun strijd binnen te leiden in het zachtmoedige en eenvoudige hart van God is de discipline van het bidden en evenzeer de discipline van het pastoraat. Zolang pastoraat niet meer betekent dan dat wij ons veel zorgen maken om mensen en hun problemen, zolang het een eindeloze hoeveelheid activiteiten inhoudt die we nog maar nauwelijks kunnen coördineren, zolang zijn we nog altijd erg afhankelijk van ons eigen bekrompen en bezorgde hart. Maar als onze zorgen naar het hart van God worden geleid en daar tot gebed worden, worden pastoraat en gebed twee manifestaties van een en dezelfde omvattende liefde van God."

Deze gedachten, gecombineerd met de praktijk van het Jezusgebed en de noodzaak om in het gebed een veelheid van woorden te vermijden, bracht me tot de ontdekking dat mijn voorbede voor concrete mensen hierin mag bestaan: bij het inademen de naam van haar of hem noemen voor wie ik wil bidden, bij het uitademen de naam van Christus noemen.

Zo wordt bidden: de ander verbinden met Christus, en zo met alles wat we in hem vinden: rust, genezing, kracht, moed, liefde, vreugde.